OM eist tot zestien jaar cel in hoger beroep in dodelijke Drentse roofoverval

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep gevangenisstraffen tot zestien jaar geëist tegen drie verdachten. Daarnaast vraagt de officier van justitie in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), aan het Gerechtshof om de zaak van een vierde verdachte terug te wijzen naar de rechtbank Noord-Nederland.

Onvoorstelbaar

De vier mannen worden verdacht van betrokkenheid bij een brute roofoverval in het Drentse Gees. Op 30 juni 2016 werden een man en een vrouw in hun woning aangevallen. Daarbij werd de 69-jarige man zodanig mishandeld dat hij aan zijn verwondingen overleed. Zijn partner werd ook mishandeld, maar overleefde de overval. “Wat in de woning is gebeurd, is bijna onvoorstelbaar”, zegt de AG op de zitting in Leeuwarden. “Het geweld dat is toegepast is buitensporig.”

Fouten

De rechtbank in Assen veroordeelde op 6 april 2018 drie verdachten tot twaalf jaar gevangenisstraf. In de zaak van de vierde verdachte werd het OM niet-ontvankelijk verklaard, omdat het OM volgens de rechtbank fouten had gemaakt in het onderzoek. Daardoor zat deze man in de ogen van de rechtbank onnodig lang in voorlopige hechtenis.

Misleiden

De Drentse rechters oordeelden dat de officier van justitie bewust geprobeerd had de rechtbank te misleiden. De betreffende officier zou een verklaring in het strafdossier hebben opgenomen, terwijl zij wist dat hierin onjuistheden stonden. Daarom heeft de rechtbank ook de overige verdachten lagere straffen opgelegd. Het OM ging in hoger beroep tegen dat vonnis. De drie veroordeelde verdachten eveneens.

Geen kwade trouw

In de ogen van het OM is het oordeel van de rechtbank onjuist. De AG heeft voor het Gerechtshof in Leeuwarden betoogd waarom er in zijn ogen geen sprake is geweest van een bewuste misleiding van de rechtbank door de officier van justitie. “Ik betoog niet dat het optreden van de officier zonder fouten was. Ik betoog wel dat de fouten die gemaakt zijn niet de conclusies van de rechtbank rechtvaardigen dat de officier die rechtbank heeft misleid. Er was geen kwade trouw bij. Het wettelijke systeem waarop het strafproces is gebaseerd is niet aangetast door wat er is gebeurd”, aldus de AG.

Belastende verklaring

Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep is één van de verdachten na jarenlang zwijgen gaan praten. Hij heeft een verklaring afgelegd die ook belastend is voor twee medeverdachten. De AG beoordeelt de verklaring, ook al heeft hij de indruk dat verdachte niet alles zegt, als oprecht en waar.

Leugenachtig

Twee medeverdachten hebben al in een eerder stadium een verklaring afgelegd. De ene verklaring doet de AG af als leugenachtig. In de andere vindt hij dat de verdachte zijn rol minder zwart voorstelt dan dat die in werkelijkheid is geweest.

Verschillende straffen

Het OM eist verschillende straffen voor drie van de vier verdachten. Met een reden. De proceshouding en het strafrechtelijk verleden is niet bij alle drie hetzelfde. Voor de 30-jarige Nederlandse verdachte eist de AG daarom een gevangenisstraf van zestien jaar, voor de 28-jarige Belgische verdachte dertien jaar en voor zijn 24-jarige landgenoot eveneens dertien jaar. Bij de 30-jarige Nederlandse verdachte heeft de AG de overtuiging dat hij door een onwaar scenario te geven heeft geprobeerd onder een bestraffing uit te komen. “Hij heeft dat willens en wetens gedaan. Dat vind ik strafverzwarend werken.”

Bij de andere twee verdachten laat de AG in hun voordeel meewegen dat zij bekennende verklaringen hebben afgelegd. “Maar dat is beperkt, omdat zij niet volledig zijn geweest in hun bekentenissen. Ook heeft het OM de overtuiging dat hun bekentenissen vooral zijn ingegeven door eigenbelang.”

OM: terug naar de rechtbank

In de zaak van de verdachte waarin het OM niet-ontvankelijk is verklaard door de rechtbank, heeft die verdachte in hoger beroep geen straf tegen zich horen eisen. Dit omdat het OM een terug verwijzing eist naar de rechtbank Noord-Nederland.

Niet te bevatten

Terug naar de kern van de zaak. Het is nauwelijks te bevatten voor de partner en de kinderen van het slachtoffer wat er in die nacht in de woning in Gees is gebeurd. “De slachtofferverklaringen die zijn voorgedragen maakten op indrukwekkende wijze duidelijk wat de gevolgen zijn geweest en nog steeds zijn. De verklaringen van verdachten hebben sommige vragen die leefden bij de nabestaanden beantwoord, maar lang niet alle.”

Het Gerechtshof in Leeuwarden doet op 25 juli uitspraak.