Startverklaring OM bij begin strafzaak rond – in georganiseerd verband – in omloop brengen van zelfdodingsmiddel

Edelachtbaar college,

U heeft het Openbaar Ministerie de gelegenheid geboden om na de voordracht van de tenlasteleggingen een ‘startverklaring’ te houden als inleiding op deze zitting. Wij waarderen het zeer dat u het Openbaar Ministerie deze mogelijkheid biedt. Ook de verdachten krijgen straks van u de mogelijkheid om een ‘startverklaring’ te houden. Deze gang van zaken is bijzonder, want meestal wordt na de voordracht direct overgegaan op de behandeling van de feiten. 

De zaken tegen de zeven verdachten waar we de komende acht zittingsdagen over gaan spreken, zijn bijzonder en verdienen daarom zeker een aanpak die anders dan gebruikelijk is. Een zorgvuldige behandeling van deze strafzaken, van de onderzoeken Condor en voor één verdachte ook van onderzoek Helian, is belangrijk.

In de eerste plaats omdat de verdenkingen ernstig zijn: alle verdachten wordt verweten een crimineel samenwerkingsverband te hebben gevormd. Twee van hen wordt ook verweten dat zij zich meermalen hebben schuldig gemaakt aan hulp bij zelfdoding en van het overtreden van de Geneesmiddelenwet.

In de tweede plaats is een zorgvuldige behandeling van deze zaken belangrijk omdat we spreken over een zeer gevoelig onderwerp: het zelfgekozen levenseinde. Er is grote publieke belangstelling voor deze strafzaken. De betrokkenheid van burgers is groot. Sowieso rijzen er juridische, sociale, morele en ethische vragen als gesproken wordt over dit onderwerp. Het zal u niet ontgaan zijn dat er in de maatschappij al meerdere jaren een discussie gaande is over het zelfgekozen levenseinde. Sommige mensen vinden dat de overheid via wetgeving de mogelijkheden voor een zelfgekozen levenseinde zou moeten verruimen. Weer andere mensen menen dat de wetgeving over dit onderwerp al veel te ruim is. En er zijn natuurlijk ook mensen die de huidige wetgeving waarin ruimte is voor een zelfgekozen levenseinde onder bepaalde voorwaarden, graag zo willen houden.   

De maatschappelijke discussie over dit onderwerp, is zeer nuttig en belangrijk. Het gaat immers om iets heel fundamenteels: het levenseinde. Mensen mogen en kunnen via de democratische weg invloed uitoefenen op de politiek en lobbyen om de huidige wet te veranderen. Het is niet de taak van het Openbaar Ministerie om zich hierin te mengen. Het is wél de taak van het Openbaar Ministerie om op te treden wanneer mensenlevens in gevaar worden gebracht, wanneer onterechte claims worden gedaan over een zachte dood en wanneer er een systeem is ontwikkeld en in standgehouden waarbinnen doelbewust de wet wordt overtreden. Daarom staan wij hier.

We doen even een stap terug in de tijd. In maart 2018 werd de Coöperatie Laatste Wil, de CLW, door het Openbaar Ministerie gewaarschuwd om te stoppen met hun voorgenomen plan om op grote schaal aan hun leden van het zelfdodingsmiddel, Middel X, te voorzien. De CLW maakte die waarschuwing bekend aan haar leden en stopte toen ook met het plan voor de zogeheten ‘inkoopgroepen’. Maar het is duidelijk geworden dat een aantal personen, ondanks die duidelijke waarschuwing en uit een soort doorgeslagen idealisme, vervolgens toch een distributiesysteem heeft opgetuigd en in stand gelaten waarbij de zogeheten huiskamerbijeenkomsten een rol speelden bij de verspreiding van het Middel X.

Gruwelijk pijnen

Daarbij werd ten onrechte geclaimd dat het zelfdodingsmiddel tot een zachte dood leidt, wat absoluut niet zo is. Het innemen van Middel X geeft geen garantie op een vlotte en zachte dood. Niet te voorspellen valt namelijk hoe het overlijden zal verlopen na inname van Middel X. Het kan gepaard gaan met gruwelijke pijnen. Het overlijden na inname van Middel X is dan ook niet vergelijkbaar met het zorgvuldig begeleide overlijden door euthanasie door een arts, waarbij het bewustzijn van de patiënt wél eerst wordt verlaagd, alvorens het dodelijk middel wordt toegediend.

De personen die zich met de handel bezighielden bepaalden wie het Middel X wel en niet kreeg, en daarmee bepaalden zij dus wie er wel en niet mochten sterven. Door hen werd de in Nederland geldende zorgvuldige wetgeving omtrent euthanasie en hulp bij zelfdoding, volledig omzeild. Kennelijk vonden zij dat zij op de stoel van de arts konden gaan zitten. Niet dat zij ook maar iets van een medische beoordeling deden: als betaald werd, kon je het Middel X krijgen. Of je nu jong of oud was, of je nu depressief was of niet, of je ziek was of gezond, dat maakte niet uit.

