Schikking in fataal ongeval Hakvoortseweg Hilvarenbeek

Op 29 oktober 2018 stierf een fietser op de Hakvoortseweg in Hilvarenbeek door een vallende boom bij rooiwerkzaamheden ter hoogte van de Gildelaan. Twee rechtspersonen zijn volgens het Openbaar Ministerie verantwoordelijk te houden voor het fatale ongeval.

Het Openbaar Ministerie verwijt de bedrijven dat zij een aantal veiligheidsregels bij het rooien van bomen niet hebben nageleefd en onvoldoende voorzichtigheid hebben betracht bij het uitvoeren van de werkzaamheden. De betrokken bedrijven, Gebr. Van Kessel Wegenbouw B.V. en Boomrooierij Weijtmans B.V., betalen de door het OM Zeeland-West-Brabant aangeboden transactie van respectievelijk 40.000 euro en 15.000 euro en betalen een schadevergoeding aan de nabestaande, de weduwe van het slachtoffer. Daarmee is de zaak afgedaan.

Strafbaar feit

Naar aanleiding van het ongeval is door de politie Zeeland-West-Brabant strafrechtelijk onderzoek gedaan naar het tragische incident. Bij het rooien van de bomen aan de Hakvoortseweg te Hilvarenbeek werkten de boomrooiers en de aanwezige verkeersregelaar volgens het OM onvoldoende samen. De weg was afgesloten voor auto’s maar was voor voetgangers en fietsers wel toegankelijk. De boomrooiers en de verkeersregelaar hadden echter onvoldoende duidelijke afspraken gemaakt over het passeren van deze (kwetsbare) weggebruikers. 

Zij hadden ook ontoereikende communicatiemiddelen om tijdens het rooien informatie met elkaar uit te wisselen. Hierdoor is in de ogen van het OM  onvoldoende gedaan om de risico’s rondom het rooien van de bomen uit te sluiten en de gevaren voor weggebruikers te voorkomen. Als gevolg hiervan is een 77-jarige man bij het passeren, geraakt door een omgezaagde boom. De man stierf ter plekke. Het OM verwijt beide bedrijven dat de man is overleden ten gevolge van deze onvoorzichtige werkwijze.

Passende afdoening

De officier van justitie neemt in zijn overwegingen mee dat het onvoldoende professioneel handelen van deze bedrijven heeft gezorgd voor een ernstig feit met dramatische en onomkeerbare gevolgen voor het slachtoffer en zijn nabestaande(n). Het OM ziet in de betaling door beide verdachte bedrijven van in totaal 55.000 euro aan de staat alsmede de betaling van de door de nabestaande gevraagde schadevergoeding een passende afdoening van deze strafzaak. De genoemde bedrijven hebben toegezegd zich ten volle te zullen inspannen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen. Vanwege de constructieve houding van de bedrijven besloot het OM de zaak buiten de rechter om af te doen.