OM legt onderzoek naar melding van Defensie over mogelijk geweldgebruik door majoor stil

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost Nederland heeft afgelopen maanden onderzoek gedaan naar aanleiding van een melding van het Ministerie van Defensie. Deze melding betrof een voorval met een Nederlandse majoor in 2007 in Afghanistan. Het OM heeft besloten dit onderzoek vooralsnog stop te zetten. Het onderzoek biedt weliswaar geen definitief uitsluitsel, maar er zijn geen aanknopingspunten gevonden die de gebeurtenissen uit de melding bevestigen.

De melding van Defensie hield in dat de majoor in januari 2017 aan een meerdere heeft verteld over een voorval dat hem zou zijn overkomen. Kort samengevat is het relaas van de majoor dat hij tijdens zijn deelname aan een geheime operatie in 2007 op enig moment door Afghaanse mannen is ontvoerd, van zijn vrijheid is beroofd en slachtoffer is geworden van fysiek geweld. In de weken na dit voorval zou de majoor één van de daders hiervan hebben opgespoord en gedood. Naar aanleiding van het relaas van de majoor is een onderzoek gestart door de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD). Dit heeft niet geleid tot enige bevestiging of weerlegging van het relaas. Ook nader onderzoek door de MIVD, dat medio 2017 plaats vond, heeft geen uitsluitsel hierover gegeven.

Op 12 januari 2018 heeft Defensie de melding voorgelegd aan het Openbaar Ministerie Oost Nederland, dat is belast met militaire (straf-)zaken. De melding van Defensie over het mogelijke geweldgebruik door de majoor gaf aanleiding om een nader onderzoek in te stellen.

Het onderzoek door het OM was erop gericht om feiten en omstandigheden te achterhalen op grond waarvan de gestelde gebeurtenissen in de melding konden worden bevestigd of weerlegd. Er is onderzoek gedaan naar alle gepubliceerde bijzondere geweldsincidenten in Afghanistan in 2007. De militair bij wie de majoor de melding heeft gedaan is als getuige gehoord, alsmede overige deelnemers aan de missie. Ook de verklaringen die de majoor bij de MIVD heeft afgelegd, zijn betrokken in het onderzoek.

Het OM heeft tijdens het onderzoek naar de melding geen aanwijzingen gevonden voor een verdenking van strafbare feiten. De majoor heeft om die reden op geen enkel moment de status van verdachte gehad.

Het onderzoek heeft, evenals het eerdere onderzoek door de MIVD, geen aanknopingspunten opgeleverd op basis waarvan bevestiging gevonden is dat de gebeurtenissen uit de melding zich hebben voorgedaan. Gelet op het ontbreken van aanknopingspunten is het niet opportuun om nader onderzoek – in Nederland of in Afghanistan - in te (laten) stellen. De kans dat er in de toekomst informatie beschikbaar komt op basis waarvan alsnog een ander (strafrechtelijk) oordeel kan worden gegeven over de melding, is minimaal, maar niet uitgesloten.

Alles afwegende heeft het OM besloten om het onderzoek, in afwachting van het mogelijk op enig moment beschikbaar komen van nieuwe informatie, voorlopig stil te leggen.