De overheid draagt een verantwoordelijkheid voor de veiligheid van burgers. Deze taak is vormgegeven in een geheel van regelgeving en afspraken: Het Stelsel Bewaken en Beveiligen. Doel van dit stelsel is voorkomen van (terroristische) aanslagen op personen, objecten en diensten. Het huidige stelsel regelt op welke manier er wordt beveiligd als er sprake is van dreiging. Bij de beveiliging van personen staat het voorkomen van een aanslag of geweld centraal.
Ontwikkeling nieuwe stelsel Beveiligen van personen
Op dit moment wordt toegewerkt naar een nieuw stelsel, het Stelsel Beveiligen van Personen. Naar aanleiding van het OVV rapport ‘Bewaken en Beveiligen: Lessen uit drie beveiligingssituaties’ heeft de minister van Justitie besloten tot de ontwikkeling van een nieuw stelsel. Casuïstiek waarin sprake is van ernstige dreiging vanuit de vier dreigingsfenomenen -georganiseerde criminaliteit, terrorisme, statelijke actoren en geradicaliseerde eenlingen- vallen straks in ieder geval onder het gezag van de Minister, maar ook andere casuïstiek die voorheen onder gezag van het OM vielen kunnen worden opgenomen in het nieuwe stelsel. De komst van dit nieuwe stelsel heeft consequenties voor de rol en verantwoordelijkheid van het OM en de overige stelselpartners KMAR, AIVD/MIVD, Politie. Specifiek voor het OM houdt dit in dat de reikwijdte van de gezagsrol van het OM substantieel kleiner wordt. Sinds april 2023 wordt met de betrokken stelselpartners gesproken over de verdere professionalisering van de taakuitvoering, de afbakening van dit nieuwe stelsel en de transitie daar naartoe. In 2025 wordt het stelsel in fases ingevoerd.
In deze toelichting ligt de focus op hoe het huidige stelsel in de praktijk functioneert en welke rol het OM daarin heeft.
Het huidige stelsel bewaken en beveiligen bestaat uit twee domeinen
1. Het decentrale domein
De hoofdofficier van justitie is het gezag op het bewaken en beveiligen van personen die wonen binnen zijn of haar arrondissement. Hij/zij wordt bij deze taak ondersteund door de beleidsmedewerker(s) bewaken, beveiligen en crisisbeheersing (BB&C’er) van het parket. De BB&C’er toetst de adviezen van de politie, adviseert de hoofdofficier en onderhoudt namens de hoofdofficier de contacten met Conflict- en Crisisbeheersing (CCB) van de politie-eenheid en andere partners. Soms is er sprake van complexe, parketoverstijgende casuïstiek. Voor deze casuïstiek kan binnen het OM een coördinerend hoofdofficier of een landelijk coördinerend hoofdofficier bewaken en beveiligen worden aangewezen. Deze draagt zorg voor coördinatie en afstemming op deze casuïstiek en fungeert als aanspreekpunt voor de landelijke samenwerkingspartners
De hoofdofficier van het OM heeft het gezag, de politie voert de veiligheidsmaatregelen uit. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente en moet voorkomen dat er overlast ontstaat, door bijvoorbeeld ordeverstoringen te bestrijden.
2. Het rijksdomein
De rijksoverheid heeft, vanwege het nationale belang, een bijzondere verantwoordelijkheid voor een beperkte groep personen. Deze zijn aangewezen door de minister van Justitie en Veiligheid en zijn ondergebracht in het rijksdomein van het Stelsel van Bewaken en Beveiligen. De minister van J&V is het bevoegd gezag binnen het rijksdomein, de NCTV voert uit namens de minister. Dit betekent dat de NCTV verantwoordelijk is voor het bewaken of beveiligen van deze personen binnen het rijksdomein. Denk hierbij aan leden van het Koninklijk Huis, ministers en Kamerleden.
De uitvoering van veiligheidsmaatregelen in het rijksdomein is in handen van de Politie en de Koninklijke Marechaussee.
Decentraal tenzij
Uitgangspunt bij de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de domeinen is: decentraal tenzij. Dit betekent dat de bescherming van bedreigde personen primair decentraal wordt georganiseerd, waarbij de hoofdofficier van justitie van het betreffende parket (gezags)verantwoordelijk is. De rijksoverheid (NCTV) komt enkel in beeld wanneer het de bescherming van een beperkte specifieke groep personen betreft.
Gelaagdheid stelsel
De veiligheid van individuen begint bij henzelf; zij zijn eerst zelf verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid. Daarnaast draagt de werkgever verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zijn werknemers, vooral als het gaat om veiligheidsrisico’s die samenhangen met de werkzaamheden die zij uitoefenen. Indien deze werkzaamheden ontoereikend zijn ten opzichte van de dreiging, kan de werknemer worden opgenomen in het stelsel.
Informatie-gestuurd
Om passende weerstand aan de dreiging te kunnen bieden, wordt informatie-gestuurd gewerkt. Dit betekent dat er vanuit verschillende partners, bronnen en ook bij de te beveiligen persoon, veiligheidsinformatie wordt opgehaald. Deze informatie wordt gebruikt om de dreiging goed in te schatten en hier passende maatregelen te nemen.
Veiligheid centraal
In het stelsel staat de veiligheid van de bedreigde personen altijd voorop, dit is het uitgangspunt. Het dreigingsniveau is bepalend voor de in te zetten veiligheidsmaatregelen die proportioneel moeten zijn. Dit betekent dat er gestreefd wordt naar passende maatregelen die zo min mogelijk impact hebben op de te beveiligen personen. Hierbij wordt van de bedreigde personen verwacht dat zij actief meewerken aan hun eigen veiligheid. Dit houdt in dat zij bijvoorbeeld worden geacht relevante veiligheidsinformatie te delen, adviezen op te volgen en noodzakelijke aanpassingen in hun gedrag te maken.
Risicoreductie, niet -uitsluiting
Het stelsel richt zich op het verminderen van veiligheidsrisico’s, die nooit helemaal kunnen worden uitgesloten. Er blijft altijd een risico bestaan, ongeacht de getroffen veiligheidsmaatregelen. De inzet is gericht op het beheersbaar maken van risico’s door middel van preventieve en reactieve maatregelen, waarbij risico en beveiligingsniveau voortdurend worden afgewogen.
Multidisciplinaire samenwerking: kenniscentrum Bewaken en Beveiligen
Er wordt continu gewerkt aan de versterking van het stelsel. Hiervoor is het Kenniscentrum Bewaken en Beveiligen opgericht; een multidisciplinair samenwerkingsverband bestaande uit een kernteam van functionarissen vanuit het Openbaar Ministerie, de NCTV, de Politie en de Koninklijke Marechaussee.
Het Kenniscentrum richt zich op het structureel versterken en toekomstbestendig houden van het stelsel.