Werkstraffen voor geweld tegen politie na wedstrijd Utrecht - ADO

Drie mannen zijn vandaag veroordeeld tot werkstraffen voor geweld tegen de politie bij de ongeregeldheden die ontstonden na de wedstrijd FC Utrecht – ADO Den Haag in januari dit jaar. Een groep van tussen de 30 en 40 FC Utrecht-supporters sloeg en trapte twee agenten die probeerden de groep te weerhouden om de Waterlinieweg op te gaan. De supporters riepen “ze zijn maar met z’n tweeën, we kunnen ze hebben”. Ook bij het stadion werden agenten bedreigd.

Hoewel FC Utrecht die vrijdagavond 24 januari won met 4-0 van ADO Den Haag zochten de Utrecht-supporters na de wedstrijd de confrontatie met de aanhang van de tegenstander. Twee agenten hielden toezicht op de Tamboersdijk om te voorkomen dat de supporters de Waterlinieweg op zouden gaan. Deze route wordt wel gebruikt om bij de tegenstander te komen maar betreden van de Waterlinieweg is gevaarlijk en verboden.

Toen een groep van tussen de 30 en 40 mannen met gezichtsbedekking die route namen en een aantal al de Waterlinieweg op wilde gaan, grepen de agenten in. De groep keerde zich toen met grote agressie tegen de twee agenten en probeerden hen te slaan en te schoppen. Ook werd met voorwerpen waaronder stukken straattegel gegooid. Er werd geroepen: ‘ze zijn maar met z’n tweeën, we kunnen ze hebben”, en ‘we gaan ze pakken, we maken ze kapot’. De agenten raakten gewond, moesten de groep met de wapenstok van hun lijf houden en overwogen zelfs hun dienstwapen te gebruiken. Collega’s reageerden snel op de noodknop zodat het zo ver niet kwam.

Op basis van herkenning ter plaatse door agenten en dankzij beelden, kon een aantal van de geweldplegers worden geïdentificeerd. Drie van hen, van 18 en 19, was opruiing en openlijke geweldpleging ten laste gelegd. Op de zitting verklaarden ze uit ‘nieuwsgierigheid’ in de groep terecht te zijn gekomen en geen geweld te hebben gebruikt. De officier noemde hun gedrag ‘volstrekt onacceptabel’ en wees erop dat ze juist de confrontatie, ook met de politie, hadden gezocht gezien de plek waar ze waren, het rennen, hun donkere kleding en gezichtsbedekking. Ze hebben de agenten in het nauw gedreven en zodanig geweld tegen ze gebruikt dat het nodig was de noodknop te gebruiken. De officier noemde recente voorbeelden van geweld tegen de politie en wees op de hulp die de politie verleent:  ’Je auto in de sloot, je kind vermist, inbraak in je woning, burenruzie… de politie helpt je. En zonder politie, geen voetbal’. Gezien de jonge leeftijd en de blanco strafbladen, eiste hij geen gevangenisstraffen maar werkstraffen en voorwaardelijke celstraffen. De rechter sprak de 18-jarige verdachte vrij omdat hij onvoldoende bewijs zag voor zijn strafbare betrokkenheid. De andere twee van 19 jaar achtte hij schuldig aan het openlijk geweld en hij veroordeelde ze tot werkstraffen van 120 uur en voorwaardelijke celstraffen van twee en drie maanden.

De vierde verdachte, een man van 26 jaar, was bedreiging ten laste gelegd. Hij nam ten opzichte van een agent een gevechtshouding aan en riep ‘kankerlijer, kom dan, ik sla je kapot’. De agent was net op weg naar zijn collega’s op de Tamboersdijk naar aanleiding van de noodoproep; het was zijn eerste dienst. De politierechter veroordeelde deze verdachte tot een werkstraf van 80 uur. In beide zaken werden de vorderingen van de agenten, van resp. 750 en 500 euro, toegewezen.