Dertig jaar celstraf geëist voor moord op Wout Sabee en drugstransporten naar Engeland

Het OM Midden-Nederland heeft vandaag een celstraf van dertig jaar geëist tegen de man die verantwoordelijk wordt gehouden voor de poging moord in 2014 en de moord op Wout Sabee in 2016. De 38-jarige verdachte uit Nieuwegein wordt daarnaast verweten aan het hoofd te hebben gestaan van een criminele organisatie  die drugs jarenlang transporteerde naar Engeland.

Wout Sabee werd op 24 juni 2016 voor zijn huis aan de Ten Veldestraat in De Meern doodgeschoten. Twee jaar eerder, in juni 2014, overleefde hij een aanslag op zijn leven. De twee schutters zijn hiervoor veroordeeld tot 11,5 en 12,5 jaar cel. Na de mislukte poging legde Wout Sabee bij de politie verklaringen af die alleen mochten worden gelezen als hij zou komen te overlijden.

Het onderzoek naar de drugstransporten startte na de liquidatie van Aziz Anzi in september 2015. Uit de berichten in zijn telefoon bleek dat Anzi veelvuldig zaken deed met de verdachte. Daarbij ging het om grootschalige drugstransporten naar Engeland. Uit het onderzoek werd duidelijk dat het ook ging om liquidaties. De criminele organisatie van de verdachte beschikte over vuurwapens, gestolen auto’s met valse kentekenplaten, garageboxen en bakens.  Er liepen verschillende drugslijnen tussen Engeland en Nederland, en één met de Dominicaanse republiek. Ook Wout Sabee was betrokken bij drugstransporten.

Eén van deze transporten, naar Dover, werd in 2013 onderschept. Volgens Sabee werd een aantal kilo’s coke vermist; de Engelse politie had niet het juiste aantal kilo’s vermeld. De verdachte vermoedde dat Sabee de cocaïne had achtergehouden en eiste 300.000 euro. Wout Sabee voelde zich hier niet verantwoordelijk voor en betaalde niet. In zijn testamentverklaringen wees hij naar de 38-jarige verdachte als degene die bij hem verhaal kwam halen over de ‘vermiste’ partij cocaïne.

De advocaat van de verdachte gaf aan twijfel te hebben over de waarde van de testamentverklaringen; volgens rechtspsycholoog Van Koppen bevatten ze inconsistenties. De officier van justitie kon deze bevindingen weerleggen (niet gebaseerd op alle stukken) of verklaren (Sabee was zelf ook betrokken bij de drugstransporten). Daarnaast zijn er tal van bewijsmiddelen in het dossier die de verklaringen van Sabee juist ondersteunen. Sabee heeft in zijn verklaringen informatie gegeven over het onderschepte transport en de nasleep daarvan. Dit kon worden geverifieerd door middel van bewijsstukken uit Groot-Brittannië en getuigenverklaringen. Sabee heeft verklaard dat de verdachte hem na het onderschepte transport meerdere malen heeft benaderd om geld. Dit was het enige transport dat fout was gegaan; niemand anders stond hem naar het leven. Daarnaast is uit tapgesprekken gebleken dat de vriendin van een van de uitvoerders van de poging moord in 2014 direct na de aanslag naar de verdachte belt voor informatie. Ook is aangetoond dat de verdachte de beide uitvoerders van de poging moord kende. Er is DNA van een van hen gevonden op een vuurwapen dat is aangetroffen in een loods die kan worden gelinkt aan de criminele organisatie van de verdachte.

In 2016 zat er een korte periode een peilbaken onder de auto van Sabee, een gebruikelijke werkwijze bij liquidaties. Uit het onderschepte berichtenverkeer bleek dat de verdachte hierbij betrokken was. Ook had hij kort voor de liquidatie contacten met een of meer potentiële schutters. Een van hen werd twee weken voor de liquidatie van Sabee aangehouden voor een ander feit. In zijn telefoon werd informatie over Sabee gevonden, zoals het adres en kentekennummers. Wie uiteindelijk de moord heeft uitgevoerd, een van degenen met wie de verdachte in gesprek was of een nieuwe schutter, is niet bekend. De uitvoerder van de moord is niet opgespoord. Alle bewijsmiddelen bij elkaar maken dat de officier van justitie vindt dat hiermee wettig en overtuigend bewezen is dat de 38-jarige man uit Nieuwegein aan het hoofd van de criminele organisatie stond en degene is geweest die opdracht heeft gegeven om Wout Sabee te vermoorden. Gelet op de ernst van deze feite eiste de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van dertig jaar.