Gebruik dienstwapen bij woning in Arnhem was rechtmatig

De agenten die op 6 december 2019 bij een woning aan de Eindhovenlaan in Arnhem een man in zijn been schoten, hebben rechtmatig gehandeld. Dit concludeert het Openbaar Ministerie Oost-Nederland na onderzoek door de Rijksrecherche. De agenten kunnen zich beroepen op noodweer.

De politie krijgt  op de avond van 6 december een melding van huiselijk geweld in een woning aan de Eindhovenlaan. Er gaan vier agenten naar de woning. Op straat worden ze aangesproken door de bewoonster van de woning, die vertelt dat haar man een mes heeft, waarmee hij zichzelf iets aan wil doen. Als de agenten richting voordeur lopen, komt de man met een mes naar buiten. Hij maakt hiermee stekende bewegingen in de richting van de agenten. De agenten gebruiken pepperspray en lossen een waarschuwingsschot. Als dat geen effect heeft op de man, wordt er door één agent tweemaal, en door een andere agent eenmaal gericht geschoten op de benen van de man. Hij raakt hierbij gewond.

Naar het gericht schieten op de man is, zoals gebruikelijk, onderzoek gedaan door de Rijksrecherche. De uitkomsten van dit onderzoek zijn overgedragen aan het Openbaar Ministerie Oost-Nederland. De officier van justitie is van oordeel dat beide agenten een beroep kunnen doen op noodweer. Zij bevonden zich in een dreigende situatie, waarin het gebruik van het dienstwapen passend en geboden was. Van agenten mag bovendien verwacht worden dat zij in dergelijke situaties handelend optreden en het gevaar keren.

Nu de agenten een beroep kunnen doen op noodweer, is van een strafbaar feit geen sprake. De agenten worden daarom niet vervolgd. De betrokken agenten zijn van deze beslissing op de hoogte gesteld.