Celstraffen tot zeven jaar geëist voor fatale brand in Hilversum

Een steen door de ruit. Een dode rat voor de deur. Een echtpaar uit Hilversum dat al langer te maken had met pesterijen vreesde dat de volgende stap wel eens brand kon zijn. Op 28 mei 2021 werd die angst werkelijkheid. Voor de deur van hun woning wordt brandgesticht, een felle brand die hen beide het leven kost.

Hoewel het Openbaar Ministerie (OM) niet gelooft dat een dodelijke afloop de bedoeling was van de drie verdachten die deze week terechtstaan, eist het OM forse celstraffen. Alle drie de verdachten zijn, in de visie van het OM, schuldig aan deze brandstichting en daarmee verantwoordelijk voor de dood van twee mensen.

Tegen de destijds minderjarige verdachte eist het OM de maximale straf van twee jaar jeugddetentie en een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. Tegen de 21-jarige en 23-jarige verdachte eist het OM een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven jaar.

Meld Misdaad Anoniem

Het bewijs tegen de verdachten bestaat onder andere uit camerabeelden, afgeluisterde gesprekken, financiële gegevens en informatie afkomstig uit mobiele telefoons. Daarnaast zijn er verschillende meldingen binnengekomen over de brandstichting bij Meld Misdaad Anoniem.

In de visie van het OM is uit dit bewijs duidelijk geworden dat de drie verdachten de opdracht hebben gekregen om het Hilversumse echtpaar ‘een lesje te leren’. Deze opdracht was vermoedelijk afkomstig van hun directe buren, met wie het echtpaar een langslepende ruzie had. De verdachten zelf kenden het echtpaar niet en wilden geld verdienen door de brand voor hun deur aan te steken.

Vergroot afbeelding
Beeld: Loes van der Meer

Samenwerking

Bij het stichten van de brand hebben de drie verdachten, volgens het OM, nauw samengewerkt. Hoewel alleen de jongste, inmiddels 19-jarige verdachte daadwerkelijk de brand heeft aangestoken, kon hij dit alleen doen met behulp van de twee andere verdachten.

Zo verstrekte de 23-jarige verdachte zijn pinpas, zodat de 19-jarige verdachte de benodigde benzine kon kopen en stond hij op de uitkijk toen de brand werd gesticht. De 21-jarige verdachte reed hen naar het tankstation en naar de woning waar de brand gesticht werd. Uit alles blijkt dat zij alle drie wisten wat het plan was en wat er ging gebeuren. Het OM acht hiermee bewezen dat de jongste verdachte schuldig is aan brandstichting en de twee anderen aan medeplegen.

Fatale gevolgen

De gevolgen van deze brand zijn enorm. Niet alleen voor de slachtoffers die op een vreselijke manier om het leven zijn gekomen, maar ook voor de nabestaanden. “We hebben in de verschillende spreekrechtverklaringen kunnen horen hoeveel verdriet deze feiten aan hen heeft toegebracht”, vertelt de officier van justitie. ”Hierdoor wordt duidelijk wat een onherstelbaar leed hen is toegebracht en hoe groot het gemis is.”

Door hoge straffen te eisen wordt, volgens het OM, recht gedaan aan de verschrikkelijke gevolgen in deze zaak. “En dat is tevens een signaal naar de samenleving en andere jongeren die zich met dit soort feiten bezighouden”, vult de officier van justitie aan. “Letterlijk en figuurlijk met vuur spelen komt je duur te staan.”

Meer strafbare feiten

Naast de brandstichting wordt de 19-jarige man ook verdacht van een straatroof in juni 2020 en een woninginbraak in september 2022. Ook deze feiten acht het OM bewezen en zijn meegenomen in de strafeis. De 21-jarige verdachte werd ook nog verdacht van een andere brandstichting, ongeveer een week voor de fatale brand. Vanwege gebrek aan bewijs vraagt het OM in deze zaak vrijspraak.

De rechtbank doet op 12 juni uitspraak.