Gevangenisstraffen geëist vanwege dumpen van drugsafval

Het was alsof je tegen een muur van verschillende dampen opliep” en  “In de vaten zat iets van agressief spul. Iets wat op de ademhaling sloeg. Het beklemde de ademhaling” en “Het rook naar rotte eieren, (..) Het was zeer agressief spul wat er in de vaten zat. Ik zag het roken. Het was geen stoom, het was rook wat ik zag. Het was een reactie met het spul uit de vaten met het gras en de wortels van de bomen. Ik zag het gewoon wegbranden”. Zo omschreven getuigen volgens de officier de situatie die zij op 17 oktober 2018 aantroffen in de gemeente De Wolden. Ook zouden er totaal versufte en verwarde roodborstjes op 19 oktober 2018 op de locatie zijn aangetroffen. Ruim 20 dagen na de lozing roken verbalisanten een zure chemische lucht die hun de ademhaling irriteerde.

 

Het OM heeft vandaag in de rechtbank onvoorwaardelijke gevangenisstraffen geëist tegen twee mannen van 52 en 54 jaar. Het OM verwijt verdachten dat zij op 16 of 17 oktober in de gemeente De Wolden drugsafval te hebben gedumpt, terwijl ze wisten dat dit nadelige gevolgen voor het milieu kon hebben. Daarnaast wordt hen verweten dat zij de openbare gezondheid door de dumping in lucht en bodem in gevaar hebben gebracht.

Ontruiming

Op 17 oktober 2018 werd de woning, waar beide verdachten stonden ingeschreven, ontruimend. De 54-jarige verdachte was volgens de officier tijdens het begin van de ontruiming op de locatie aanwezig. Achter de woning werden door de ontruimers lozingsplekken aangetroffen waarvan rook opsteeg. Vermoedelijk waren grote hoeveelheden vloeistof in de tuin gedumpt. Gelet op de hoeveelheid dampen die op het erf hingen, die irriterend werkten, staakten de ontruimers hun werkzaamheden en belden zij de brandweer. Deze concludeerde dat er vermoedelijk sprake was van een dumping van chemisch afval afkomstig van een drugslab. Opvallend was volgens de officier dat 54-jarige verdachte na het afzetten van het terrein door de brandweer onopvallend verdween.

Atypische dumping

De officier stelde dat het om een atypische dumping ging: “Normaliter treffen we een dumping aan op een afgelegen locatie ver van het lab. Vandaag hebben we het echter over een grootschalige lozing/dumping van afval achter een boerderij.” Uit onderzoek was gebleken dat in de boerderij sporen van een lab waren aangetroffen. Ook zou de dumping zeer extreem waarneembaar zijn. De schadelijke stoffen die in de bodem waren gedumpt zorgden voor een chemische damp en op het erf lag het volgens de officier vol met chemische vaten.

Ernst van de feiten

Het aantal drugsdumpingen, dat ieder jaar toeneemt, veroorzaakt maatschappelijke onrust, is ondermijnend en heeft forse schade voor het milieu en de samenleving tot gevolg. De dumpingen zijn zeer ernstige milieudelicten. De officier: De daders  trekken zich kennelijk niets aan van de gevolgen die dergelijke dumpingen hebben voor het milieu en het gevaar voor de gezondheid dat ontstaat of kan ontstaan voor toezichthouders of andere mensen die op dergelijke dumpingen stuiten.“ Per dumping kost dit de samenleving aan opruimingskosten, volgens de berekening van het Openbaar Ministerie, al gauw zo’n 20.000 euro.

Strafmaat

Het OM vindt dat bewezen kan worden dat deze twee verdachten beide verantwoordelijk zijn voor het dumpen van het afval. “Deze zaak gaat natuurlijk niet “gewoon” om handelingen met afvalstoffen en het zeer onzorgvuldig achterlaten van afval. Nee, we hebben hier te maken met handelingen in de laatste fase van de criminele keten van de drugsproductie. Een keten die niet werkt zonder deze laatste schakel.  Zonder afvoer van drugsafval, geen drugsproductie, zo eenvoudig is het.”, aldus de officier.

De OM vindt de schade aan het milieu nog kwalijker dan bij een gewone dump. Er is drugsafval rechtstreeks in de bodem gebracht. Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat de grond tot 2,5 meter diepte was aangetast en dat ook het grondwater was verontreinigd. De officier eiste dan ook 36 maanden gevangenisstraf tegen beide verdachten.

De rechtbank doet op 15 maart uitspraak.