OM eist celstraffen tegen vermeende uitvoerders vrachtwagenbrand

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft woensdag 6 april celstraffen van 12 jaar en 10 jaar geëist tegen respectievelijk een 47-jarige man uit Den Haag en een 51-jarige man uit Delft. Het duo zou op 20 augustus 2020 een vrachtwagen in brand hebben gestoken in Doesburg. De chauffeur die in de cabine lag te slapen, raakte daarbij zeer ernstig gewond. Hij ontsnapte maar net aan de dood. 

Op camerabeelden is te zien dat twee mannen de vrachtwagen besprenkelen met benzine en in brand steken. Politie en justitie kwamen de mannen op het spoor door onder meer onderzoek van de verkeersinstallatie- en telefoongegevens. Daarmee kwam de auto in beeld waarmee de mannen op 20 augustus 2020 heen en weer zouden zijn gereden tussen Doesburg en het westen.

Beide verdachten hebben bekend de vrachtwagen in brand te hebben gestoken. Ze zouden dat hebben gedaan in opdracht van een 45-jarige man uit Dordrecht, die zou hebben gehandeld in opdracht van een 53-jarige man uit Den Haag. De 45-jarige man zou ze hebben voorzien van twee jerrycans, een set kentekenplaten en het adres van het bedrijf.

Slaapplek

Het OM heeft de twee een poging tot moord in vereniging en opzettelijke brandstichting, in vereniging gepleegd, ten laste gelegd. De officier van justitie stelde dat de twee hadden kunnen weten dat er iemand te slapen lag in de cabine. “Naar algemene ervaringsregels is er een gerede kans dat een vrachtwagen door de chauffeur als slaapplek wordt gebruikt, zeker op doordeweekse dagen. Feitelijk is de cabine van een vrachtwagen voor een chauffeur als een woning. Op geen enkele manier blijkt dat verdachten moeite hebben gedaan om zich er van te vergewissen dat er niemand in lag.”

De chauffeur wist weg te komen uit de brand. Hij liep daarbij over een groot deel van zijn lichaam brandwonden op. Het slachtoffer lag zeven weken in coma; er werd gevreesd voor zijn leven. Hij zal blijvend last houden van beperkingen.

Toerekenbaarheid

Het OM acht de betrokkenheid van de twee mannen wettig en overtuigend bewezen, en laat in de strafeis meewegen dat beide verdachten al een strafblad hebben met delicten uiteenlopend van wapenbezit tot vermogens- en geweldsdelicten. Bij de 51-jarige verdachte is volgens het OM, kijkend naar het over hem opgemaakte persoonlijkheidsrapport door een psycholoog, sprake van verminderde toerekenbaarheid. Voor hem vroeg de officier behalve een celstraf van 10 jaar ook om oplegging van een gedrag beïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.

Dinsdag stonden de twee mannen terecht die door het OM worden gezien als de opdrachtgever en de tussenpersoon. Tegen deze vermeende opdrachtgever en vermeende tussenpersoon zijn celstraffen geëist van 12 en 14 jaar.