Vraag en antwoord DNA-onderzoek bij veroordeelden

Op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden moeten personen die veroordeeld zijn voor een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan verplicht celmateriaal afstaan. Bij veel misdrijven vindt DNA-onderzoek plaats. DNA-gegevens kunnen er aan bijdragen dat misdrijven worden voorkomen en verdachten worden opgespoord, vervolgd en berecht.

Voor wie geldt de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden?

De wet geldt voor twee categorieën veroordeelden:

  • personen die zijn veroordeeld wegens een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en een vrijheidsbenemende straf of vrijheidsbenemende maatregel of taakstraf opgelegd hebben gekregen;
  • personen die op het moment van inwerkingtreding van de wet al zijn veroordeeld voor een dergelijk misdrijf tot een vrijheidsstraf of maatregel en die deze ondergaan of nog moeten ondergaan.

De wet geldt voor zowel volwassenen als minderjarigen.

Voor welke misdrijven geldt de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden?

De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden geldt voor personen die veroordeeld zijn voor een misdrijf waarop voorlopige hechtenis is toegestaan. Een voorlopig-hechtenis-misdrijf is een misdrijf waarop een gevangenisstraf van 4 jaar of meer staat. Maar de afnameplicht geldt ook voor een aantal misdrijven met een lagere maximale gevangenisstraf, zoals eenvoudige mishandeling. Deze zijn te vinden in artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering.

Er wordt dus gekeken naar de maximale straf zoals die in de wet staat voor een misdrijf en niet naar de straf die door de rechter voor dit misdrijf is opgelegd.

Waar vindt DNA-afname plaats?

De afname gebeurt in de gevangenis, maar kan ook op het politiebureau. Afname van celmateriaal gebeurt bij voorkeur in de vorm van wangslijm. Is dit niet mogelijk dan kunnen ook bloed (vingerprik) of haren afgenomen worden.

Hoe wordt DNA afgenomen?

Het afnemen van DNA celmateriaal is een simpele, pijnloze en korte handeling. Het afnemen van wangslijm gebeurt door een hiervoor speciaal opgeleide politieambtenaar, inrichtingsmedewerker, arts of verpleegkundige. Deze schraapt een paar keer met een wattenstaafje of zacht borsteltje langs de binnenkant van de wang. Hierop blijft genoeg slijm zitten voor het onderzoek. Het DNA-onderzoek zelf vindt plaats in het laboratorium van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).