Meting OM-strafbeschikking: kwaliteit verder verbeterd

De kwaliteit van de strafbeschikkingen die het Openbaar Ministerie (OM) oplegt bij de afdoening van strafzaken, vertoont een stijgende lijn. Dat blijkt uit een interne kwaliteitsmeting. Het is de derde keer dat de interne meting naar de OM-strafbeschikking (OMSB) is verricht. Op bijna alle punten is vooruitgang geboekt. 

Het OM vindt het belangrijk om de kwaliteit van het werk blijvend te toetsen en door te ontwikkelen. Dat gebeurt op verschillende manieren. Een van de instrumenten die worden ingezet zijn collegiale metingen. Door middel van peer reviews reflecteren collega-officieren op elkaars werk: ze kijken onder meer hoe de dossiers zijn opgebouwd, hoe het met de schuldvaststelling zit en hoe de opgelegde straf zich verhoudt tot die van rechters.

Deze informatie is verrijkt met data over hoe vaak de strafbeschikking wordt uitgevaardigd, hoe rechters oordelen na verzet en hoe rechters oordelen in zaken die door het CJIB zijn teruggestuurd omdat de verdachte de straf niet heeft uitgevoerd. Het gaat om een intern kwaliteitsinstrument waarmee kritisch naar het eigen werk gekeken wordt. De meting is verricht in opdracht van het College van procureurs-generaal. De bedoeling is om van elkaar te leren en de kwaliteit te blijven ontwikkelen. 

Naast deze interne blik, is er ook extern toezicht op de toepassing van de OM-strafbeschikking. Dat gebeurt door de Procureur Generaal bij de Hoge Raad. Die heeft eerder al onderzoek gedaan naar de toepassing van de OM-strafbeschikking en aangekondigd dat volgend jaar weer te doen. Het eerste onderzoek was kritisch en mede daarom is besloten om binnen de organisatie verschillende kwaliteitsinstrumenten in te zetten om de kwaliteit te verhogen. In een later onderzoek heeft de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad verwezen naar de metingen van het OM en op grond daarvan met vertrouwen gesproken van een stijging van de kwaliteit.

“De resultaten van deze meting geven vertrouwen in de toekomst nu er sprake is van een weer verdergaande verbetering”, zegt procureur-generaal Rinus Otte. “Het is nu zaak om de bereikte kwaliteit die de samenleving, verdachten en slachtoffers van het Openbaar Ministerie mogen verwachten vast te houden.” 

Wat volgt er uit de meting? 

De kwaliteit van de schuldvaststelling is vrijwel altijd op orde 

Voor de meting is dossieronderzoek verricht, waarbij officieren van justitie gereflecteerd hebben op eerder door hun collega’s genomen beslissingen. Het aantal zaken waarin de reviewers de eerdere schuldvaststelling niet deelden en ook geen bewijs aanwezig zagen voor een ander feit was minimaal (minder dan 1%). Dit positieve beeld vindt bevestiging in het dalende percentage vrijspraken in verzetzaken en het lage percentage vrijspraken in zaken die het CJIB na een onvoltooide tenuitvoerlegging van de opgelegde straf aan het OM heeft overgedragen en waarin tot dagvaarding is overgegaan. Bij elke honderd zaken waarbij een OM-strafbeschikking is uitgevaardigd, volgt uiteindelijk in ongeveer twee zaken een vrijspraak. In vier zaken volgt een sepot na verzet. Dit is minder dan het aantal vrijspraken dat volgt in zaken die direct aan de politierechter worden voorgelegd. Dat gebeurt namelijk in acht van de honderd zaken die aan de politierechter worden voorgelegd. Het verzetspercentage is iets toegenomen maar vergelijkbaar met het appelpercentage in politierechterzaken (allebei rondom de 14%). 

De straf in de strafbeschikking en die van de rechter ontloopt elkaar niet vaak

Uit de meting blijkt dat de straf in de OM-strafbeschikking meestal gelijk aan of lager is dan de landelijk geldende rechterlijke oriëntatiepunten. Na verzet straft de rechter in het merendeel van de in de meting bekeken gevallen hoger of even hoog. Daarbij gaat het deels om voorwaardelijk opgelegde straffen.

De strafbeschikking wordt vaker ingezet

De OM-strafbeschikking wordt vaker ingezet: in 2016 werd 19 procent van alle misdrijfzaken van de arrondissementsparketten afgedaan met een OM-strafbeschikking. In de eerste acht maanden van 2019 was dat 23 procent. De OM-strafbeschikking wordt steeds meer benut voor andere straffen dan de geldboete. Denk bijvoorbeeld aan een taakstraf, rijverbod, schadevergoeding, verbeurdverklaring, etc. Het aandeel transacties (een betaling van een geldbedrag ter voorkoming van strafvervolging) daalt. 

Verbeterpunten

Uit de meting blijkt dat de doorlooptijd van het afdoen van zaken met een OM-strafbeschikking toeneemt. Ook de voorraden verdienen onverminderd aandacht. Het OM gaat verder aan de slag met het terugdringen van de doorlooptijden en voorraden, zoveel mogelijk samen met andere betrokken partijen zoals politie, opsporingsdiensten, CJIB en de rechtspraak.  

Verdere verbeterpunten hebben vooral te maken met registratie. Bijvoorbeeld: in 51 procent van de onderzochte dossiers was de motivering van de strafmaat vastgelegd. Bij de eerdere meting was dat 34 procent. Deze positieve ontwikkeling neemt niet weg dat er nog veel winst valt te behalen op dit punt. Door inzicht te geven in de afwegingen die bij de strafoplegging zijn gemaakt, zijn de beslissingen navolgbaar en wordt tijd bespaard wanneer een zaak na verzet moet worden herbeoordeeld en op zitting moet worden behandeld. 

Wat is de OMSB?

Het Openbaar Ministerie kan voor veel voorkomende strafbare feiten zelf een straf opleggen, een strafbeschikking. Het OM kan geen gevangenisstraf opleggen. Strafbare feiten waarvoor een gevangenisstraf gepast is moeten aan de rechter worden voorgelegd.  

De officier van justitie kan een strafbeschikking opleggen voor overtredingen en misdrijven waarvoor maximaal 6 jaar gevangenisstraf kan worden opgelegd. Dat zijn strafbare feiten als: eenvoudige mishandeling, winkeldiefstal, openbare dronkenschap, bedreiging, rijden onder invloed, ordeverstoring, bedelen, en vandalisme.  

De strafbeschikking kan bestaan in de vorm van een geldboete; een taakstraf t/m 180 uur; ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (tot max 6 maanden); betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer; gedragsaanwijzing (bijvoorbeeld een stadionverbod); storting van een geldsom in het schadefonds geweldsmisdrijven; onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen goederen; afstand van in beslag genomen goederen (verbeurdverklaring).

Iedere verdachte heeft het recht om in verzet te gaan en alsnog een rechterlijk oordeel te vragen. Het OM zal de verdachte altijd wijzen op het recht op rechtsbijstand als de officier van justitie voornemens is een taakstraf of maatregel op te leggen.