OM eist 14 jaar cel tegen vader van overleden baby: mishandeling ‘van buitencategorie’

Aan het korte leven van een 4 maanden oude baby uit Vught komt een einde in 2022, nadat zij zwaar mishandeld is. Het OM verdenkt de 25-jarige vader van doodslag op en mishandeling van zijn dochter. Daarnaast wordt hij ervan verdacht zijn ex-partner en zoontje mishandeld te hebben. Het OM eist veertien jaar cel tegen de man.

Op zondag 21 augustus 2022 wordt het meisje na een melding bij 112 dood aangetroffen in haar bedje. Na berichten van Veilig Thuis dat het broertje van de baby eerder onverklaarbare botbreuken heeft gehad, wordt haar dood verder onderzocht. De vader van het meisje wordt al snel als verdachte aangemerkt, wanneer duidelijk wordt dat hij die avond alleen is geweest met de baby. Wat er zich concreet heeft afgespeeld blijft ook na onderzoek onduidelijk. Het OM ziet bewijs voor de mishandeling van de baby, haar broertje en de ex-partner. Op basis van het medisch onderzoek en wat bekend is geworden over die avond, staat volgens het OM vast dat de verdachte de baby van het leven heeft beroofd. Daarvoor worden ook aanwijzingen gevonden op de telefoon van de verdachte. Het gaat onder meer om appjes en zoektermen op het internet.

'Buitencategorie'

De officier van justitie rekent het de verdachte zwaar aan dat hij zijn weerloze dochtertje heeft gedood. Zelfs voor deskundigen was het toegepaste geweld en het resultaat daarvan van de ‘buitencategorie’. Het OM vindt het extra kwalijk dat de verdachte alle betrokkenheid bij het overlijden ontkent. De officier van justitie: “De beide kinderen stonden machteloos tegenover verdachte. Zij waren beide klein, volkomen weerloos en volledig afhankelijk van degene die op dat moment voor hen moest zorgen. Dat vertrouwen heeft verdachte op grove wijze beschaamd. Tot op de dag van vandaag heeft verdachte ontkend. Hij heeft heel egoïstisch voor zichzelf gekozen: ontkennen in plaats van duidelijkheid geven. Hopend op vrijspraak. Ik vind dit verwerpelijk en meedogenloos.”

Strafeis

Door zijn jonge leeftijd en ontkennende houding, vreest het OM dat de verdachte in de toekomst opnieuw in staat zal kunnen zijn tot het plegen van een soortgelijk misdrijf. Verdachte heeft geweigerd mee te werken aan psychologisch onderzoek bij het Pieter Baan Centrum. Daarom is niet duidelijk geworden of er bijvoorbeeld relevante stoornissen zouden zijn geweest die van invloed hadden kunnen zijn op zijn handelen en die mogelijk behandeling behoeven. Gelet op de ernst van de feiten en alle feiten en omstandigheden van de zaak eist het OM veertien jaar gevangenisstraf.