Agenten handelden rechtmatig bij gebruik dienstwapen in Doetinchem

De agenten die op 29 augustus 2017 in de Hamburgerstraat in Doetinchem op een man schoten, hebben rechtmatig gehandeld. Tot deze conclusie komt het Openbaar Ministerie, na een onderzoek door de Rijksrecherche. De agenten kunnen zich beroepen op noodweer.

Op 29 augustus kreeg de politie een melding dat er een man met een pistool zou lopen in de Hamburgerstraat in Doetinchem. Er kwamen twee agenten ter plaatse, die de man aanriepen dat hij het wapen moest laten vallen. De man richtte het wapen echter op de agenten. Hierop is door de agenten een waarschuwingsschot gelost. Daarna is op verschillende momenten nog een aantal keren gericht geschoten. De man viel op de grond, maar hield het wapen nog steeds vast. Inmiddels waren nog twee politiemensen ter plaatse gekomen. Eén van hen schoot de verdachte  in zijn been, waarna de man het wapen van zich af gooide en werd aangehouden. De 22-jarige man werd overgebracht naar het ziekenhuis.

Zoals gebruikelijk heeft de Rijksrecherche onderzoek gedaan naar het gebruik van het dienstwapen. Het OM concludeert op basis van dit onderzoek dat het gebruik van het dienstwapen een verdedigend karakter had. De man bleef de politie bedreigen, waarbij het leek of hij het wapen doorlaadde. Het feit dat achteraf is gebleken dat het wapen niet echt was, doet aan de dreiging niets af, aldus het OM. Een minder ingrijpend middel gebruiken, zoals pepperspray, zou niet voldoende zijn geweest. Bovendien hebben de agenten laag geschoten, wat getuigt van voldoende tactisch inzicht en zelfbeheersing.

Alles afwegende is het OM van mening dat het geweld rechtmatig is aangewend. De betrokkenen zijn van deze beslissing op de hoogte gesteld.