De handel moest in het geheim gebeuren, men wist immers heel goed dat het strafbaar kon zijn om dit zelfdodingsmiddel te verhandelen. Het is weliswaar een legaal middel, maar het verhandelen ervan wordt een risico als het bestemd is om er zelfdoding mee te kunnen plegen. Tijdens de behandeling van de feiten zal duidelijk worden dat er verdachten zijn geweest die informatie die kon leiden tot de herkomst van het Middel X uitwisten en anderen aanspoorden om dat ook te doen. Door de geheimzinnige wijze waarop het Middel X werd verhandeld, is het meermalen voorgekomen dat er een verwijdering ontstond tussen de persoon die het middel wilde gaan gebruiken en zijn of haar familie. Dit is pijnlijk voor de nabestaanden die niet alleen hun dierbare nu missen, maar ook het afscheid hebben moeten missen. 

Distributiesysteem

Vele honderden doses van Middel X zijn verhandeld. Eén van de verdachten alleen al heeft meer dan zeshonderd doses verkocht. Onderzoek heeft uitgewezen dat er meerdere mensen zijn overleden na het gebruik van dit middel. Een zeer giftig middel, dat al dodelijk is in een kleine dosis. Een middel dat gevaar veroorzaakt voor bij voorbeeld hulpverleners die ter plaatse komen bij een stervend of reeds overleden persoon. Een middel dat zomaar in verkeerde handen kan vallen. Een middel dat gebruikt kan worden als moordmiddel. Dát Middel X werd verhandeld via een soort van distributiesysteem waar deze zeven verdachten mee te maken hadden. Een heleboel mensen zullen het nog in huis hebben liggen en er is geen enkel toezicht of controle op het gebruik ervan mogelijk, met alle risico’s van dien.

Inmiddels is duidelijk dat de drempel om suïcide te plegen door het verhandelen van het Middel X wel heel erg werd verlaagd. In het onderzoek is sprake van een overleden vrouw van begin 30 die door Middel X is gestorven. Er is een verklaring in het dossier van een man van 26 die het Middel X heeft ingenomen, vervolgens ernstig ziek is geworden en dagen op de IC heeft gelegen. Hij heeft het wonderbaarlijk genoeg overleefd. Hij verklaarde bij de politie dat hij blij is dat hij het overleefd heeft. Het verhaal van een vrouw van 28 die na inname van het middel spijt kreeg en 112 belde, maar toch overleed, heeft eerder uitgebreid in de media gestaan. In het dossier zit ook een mail die een mevrouw aan één van de verdachten heeft gestuurd, waarin zij een  zeer verdrietige ervaring deelt. Zij had het Middel X gekocht en thuis opgeborgen. Haar zoon van 43 wist waar het lag. Op een dag kwam zij thuis en trof haar zoon stervend aan. Hij had het zelfdodingsmiddel ingenomen. Hij stierf een uur nadat zij hem had gevonden.

Ook deze mensen konden dus aan het zelfdodingsmiddel komen dat via het distributiesysteem werd verkocht. Het middel kwam ook terecht bij mensen van wie de doodswens alles behalve bestendig was. Bij mensen voor wie de drempel om uit het leven te stappen wel heel erg laag werd. Middel X kwam dus, zoals sommige mensen denken, zeker niet alleen maar terecht bij oudere mensen met een voltooid leven en een weloverwogen doodswens.

Samenwerkingsverband

Onderzoek Condor werd in juni 2021 gestart naar aanleiding van een aantal concrete zelfdodingen in Gelderland en Overijssel en naar aanleiding van informatie die de zojuist genoemde 26-jarige man aan het Openbaar Ministerie had verstrekt. Bij die zelfdodingen waren er aanwijzingen dat er sprake was van inname van Middel X en dat mogelijk de CLW daarbij betrokken was. De 26-jarige man vertelde dat hij via een huiskamerbijeenkomst van CLW, het Middel X had gekocht. Het vermoeden ontstond dat er mogelijk sprake was van een aantal personen dat zich bezighield met de verkoop van Middel X. Dit was voor het Openbaar Ministerie in Oost-Nederland aanleiding om onderzoek te doen naar de wijze waarop men aan het Middel X was gekomen. Het onderzoek had als belangrijk doel het stoppen van de handel in het giftige Middel X. Handel die onder meer plaatsvond in dan wel rondom de zogeheten huiskamerbijeenkomsten.

