OM eist 7 jaar celstraf tegen verdachte van verkrachting en twee aanrandingen in Hoorn

Een jonge vrouw van 23 jaar fietst in de nacht van 31 mei op 1 juni in 2019 van een feestje naar huis. Op het fietspad aan het einde van de Holenweg in Hoorn rukt een man haar plotseling van haar fiets en trekt haar capuchon over haar hoofd. Doodsbang huilt en schreeuwt de vrouw en zij vraagt hem dit niet te doen. De man eist geld en dreigt haar keel door te snijden. Later doet hij dat nog een keer, als hij haar broek uittrekt: ‘Wees stil of ik snijd je keel door.’ De vrouw wordt op brute wijze door de man verkracht, bijna een uur lang. Daarna gaat hij ervandoor, waarna de vrouw thuis weet te komen en de politie wordt gewaarschuwd. Een grootschalig onderzoek volgt.

 

Seriematige zedendelinquent

Een 31-jarige man uit Hoorn wordt van dit misdrijf verdacht. Hij werd op 20 juni 2019 aangehouden na een DNA-match. Naast deze verkrachting, heeft hij volgens het Openbaar Ministerie Noord-Holland twee gewelddadige aanrandingen in Hoorn die plaatsvonden op 3 maart en 15 april 2019 op zijn geweten. ‘De twee aanrandingen passen in het beeld van een seriematige zedendelinquent, die steeds meer geweld gebruikt bij de door hem gepleegde zedendelicten’, zei de officier van justitie tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak op donderdag 15 oktober. De 31-jarige man moest zich op deze dag verantwoorden voor de meervoudige kamer van de rechtbank in Alkmaar. Daar hoorde hij de officier van justitie 7 jaar cel tegen zich eisen en vragen om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.

Tijdens de zitting nam de officier van justitie de rechtbank mee in het onderzoek. Vlak na de verkrachting, kreeg de politie het vermoeden dat de dader eerder had toegeslagen. Er waren twee onopgeloste aanrandingen in Hoorn die overeenkomsten met de zaak vertoonden. Zo werd er in één van deze zaken ook om geld gevraagd en de slachtoffers zaten ’s nachts op de fiets toen de man toesloeg.

Aanranding 3 maart

De eerste aanranding vond plaats op 3 maart rond 3.00 uur, vlak voor het bruggetje op de Weel in Hoorn. Het slachtoffer fietste daar en plotseling kwam er een man naast haar fietsen die haar bij haar kruis greep. De vrouw viel en de man probeerde haar weer te betasten. Er passeerde een auto, waarna de man op de vlucht sloeg. Het slachtoffer maakte dat ze weg kwam en merkte tot haar schrik dat ze achtervolgd werd door de man. Hij haalde haar gelukkig niet in en eenmaal thuis waarschuwde ze de politie. Op haar kleding werd DNA-materiaal aangetroffen en veiliggesteld.

Aanranding 15 april

Half april waarschuwde een vrouw de politie nadat zij was aangevallen en aangerand ter hoogte van de Kamille in Hoorn. Even na middennacht fietste zij naar huis toen een man haar bij haar arm pakte en van haar fiets trok. Hij deed steeds de capuchon van de vrouw over haar hoofd, vroeg om geld en dreigde dat hij een mes had. Hij vroeg om haar mobiel en toen de vrouw zei: ‘Die heb ik niet’. Antwoordde hij: ‘Jullie liegen allemaal’. De man sleurde de vrouw een steeg in en pakte haar bij haar billen en borsten. Ook stompte hij haar heel hard in haar kruis. De vrouw gaf de man een knietje en daarna rende hij weg. Op haar kleding werd DNA-materiaal aangetroffen en veiliggesteld.

Het volgende zedendelict dat in Hoorn plaatsvond, was de verkrachting van 1 juni. De politie deed uitgebreid onderzoek op de plaats delict en vond daar het paspoort en de telefoon van het slachtoffer. Het DNA-materiaal dat werd aangetroffen bij haar, werd naar het NFI opgestuurd voor een spoedprocedure.

DNA-match

Op 18 juni kwam het nieuws dat er een mogelijke DNA-match was en werd de naam van de 31-jarige verdachte genoemd. Twee dagen later werd hij aangehouden.
Het aangetroffen DNA-materiaal van de slachtoffers in de twee aanrandingszaken werd ook met spoed onderzocht en daar bleek vervolgens ook een match met de verdachte.
De officier van justitie benadrukte dat bij alle drie de slachtoffers DNA van de verdachte is aangetroffen op plekken waar je bij een normale omgang met elkaar geen DNA verwacht.

Patroon

De verdachte ontkent de zedenfeiten te hebben gepleegd. De officier van justitie wees er ter zitting op dat er een patroon kan worden gezien: in alle drie de zaken gaat het om  een vrouw die ’s nachts van haar fiets wordt getrokken. In twee zaken denken de slachtoffers eerst dat de man op geld uit is. Hij neemt ze mee naar een afgelegen plek, zegt dat hij een mes heeft en pleegt zedenfeiten. Twee slachtoffers wisten aan de man te ontkomen, maar de feiten beginnen nagenoeg hetzelfde.
Verdachte weigerde mee te werken aan onderzoek naar zijn toerekeningsvatbaarheid, waardoor hierover geen conclusies kunnen worden getrokken. De officier van justitie acht hem daarom toerekeningsvatbaar.

Ernst van de feiten

De officier van justitie benadrukte ter zitting de ernst van de feiten. Het slachtoffer van de verkrachting is voor haar leven getekend. Onbevangen alleen over straat in het donker is voorgoed voorbij. Haar werk kan zij niet meer uitvoeren. Ook de gevolgen voor de andere twee slachtoffers zijn groot.
De 31-jarige man is daarvoor verantwoordelijk: hij heeft tot drie keer toe op zeer grove, gewelddadige en vernederende wijze de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers geschonden en geen rekening gehouden met de enorme gevolgen voor hen. Daarnaast zorgden deze misdrijven voor onrust in de Hoornse gemeenschap.

De verdachte neemt voor zijn daden geen verantwoordelijkheid en toont geen berouw, buitengewoon zorgelijk vindt de officier van justitie. De proceshouding van de verdachte, het seriematige karakter en de oplopende geweldsspiraal, neemt zij mee in de strafeis.
De verdachte was al eerder veroordeeld voor een verkrachting. Hij pleegde de feiten waarvoor hij zich 15 oktober voor de rechter moest verantwoorden, tijdens zijn voorlopige invrijheidstelling van dit feit.

Alles bij elkaar afgewogen komt de officier van justitie uit op een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 7 jaar en verzoekt de rechtbank daarnaast om  een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op te leggen. Na het uitzitten van zijn straf, moet hij zich dan aan bepaalde voorwaarden houden, zoals het volgen van een behandel- of begeleidingstraject.

Daarnaast vroeg de officier van justitie om de herroepping van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) voor de duur van 270 dagen, nu de verdachte tijdens zijn v.i.  strafbare feiten pleegde.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.