OM eist gevangenisstraffen en geldboetes in omvangrijke milieufraudezaak

Op 20 september startte de rechtbank met de behandeling van een omvangrijke milieufraudezaak tegen 19 verdachten. De milieufraudezaak kwam aan het rollen naar aanleiding van een anonieme melding (meld misdaad anoniem) in januari 2015 over een bedrijf met een biogasinstallatie. Dankzij de melding werd een onderzoek naar deze vennootschap gestart. Het OM eist tegen hoofdverdachten gevangenisstraffen tot 12 maanden en geldboetes tot een hoogte van 160.000 euro.

Vermoedelijke illegale handel

Het verwijt is dat verdachten illegaal in industrieel digestaat (kort gezegd een organisch restproduct van het vergistingsproces, vallend onder de regelgeving van dierlijke bijproducten) hebben gehandeld. De toepassingsmogelijkheden voor het digestaat in Nederland zijn zeer beperkt. In feite kon het enkel naar een verbrandings-/ stortlocatie, of biogas-/composteringsinstallatie worden gebracht. Het OM heeft sterke vermoedens dat dit dierlijke bijproducten bevattende digestaat bij agrariërs in de mestkelder is gepompt om vervolgens als mest over het land te worden uitgereden. Daarnaast is de verdenking dat het digestaat in mestopslagen in Limburg vlakbij de Duitse grens werd gebracht, waar ook dierlijke mest terecht kwam. Bij de afvoer van het mengsel van digestaat en dierlijke mest uit deze mestopslagen, bleek dat het als 100% dierlijke mest naar Duitsland werd geëxporteerd. Duitse landbouwers dachten pure varkensgier te ontvangen. Het gaat daarbij om een periode van ruim 6 jaar en vele tonnen digestaat.

Strafbare feiten

De strafbare feiten die het OM aan verdachten ten laste heeft gelegd zijn het opzettelijke verhandelen en afleveren van digestaat bestaande uit dierlijk bijproduct dat in NL niet als meststof mag worden gebruikt, het in de bodem brengen van digestaat, het plegen van valsheid in geschrifte, het niet bijhouden van een administratie ten aanzien van dierlijke bijproducten en het ontbreken van handelsdocumenten voor deze dierlijke bijproducten tijdens transport. Daarnaast is voor enkele verdachten een ontnemingsvordering ingediend, waarbij de wederrechtelijk verkregen opbrengsten worden teruggevorderd. Deze vorderingen werden tegelijkertijd met de strafzaken ter zitting behandeld.

Milieucriminaliteit

Milieucriminaliteit raakt ons dubbel en dwars. De effecten ervan zijn niet altijd (direct) zichtbaar, maar hebben zeer grote en ondermijnende gevolgen voor de leefomgeving, economie en maatschappij. Als samenleving draaien we op voor zowel de milieu- als de economische schade. De zaak tegen deze 19 verdachten is hier een voorbeeld van. “Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten zijn een potentiële bron van risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid. Hierbij kan gedacht worden aan het risico op de uitbraak van mond-en-klauwzeer en de verspreiding van overdraagbare aandoeningen van het zenuwstelsel (bijvoorbeeld BSE bij koeien en scrapie bij geiten en schapen) en de aanwezigheid van dioxinen in levensmiddelen. Ook kunnen de veiligheid van de voedsel- en voederketen en het vertrouwen van de consument in het geding komen.”, aldus de officier van justitie.

De komende dagen zullen de pleidooien van de verdediging aan de orde komen. Uitspraken van de rechtbank Amsterdam worden verwacht in december 2021.