OM eist in hoger beroep twintig jaar cel in zaak familiedrama in Haren

Het Openbaar Ministerie heeft een gevangenisstraf van twintig jaar geëist tegen een 22-jarige man. Hij wordt ervan verdacht in de nacht van 13 op 14 oktober 2017 een 23-jarige vrouw en haar zesjarige dochter in het Groningse Haren om het leven te hebben gebracht.  De man heeft de vrouw volgens het OM eerst gewurgd en daarna met een mes de keel doorgesneden. Een aantal uren later heeft hij haar jonge dochter gewurgd.

De rechtbank in Groningen legde op 11 juni 2018 de man een gevangenisstraf van twintig jaar op voor twee maal doodslag; het OM had een straf van 25 jaar geëist voor moord op de vrouw en doodslag op haar kind. De verdachte ging in hoger beroep.

Door de huidige eisen die aan het bewijs van moord worden gesteld, vindt de AG geen aanknopingspunt meer om moord bewezen te krijgen in het geval van het om het leven brengen van de vrouw.  Dit heeft te maken met de onduidelijkheid die er is over de aanleiding voor het doden van de vrouw en haar dochter. De uitleg die verdachte daarvoor gaf vindt de AG volstrekt onaannemelijk. Toch is er onvoldoende bewijs dat verdachte zijn daden gepland heeft; het hoe en waarom van het plegen van deze misdrijven blijft hiermee onduidelijk.

De aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), spreekt daarom in beide gevallen sprake van doodslag.

De AG komt tot een strafeis van twintig jaar vanwege de zogenaamde samenloopbepaling uit het Wetboek van Strafrecht. Dat houdt in dat bij een dubbele doodslag de straf met een derde kan worden verhoogd; de maximale straf voor doodslag is vijftien jaar, de maximale straf voor een dubbele doodslag twintig jaar.

In het requisitoir steekt de AG niet onder stoelen of banken dat de hoogte van de strafeis wringt met zijn eigen gevoel: “Voor alleen de doodslag op de vrouw zou een strafeis van meer dan 10 jaar op zijn plaats zijn. Dit onder meer gelet op de brute en nietsontziende wijze waarop zij om het leven is gebracht in haar eigen woning, waar ook haar kinderen verbleven.”

Volgens de AG zou ook voor de doodslag op haar zesjarige dochter al een strafeis van ruim meer dan tien jaar op zijn plaats zijn: “Dit gelet op haar leeftijd, haar kwetsbaarheid en het feit dat verdachte ook voor haar verzorging verantwoordelijk was. De vraag is dus of het strafmaximum in deze zaak voldoende is. Het gaat hier om twee doodslagen waarbij verdachte dus twee keer het besluit heeft genomen om een medemens te doden.”

Het Gerechtshof in Leeuwarden doet over twee weken uitspraak.

Vergroot afbeelding
Beeld: Ressortsparket
Gerechtshof Leeuwarden