Vier jaar gevangenisstraf en tbs geëist voor brandstichting in Hilversum

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag vier jaar cel en een onbeperkte tbs-behandeling geëist tegen een 39-jarige vrouw uit Hilversum. Ze wordt er van verdacht in de vroege ochtend van 21 april 2019 brand te hebben gesticht in haar woning aan de Janseniushof. Een in de woning aanwezige man raakte daarbij zwaar gewond. 

Uit het technisch onderzoek is gebleken dat er sprake is geweest van brandstichting. Er zijn op diverse plaatsen in de woning benzinerestanten gevonden. Ook is er een drinkbeker met benzine aangetroffen. De verdachte heeft de dag voor de brand tegen buurtgenoten onder meer gezegd dat ‘alle huizen afgebrand moeten worden’. Kort voor de brand heeft ze op Facebook een filmpje geplaatst waarin ze tegen het latere slachtoffer zegt dat ‘de helft van de benzine weg is’. Zelf heeft ze wisselend verklaard over de brand en de oorzaak ervan. Tegen een buurvrouw heeft ze gezegd de brand te hebben gesticht terwijl ze in een verhoor ook verklaart dat ze sliep toen de brand uit brak. Een andere keer verklaart ze dat ze ‘kaarsjes had aangestoken en opeens de helft van de benzine miste’. Alles afwegende komt de officier van justitie tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat de verdachte verantwoordelijk is voor het verspreiden van de benzine en het stichten van de brand.

De bewuste nacht is er behalve de verdachte ook een mannelijke bezoeker in de woning aanwezig. Hij ligt te slapen op de bank als de brand uit breekt. Op enig moment heeft hij vlam gevat, waardoor hij ernstige brandwonden heeft opgelopen.  Op zijn kleding zijn restanten van benzine aangetroffen. Zelf heeft de man wisselend verklaard over wat er gebeurd is. Zo stelt hij eerst dat hij wakker werd en merkte dat hij onder de benzine en dat zijn handen brandden. Later verklaart hij echter ook dat hij wakker werd en naar de keuken wilde lopen, dat hij is uitgeleden over benzine op de vloer, waarna de verdachte hem naar de keuken heeft gesleept. Concluderend is er geen bewijs gevonden voor de verdenking dat de verdachte het slachtoffer heeft besprenkeld met benzine. Voor de tenlastegelegde poging moord is dan ook vrijspraak gevraagd.

Uit het onderzoek is geen eenduidig motief voor de brandstichting gebleken. De psychiatrische en psychologische rapportages schetsen een beeld van de verdachte als een instabiele vrouw met diverse psychische problematiek. Zelf ontkent ze de problematiek deels en legt zij veel van de schuld van haar problemen buiten zichzelf. Hierdoor is de kans op herhaling zeker aanwezig. Behandeling in een gesloten tbs-setting is daarom in de visie van het Openbaar Ministerie noodzakelijk. Tegelijkertijd is, met het oog op het leed dat het slachtoffer is aangedaan en met de angst en onrust die verdachte in de buurt heeft veroorzaakt, ook een lange gevangenisstraf op zijn plaats.

De verdachte zit in voorarrest. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.