Onschuldige winkelmedewerker kreeg vuurwapen in de mond
De diefstal van een partij cocaïne leidde vorig jaar oktober tot een reeks zware geweldsincidenten in en rond Alphen aan den Rijn. Op 10 oktober werd een onschuldige winkelmedewerker zelfs met een vuurwapen in zijn mond bedreigd. Pure intimidatie, noemde de officier van justitie het. Vandaag stonden twee verdachten voor de rechter.
In augustus 2024 werd in Antwerpen een partij van 1.400 kilo cocaïne gestolen. In een loods in Oud Gastel werden na deze ripdeal de drugs verdeeld en een deel belandde in een loods van een Alphense ondernemer die een drankhandel runt. Een van zijn werknemers ontdekte tot zijn schrik dat in een van de dozen in de loods geen drank maar drugs zaten.
In de nacht van 10 oktober werd in de loods ingebroken en werden de gestolen drugs ook daar weer gestolen. De werknemer was een van degenen die daarvan de schuld kregen. Hij werd later die dag telefonisch gesommeerd om naar een parkeerplaats in Ter Aar te komen.
Vuurwapen
Aangekomen op de parkeerplaats kreeg de medewerker een signaal dat hij naar een bestelbus moest komen die daar geparkeerd stond. In de bestelbus zaten twee mannen. De medewerker verklaarde bij de politie hoe hij in de bestelbus achterover werd geduwd en een vuurwapen in zijn mond kreeg gestoken door de bijrijder van de bus. Er werd gedreigd en geroepen dat hij "het spul terug moet geven". De verdachten wisten ook persoonlijk details over hem en zijn gezin te noemen. Daarna werd hij volledig overstuur weer uit de bus gezet.
Uit het onderzoek van de politie is gebleken dat een 39-jarige man uit Zaandam en een 32-jarige man uit Amsterdam-Duivendrecht degenen waren die in de bus zaten en het slachtoffer hebben bedreigd. Daarbij was de laatste degene die het vuurwapen in de mond van het slachtoffer deed. Ook bleek uit het onderzoek dat deze man kon beschikken over meerdere vuurwapens, ook automatische, en dat hij een maand later nog heeft geprobeerd een onbekend gebleven persoon in de benen te schieten.
Extreem geweld
De officier van justitie zei over de bedreiging dat het een buitencategorie bedreiging was en zeer heftig. Hij wees de rechtbank daarbij ook op de talloze andere incidenten die in deze periode plaatsvonden en allemaal te linken zijn aan de gestolen partij cocaïne. "Verdachten staan voor deze incidenten niet terecht, maar het is belangrijk wel de context te kennen van de feiten die we vandaag bespreken. Uit alles blijkt dat in deze wereld extreem geweld niet wordt geschuwd en, wat zorgwekkend is, dat heel makkelijk uitvoerders worden geronseld."
Het OM eiste tegen de man uit Zaandam een gevangenisstraf van 30 maanden en tegen de man uit Amsterdam-Duivendrecht een gevangenisstraf van 8,5 jaar. Hij werd ook nog verdacht van een poging tot zware mishandeling. Hierbij was de opdracht om een persoon in de benen te schieten. Dit is echter niet gelukt doordat het slachtoffer op de vlucht is geslagen.
Op 6 januari 2026 doet de rechtbank uitspraak.