Boete van een half miljoen geëist vanwege dodelijk arbeidsongeval en een benzeenbrand

“Vandaag en donderdag draait het om twee zaken, een dodelijk arbeidsongeval dat plaatsvond op 29 september 2016 en een benzeenbrand in een fabriek op 26 juni 2017.”, aldus de officier. In de rechtbank in Den Bosch eiste het Openbaar Ministerie (OM) een boete vanwege de twee zaken. Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt verdachte, een chemiebedrijf uit de gemeente Terneuzen, het handelen of nalaten in strijd met de veiligheidsvoorschriften uit de Arbeidsomstandighedenwet met een ernstig arbeidsongeval en een brand tot gevolg. Ook verwijt het OM verdachte dat zij in strijd heeft gehandeld met de BRZO. Volgens de officier is verdachte een speler van wereldformaat in de chemie: “Een bedrijf dat zich bevindt in de zwaarste categorie van risicobedrijven, de eredivisie. En dus een bedrijf waar veiligheid de standaard zou moeten zijn, het uitgangspunt. Datgene waar alles om draait, dag in, dag uit, altijd en overal. Waar het adagium geldt: Als het niet veilig kan dan doen we het niet.”

Arbeidsongeval

Op 29 september 2016 werd een medewerker om 03.00 uur levenloos aangetroffen in een suikersilo die zich bevond op het terrein van verdachte. Het slachtoffer was waarschijnlijk onwel geworden door zuurstofgebrek of door de inademing van stikstof. Er zijn nog pogingen gedaan om het slachtoffer te reanimeren, maar dat heeft helaas niet meer mogen baten. Volgens de officier was de aangetroffen situatie in de suikersilo beschamend te noemen. Er zou sprake zijn van achterstallig onderhoud, waardoor de suiker zo ongeveer overal in de unit lag. Er waren volgens haar zeer regelmatig storingen waar niemand eigenlijk echt aandacht voor had bij verdachte. Er zouden wel modificaties zijn doorgevoerd om het aantal storingen te verminderen, maar het was de vraag of daarbij de juiste procedures zijn doorlopen.   

Benzeenbrand

Het jaar erop ging het op het terrein van verdachte weer fout. Op 26 juni 2017 brak er brand uit in een fabriek. Uit onderzoek bleek dat de brand werd veroorzaakt door een pomp die beschadigd was waardoor er benzeen lekte en deze benzeen had vlamgevat door de hitte- of vonkvorming van de kapotte pomp. De officier vond dat verdachte alweer zijn zaakjes niet op orde had. Er zouden volgens haar specifieke procedures ontbreken over hoe om te gaan met lekkages van sealpompen, ook bleek verdachte zich niet te houden aan haar eigen procedures met betrekking tot het doen van periodieke vibratiemetingen van pompen. Uit het onderzoek bleek dat de pomp waardoor de brand was ontstaan al sinds 1980 niet meer werd gecontroleerd omdat de pomp slechts zelden werd gebruikt. 

Ernst van de feiten

In de Arbeidsomstandighedenwet is verankerd dat werknemers recht hebben op een veilige en gezonde werkplek. De primaire verantwoordelijkheid voor het inrichten van een dergelijke werkplek rust op de feitelijke werkgever, die verplicht is een arbobeleid te voeren dat gericht is op de bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers. 

Strafmaat

“Uit het dossier komt een beeld naar voren van een organisatie die onvoldoende kritisch is, haar processen niet op orde heeft, haar installaties feitelijk niet op orde heeft, die niet of niet voldoende controleert of onderzoekt, die niet verder vraagt, die nauwelijks toezicht houdt en ondanks de forse waarschuwing van een paar jaar geleden nog steeds een situatie creëert waarin zich ernstige incidenten kunnen voordoen zoals op 29 september 2016 en 26 juni 2017.”, stelde de officier op zitting. Het baarde haar dan ook grote zorgen dat verdachte in het verleden al niet haar zaakjes op orde had: “Hoewel er ook toen beterschap is beloofd, zie ik dat niet duidelijk terug in de incidenten die vandaag aan de orde zijn. Dat roept de vraag op of al die verbeterplannen niet eigenlijk vooral een papieren exercitie zijn.” Gelet op de ernst van de incidenten eiste de officier een boete tegen verdachte van 500.000 euro. 

De zaak gaat donderdag verder. Dan maakt de rechtbank bekend wanneer zij uitspraak doet.