Celstraffen geëist voor beschietingen in Rotterdam en Venlo

Het Openbaar Ministerie (OM) eist 40 maanden gevangenisstraf waarvan 10 maanden voorwaardelijk tegen een 21-jarige man uit Almere en 36 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk tegen een 21-jarige man uit Amsterdam voor het beschieten van panden in Rotterdam en Venlo. De feiten vonden plaats in 2021 en 2022 bij een horecagelegenheid op de Westblaak in Rotterdam en de Sint Jorisstraat in Venlo. 

Andere verdachten

In deze zaak stonden ook nog twee andere mannen uit Amsterdam terecht. Daarvan hoorde er een 364 dagen gevangenisstraf tegen zich eisen, wat gelijk staat aan zijn voorarrest. Tegen de andere verdachte is een werkstraf van 180 uur geëist en 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk.

Kogelgaten

Op 15 december 2021 komt een melding bij de politie binnen dat een schuifdeur van een restaurant op de Westblaak niet meer opengaat. Het lijkt of er een kogelgat in de deur zit. Een dag later komt er een melding bij de politie dat er een schietpartij bij ditzelfde restaurant is. Er zouden 4 schoten gehoord zijn en een man zou zijn weggerend.

Het incident op 12 januari in Venlo komt aan het licht na het zien van een filmpje in de telefoon van een verdachte. Hierop is te zien dat een hand met een grijs met zwarte handschoen een voorwerp vasthoudt dat op een vuurwapen lijkt. Er wordt gericht op een pand in de Sint Jorisstraat. De trekker wordt 4 keer overgehaald maar er klinken geen schoten. Vervolgens wordt de trekker nog 2 keer overgehaald maar er zijn geen schoten. En op 14 januari 2022 krijgt de politie een melding dat er waarschijnlijk kogelgaten in de ruiten van datzelfde horecapand in de Sint Jorisstraat zouden zitten. De politie constateert diverse kogelgaten in de ruiten van de winkel.

Zeer ernstige bedreigingen

De politie doet uitgebreid onderzoek naar de incidenten. Op basis van telefoongegevens, camerabeelden en getuigenverklaringen zijn de verdachten te linken aan de beschietingen op beide locaties.

Volgens de officieren van justitie hebben de verdachten zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige bedreigingen door met een vuurwapen op panden te schieten. “Verdachten zijn zeer lichtzinnig, ondermijnend en puur uit financieel gewin te werk gegaan. De impact die de beschietingen hebben gehad is groot. Er mag van geluk worden gesproken dat er geen slachtoffers zijn gevallen.”

De openbare aanklagers spraken tijdens de zitting uit dat het beschieten van een pand in een dichtbevolkte stad de nodige schrik en gevoelens van onveiligheid in een buurt teweegbrengt. Dat wordt de verdachten kwalijk genomen. “Tegen elke vorm van ontwrichting dient streng te worden opgetreden.”