Vijftien jaar gevangenisstraf geëist voor moord op partner in Amersfoort

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag vijftien jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen een 27-jarige Amersfoorter. Hij wordt ervan verdacht op 14 juni vorig jaar zijn 24-jarige vriendin in hun woning om het leven te hebben gebracht. Hij heeft zich in de visie van het Openbaar Ministerie schuldig gemaakt aan moord.     

Het is de verdachte zelf die de bewuste avond kort na half twaalf 112 belt. Hij vertelt dat zijn partner niet meer leeft, dat hij haar keel heeft dichtgeknepen en dat ze dood op de grond in de woning ligt. Hulpdiensten komen met spoed ter plaatse, maar de hulp mag niet meer baten. De politie houdt de verdachte ter plekke aan.

Uit het onderzoek blijkt dat het stel een tumultueuze periode doormaakte. Het slachtoffer had aangegeven het samenlevingscontract te willen beëindigen. De verdachte wilde de relatie nog redden. Er was veel ruzie en agressie. Met hulp van een mediator probeerden de twee afspraken te maken, onder andere om het verblijf in de woning en de zorg voor hun zoontje te regelen.

Op de bewuste avond is de verdachte met hun slapende zoontje aanwezig in de woning. Afgesproken is dat het slachtoffer in de loop van de avond thuis zal komen en de zorg voor hun zoontje over zou nemen, waarna de verdachte zou vertrekken. Als het slachtoffer nog niet thuis is op de afgesproken tijd, wordt de verdachte boos en agressief, zo blijkt uit onderzoek naar telefoon- en appverkeer. Als ze eenmaal thuis komt, krijgen de twee ruzie, waarna het dodelijke geweld plaatsvindt.

Uit het forensisch en pathologisch onderzoek blijkt dat het slachtoffer door verwurging van de hals om het leven is gekomen. Op basis van onder meer dit onderzoek en de verklaringen van de verdachte zelf, acht de officier bewezen dat de verdachte verantwoordelijk is voor de dood van zijn partner. Ook blijkt uit het onderzoek in de visie van de officier van justitie dat de verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld en dat er dus sprake is van moord. Dat verdachte niet in een opwelling heeft gehandeld, blijkt onder meer uit het feit dat hij in de periode voor de moord op internet heeft gezocht met de zoekterm ‘wil me vrouw vermoorden hoeveel jaar krijg ik’. Ook heeft hij het slachtoffer tijdens een incident twee weken eerder al een keer de keel dicht geknepen, waarbij zij haar bewustzijn verloor. Rond die tijd heeft verdachte ook tegen een getuige gezegd dat hij het slachtoffer ‘wel wat aan zou kunnen doen’. Ook (onder meer) het opvallend rustige handelen van de verdachte direct na het incident en na zijn aanhouding, draagt bij aan de overtuiging dat verdachte niet in een opwelling handelde.

De Amersfoorter wordt zijn handelen zwaar aangerekend. “Verdachte heeft niet alleen zijn partner, maar ook een lieve dochter, een leuke en gezellige zus, een fijne vriendin en bovenal een jonge, zorgzame moeder weggerukt uit het leven van de nabestaanden”, aldus de officier van justitie. Het zoontje van de verdachte en het slachtoffer zal zonder zijn moeder op moeten groeien.

De strafeis in deze tragische zaak werd uitgesproken op de Europese Dag van het Slachtoffer. In dat kader stond de officier van justitie ook stil bij het begrip femicide, dodelijk geweld tegen vrouwen:

“Iedere acht dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord. Bijna altijd wordt het slachtoffer gedood door haar partner of ex-partner. En bijna altijd schuilt het motief in het feit dat het slachtoffer de relatie wil beëindigen. Het geweld tegen vrouwen kan niet alleen met strafrecht worden voorkomen, maar het strafrecht moet wel duidelijk maken dat vrouwen het recht hebben om te bepalen of ze hun relatie willen voortzetten, zonder te vrezen voor geweld.”

Alles afwegend acht het Openbaar Ministerie in deze zaak alleen een lange gevangenisstraf van vijftien jaar passend. Daarnaast is de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) geëist. Ook is de rechtbank verzocht om de verdachte te verplichten om de door de nabestaanden gemaakte kosten voor de uitvaart te vergoeden.