5 jaar cel en tbs geëist voor neersteken partner Enschede

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft maandag 1 februari voor de rechtbank in Almelo een celstraf van vijf jaar en tbs met voorwaarden geëist tegen een 41-jarige man uit Enschede. Hij stond terecht voor een poging tot doodslag op zijn partner op 7 juni 2020.

De officier van justitie schetste in de rechtszaal wat er die dag gebeurde in de woning. Als het bezoek het huis heeft verlaten - een van de kinderen is jarig - pakt de 41-jarige man zijn vrouw van achteren vast en steekt haar tientallen keren met een mes. Hevig bloedend is ze toch nog in staat 112 te bellen. De twee kinderen zien hun moeder in doodsnood.

De arts telt later 44 steekwonden: in het voorhoofd, de wenkbrauw, de hals, de borstkas, de buik, borsten, bovenbeen, de arm en hand. De steekwonden in de hals en borst hadden direct kunnen leiden tot de dood van de vrouw. “Wat een feestelijke dag was en had moeten blijven, eindigde in een bloedblad. (…) Een verschrikkelijk drama waar de verdachte verantwoordelijk voor is”, aldus de officier van justitie in zijn requisitoir.

Dat de 41-jarige degene is geweest die heeft gestoken, staat vast voor het OM. Zo zijn er verklaringen van onder anderen het slachtoffer, de kinderen en enkele familieleden. Er zijn beelden waarop te zien is de man met bebloede handen en armen over straat loopt, en er is het bebloede mes dat in de keuken is gevonden.

De officier van justitie meent dat er sprake is van “vol opzet” - vanwege de wijze waarop hij haar heeft vastgepakt en de vele malen die hij heeft gestoken - maar niet van voorbedachten rade. De officier: “Uit de stukken blijkt niet dat hij daadwerkelijk bezig is geweest met het plannen en voorbereiden van haar dood.”

De man heeft het leven van zijn partner ernstig in gevaar gebracht, stelde de officier. Hij sprak over extreem gewelddadig gedrag. “De kinderen hebben dingen gezien die kinderen nooit zouden mogen zien. Dat reken ik de verdachte zwaar aan.”

Het OM vindt dat de man een celstraf opgelegd zou moeten krijgen van vijf jaar (met aftrek van voorarrest) en tbs met voorwaarden. De officier is van mening dat de verdachte moet worden behandeld voor zijn stoornis, om zo de kans op herhaling te voorkomen. Hij baseert zich hierbij op onderzoek naar de verdachte door een psycholoog en een psychiater. Daaruit blijkt onder meer dat er “geen probleembesef” is bij de 41-jarige.

De officier heeft ook gevraagd om oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Die maatregel houdt in dat iemand langdurig onder toezicht komt nadat hij zijn straf heeft uitgezeten.