OM eist gevangenisstraf tegen militair wegens betrokkenheid bij cocaïne- en wapenhandel

‘’Verdachte vervult als militair, werkzaam bij het Korps Commando Troepen, een voorbeeldfunctie in de samenleving en van hem wordt absolute integriteit verwacht. Hij heeft niet alleen misbruik gemaakt van zijn positie maar heeft ook het vertrouwen, dat in hem als commando is gesteld, ernstig geschaad. ‘’  Met deze woorden motiveerde de officier van justitie vandaag voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem de strafeis – een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar - tegen een 44-jarige militair.

Volgens de officier van justitie is er wettig en overtuigend bewijs dat de militair zich schuldig heeft gemaakt aan handel in cocaïne en voorbereidingshandelingen daartoe, aan wapenhandel, schending van zijn ambtsgeheim en beroepsgeheim en het zonder toestemming voorhanden hebben van wapens en munitie.

Het onderzoek naar de man een is uitvloeisel van het onderzoek 26Lyons. In maart van dit jaar werd een destijds 49-jarige man door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar en een ontneming van ruim 2.2 miljoen euro voor drugshandel. Uit onderschepte cryptocommunicatie is gebleken dat deze man veelvuldig contact had met de militair, die werkzaam was binnen het Korps Commando Troepen (KCT).

Cryptocommunicatie

Een belangrijk bewijsmiddel in het dossier betreft onderschepte cryptocommunicatie via Sky ECC en in mindere mate via Ennetcom. De verdachte heeft verklaard dat hij zich binnen zijn eenheid van het KCT bezighield met het testen van communicatiemiddelen, waaronder Sky Ecc. Maar de aangetroffen communicatie via Sky ECC duidt volgens het OM niet op kortstondig testen. De verdachte heeft drie Sky ECC accounts gehad en binnen één van de groeps-chats werden al meer dan 20.000 berichten gestuurd.

Uit de onderschepte cryptocommunicatie is volgens het OM bewijs gekomen dat de verdachte zich  samen met – onder andere - de 49-jarige man schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de invoer van cocaïne. Het plan was om twee ladingen van 250 kilo cocaïne te vervoeren naar Antwerpen en Hamburg. Dat de cocaïne niet is aangetroffen, doet aan het bewijs hiervoor niets af, aldus de officier van justitie.

De onderschepte cryptocommunicatie levert volgens het OM ook voldoende bewijs op dat de militair in 2020 betrokken was bij het vervoeren en afleveren van in totaal 260 kilo cocaïne vanuit de Dominicaanse Republiek naar Denemarken.

De militair zou verder als wapenmakelaar hebben opgetreden. Hiertoe bracht hij wapenleveranciers, waarmee hij uit hoofde van zijn functie bij het KCT contact onderhield, in contact met de 49-jarige man. De militair was vanuit zijn functie niet bevoegd om transacties voor de aankoop of levering van wapens aan deden te regelen, aldus de officier van justitie. Ook hier doet het feit dat het uiteindelijk niet tot wapenleveranties gekomen is, niets af aan de strafbaarheid.

Na de aanhouding van de militair op 1 februari 2022, werden in een berging bij zijn woning 30 patronen scherpe munitie, 10 oefenpatronen en 4 rookgranaten aangetroffen. Omdat de militair geen ontheffing had om munitie en granaten bij hem thuis te bewaren, valt dit onder verboden wapenbezit.

Tot slot stond de militair terecht voor het schenden van zijn ambtsgeheim en beroepsgeheim. Dit deel van de tenlastelegging werd achter gesloten deuren behandeld. Voor het OM staat vast dat de militair vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met de 49-jarige man. Het ging daarbij om een informatie over een applicatie die voor het KCT was ontwikkeld, om foto’s en call-signs van collega-militairen en informatie over oefeningen, werkwijze en tactieken van het KCT.

Geen toestemming

De officier van justitie benadrukte in zijn requisitoir dat het gaat om strafbare feiten, die niet vallen binnen de toegestane werkzaamheden als commando of als deskundige op wapengebied,  die niet vallen binnen de ontwikkeling van de KCT-compagnie en ook niet vallen binnen het toelaatbaar testen van communicatiemiddelen.
De verdachte had vanuit zijn werkzaamheden contacten met de AIVD en MIVD en bij oefeningen werd er samengewerkt met de inlichtingendiensten. Maar uit verhoren van leidinggevenden binnen het KCT is niet gebleken dat verdachte gedetacheerd is geweest bij de AIVD of MIVD of in opdracht werkzaamheden voor of namens de diensten uitvoerde.  Verdachte was geen ‘agent’ of ‘case-officer’. Deze vaststelling is van belang omdat onder bijzondere voorwaarden het medewerkers van de AIVD of MIVD toegestaan is strafbare feiten te plegen. Van een dergelijke, strak gereguleerde en schriftelijk vastgelegde toestemming is in deze zaak geen sprake: ‘’Naast de constatering dat verdachte in zijn werk als commando zeer gewaardeerd werd, heeft verdachte naar de mening van het OM meerdere ernstige strafbare feiten heeft gepleegd’’, aldus de officier van justitie.

Volgens de officier van justitie was de militair zeer goed op de hoogte van de strafbare feiten waarmee de 49-jarige man zich inliet: ‘’Internationale handel in cocaïne, waarvan inmiddels wel duidelijk is dat deze handel ernstige risico’s voor de veiligheid van de maatschappij met zich mee brengt. De handel in cocaïne gaat gepaard met corruptie, witwassen en fors geweld.  Dat het gebruik van cocaïne schadelijk is voor de volksgezondheid behoeft geen nader betoog.’’

Of verdachte op de hoogte was van de contacten tussen de 49-jarige man en Ridouan T. is niet vastgesteld. Het OM heeft nooit aangegeven dat de 44-jarige contacten heeft gehad met Ridouan T. Dit is ook op geen enkele wijze uit het onderzoek van de KMar gebleken. De stelling van verdachte dat hij door het OM aan Ridouan T. wordt gelinkt, is onjuist.

Verantwoording

De officier van justitie rekent het de militair zwaar aan dat hij geen openheid van zaken heeft gegeven: ‘’Een van de kernwaarden van het KCT is dat een commando altijd bereid is verantwoording af te leggen voor wat hij doet. Dat verdachte dit niet doet, is zijn goed recht, maar staat haaks op waar een commando voor staat.’’

De officier van justitie houdt bij zijn strafeis rekening met de bijzondere positie die verdachte als commando bij het KCT bekleedt, de rapportage van de reclassering, de justitiële documentatie van verdachte, de richtlijnen die het OM hanteert in drugszaken en de ernst van de ten laste gelegde feiten. Alles afwegende is een onvoorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van zes jaar passend. Daarnaast vordert het OM de ontneming van de criminele winst die de man gemaakt heeft, die is berekend op ruim 450.000 euro.