OM eist vier jaar celstraf voor brandstichting in woning Arnhem

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, geëist tegen een 60-jarige man uit Arnhem. Hij wordt ervan verdacht op 15 april 2020 zijn woning aan de Laan van Klarenbeek in brand te hebben gestoken.

De man wordt verweten dat hij opzettelijk brand heeft gesticht. Hij heeft bekend dat hij in elk geval een jerrycan met benzine op de vloer in de woonkamer heeft geleegd en daarna een brandende lucifer op de vloer heeft gegooid. Hierna was een explosie te horen, waarna er brand ontstond. Direct na de explosie is gezien dat verdachte de woning verlaat en wegrijdt in zijn auto. De man is enkele uren na de brand aangehouden en had geen verwondingen. Voor het OM staat vast dat de man de brand opzettelijk heeft veroorzaakt. De woning is dusdanig verwoest dat deze moet worden gesloopt. Ook de aangrenzende woningen hebben zware schade opgelopen.

De man heeft door de brandstichting anderen in gevaar gebracht, vindt het OM. De buren in de aangrenzende woningen waren thuis op het moment van de brandstichting. Zij zijn uit hun huis gevlucht. Het OM rekent het de verdachte zwaar aan dat hij direct na zijn daad is weggegaan, terwijl de brand in korte tijd hevig woedde, en zich dus niet om de aanwezige buren heeft bekommerd.

De impact van de brand op de buren en de nieuwe eigenaren is groot. Zo konden de twee gezinnen die naast het afgebrande huis wonen maandenlang hun woningen niet in, hetgeen veel stress en verdriet heeft veroorzaakt.

De verdachte woonde sinds 2012 samen met zijn ouders aan de Laan van Klarenbeek. Nadat beide ouders waren overleden, is er een dispuut ontstaan over de erfenis. Verdachte wilde in de woning blijven wonen. In een civiele procedure is beslist dat de woning moest worden verkocht. Op de dag dat de woning is ontruimd, en twee dagen voor de overdracht aan de nieuwe eigenaar, heeft verdachte de brand gesticht. De verdachte heeft verklaard dat hij zichzelf van het leven had willen beroven. Het OM sluit niet uit dat er – gezien de historie – mogelijk andere motieven aan de brandstichting ten grondslag liggen.

Volgens deskundigen is de man in verminderde mate toerekeningsvatbaar. Hij leidt aan een aanpassingsstoornis en kampt met een burn-out. Hij zou het moeilijk hebben vanwege het overlijden van zijn ouders, aan wie hij mantelzorg verleende, en ook door het conflict met zijn broer en zus over de erfenis.

Alles afwegende vindt het OM een gevangenisstraf van 4 jaar passend, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. In de proeftijd van drie jaar moet de man zich openstellen voor begeleiding, en zich houden aan een contactverbod met de slachtoffers en aan een locatieverbod voor de Laan van Klarenbeek.