Scheepseigenaar betaalt transactie

Scheepseigenaar HMSB II B.V. betaalt een transactie van 780.000 euro voor de verdenking van het illegaal overbrengen van afval naar India. Daarnaast treft het Openbaar Ministerie een schikking met HMSB II B.V. voor een bedrag van ongeveer 2.200.000 euro; het bedrag dat de reder volgens het Openbaar Ministerie met de overbrenging zou hebben verdiend.

Het onderzoek

Uit onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de eigenaar, Holland Maas Scheepvaart Beheer II B.V., in 2013 een schip genaamd HMS Laurence, heeft overgebracht naar India in strijd met de Europese Verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA). Volgens het Openbaar Ministerie dient het schip als (gevaarlijk) afval te worden aangemerkt.

EVOA

Voor de overbrenging van afval vanuit de Europese Unie geeft de EVOA regels. Die regels houden onder meer in dat gevaarlijk afval niet mag worden vervoerd naar landen zoals India, waarop het OESO-besluit niet van toepassing is. De overheid ziet toe op naleving van de EVOA.

Passende afdoening

De directie van Holland Maas Scheepvaart Beheer is een voorstander van duurzaam en milieubewust handelen en realiseert zich dat het laten stranden van een schip op de kust van India teneinde het daar te laten slopen daar niet in past. Zij wil blijk geven maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Om die reden heeft zij aangegeven niet alleen  maatregelen te treffen om te voorkomen dat in de toekomst wordt gehandeld in strijd met de EVOA, maar heeft zij tevens aangeboden de maximale boete te betalen en de volledige verkoopopbrengst van het schip over te dragen aan het Openbaar Ministerie.

‘Duurzaam en milieubewust handelen moet wereldwijd de norm worden’. Met het gedane aanbod ter afhandeling van de strafzaak aan het Openbaar Ministerie heeft HMSB II willen tonen deze norm te onderschrijven.

Het Openbaar Ministerie ziet dit aanbod  als een passende afdoening van de zaak en heeft om die reden het aanbod aanvaard.

Het strafrechtelijk onderzoek heeft geen bewijs opgeleverd dat individuele personen een strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de feiten, zie het feitenrelaas (pdf, 74 kB).

'Beachen' van schepen

Schepen die moeten worden gesloopt bevatten vaak grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen zoals (resten) bunkerolie, smeerolie, PCB’s en asbest en moeten volgens het OM daarom beschouwd worden als gevaarlijk afval. Overbrenging van zulke afvalstoffen uit de Europese Gemeenschap naar India, Bangladesh én Turkije is verboden.

Op de stranden van India en Bangladesh leveren schepen die gesloopt moeten worden relatief het meeste geld op. De staalprijs in die landen is hoog en de kosten voor de sloop laag. Op de stranden is sprake van schrijnende arbeidsomstandigheden, milieuschade voor de omgeving en ernstig gevaar voor de gezondheid van arbeiders en de lokale bevolking. Er wordt geschat dat duizenden arbeiders ongeneeslijke ziektes oplopen door contact met en inademen van giftige stoffen zonder minimale voorzorgs- of beschermingsmaatregelen.

Transactie

Indien een verdachte aanbiedt de maximale geldboete te betalen in zaken waarin ook niet anders dan een geldboete kan worden opgelegd, dan kan het Openbaar Ministerie een transactie niet weigeren.

Kapitein tuchtrechtelijk gestraft

De kapitein die het schip destijds op het strand van Alang heeft gevaren is tuchtrechtelijk gestraft. Hij werd voorwaardelijk geschorst voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar.

https://www.tuchtcollegevoordescheepvaart.nl/bestanden/2015+5+2015.V6-HMS%20Laurence.pdf