Het onderzoek wees uit dat een aantal personen een samenwerkingsverband vormden dat het oogmerk had om misdrijven te plegen, namelijk het meermalen plegen van hulp bij zelfdoding. Iemand actief helpen om zelfdoding te plegen, is een strafbaar feit. Dat staat buiten kijf. Dit is strafbaar gesteld in artikel 294 lid 2 Wetboek van Strafrecht. Enkel onder strikte voorwaarden en uitgevoerd door een arts, is dat anders. Het Openbaar Ministerie vindt dat het deelnemen aan een samenwerkingsverband dat het meermalen plegen van hulp bij zelfdoding als oogmerk heeft, ook een strafbaar feit is. Dit is een overtreding van artikel 140 Wetboek van Strafrecht. De strafbare gedragingen betreffen niet alleen het daadwerkelijk verhandelen van dat Middel X, maar ook de gedragingen die het op één of andere manier mogelijk gemaakt hebben dat dit in een georganiseerd verband plaatsvond. De verdenking is dat alle verdachten op hun eigen manier bijdroegen aan de samenwerking om Middel X in omloop te brengen. Veel van dat Middel X ligt nog in huizen door heel Nederland. Van belang om te benoemen is dat er sprake is van concrete zelfdodingen door Middel X die te linken zijn aan dit samenwerkingsverband.

Dit verwijt, deze combinatie van de genoemde wetsartikelen, is niet eerder in een strafproces gemaakt. Het Openbaar Ministerie vindt het erg belangrijk dat deze verdachten zich voor uw rechtbank verantwoorden voor hun vermeende gedragingen. De komende zittingsdagen zal uw rechtbank zich over het verwijt gaan buigen, door de stukken van het dossier door te nemen en de verdachten hierover te bevragen. Wij zullen volgende week in ons requisitoir ons definitieve standpunt naar voren brengen. Daarin betrekken wij uiteraard alles wat de komende dagen gezegd wordt. Wij zullen met een open, kritische houding luisteren naar wat de verdachten vertellen. Het is uiteindelijk aan de rechtbank om, na de inhoudelijke behandeling ter zitting, na het requisitoir en de pleidooien, te oordelen of verdachten strafbaar hebben gehandeld.

Wij vinden het nog van belang om het volgende te benoemen. Deze strafzaak gaat over de vraag of de verdachten strafbare feiten hebben gepleegd. Daar zal uw rechtbank zich op moeten focussen en uiteindelijk over moeten beslissen. Deze zittingszaal is geen politiek podium, geen debatruimte, waarop er standpunten over het al dan niet aanpassen van de wetgeving over het zelfgekozen levenseinde worden uitgewisseld door het Openbaar Ministerie enerzijds en de verdachten anderzijds. Natuurlijk, het is begrijpelijk dat door de verdachten hun mening over dit onderwerp naar voren zal worden gebracht. Maar de focus tijdens de behandeling van de strafzaken moet echt liggen op de vraag of de verdachten strafbaar hebben gehandeld.

Waarschuwing

Wij komen tot een afronding en willen nog een drietal opmerkingen maken.

Ten eerste. De CLW heeft na de waarschuwing van het Openbaar Ministerie in 2018 in woord en geschrift afstand genomen van het plan om met de zogeheten ‘inkoopgroepen’ te starten. In het door de CLW uitgedragen beleid stond vanaf dat moment voorop dat voorkomen moest worden dat Middel X op door de CLW georganiseerde huiskamerbijeenkomsten werd verspreid. Het onderzoek leverde op dat een aantal personen een samenwerkingsverband heeft gevormd waarbinnen een distributiesysteem voor Middel X werd opgetuigd en in stand gelaten en waarbij de huiskamerbijeenkomsten een rol speelden. De omstandigheid dat bij die personen twee bestuursleden van de CLW zaten, was onvoldoende om de handelingen van dat samenwerkingsverband aan de CLW als rechtspersoon aan te rekenen. Waar we dus spreken van een samenwerkingsverband, hebben we het niet over de CLW als organisatie. De CLW wordt niet vervolgd. 

Ten tweede. Wij zijn ons er van bewust dat het impactvol is voor de verdachten dat zij zijn gedagvaard en nu gedurende meerdere dagen voor uw rechtbank moeten verschijnen. Er is voortvarend gewerkt door de politie en het Openbaar Ministerie, toch heeft het al met al geruime tijd geduurd voordat het dossier gereed was en vervolgens beoordeeld was. Dit was eind 2022 het geval. Daarna werden er nog meerdere getuigen gehoord bij de rechter-commissaris. Na afronding van de verhoren bij de rechter-commissaris in december 2023, hebben wij snel de definitieve vervolgingsbeslissingen genomen. Dat neemt niet weg dat de verdachten gedurende langere tijd in onzekerheid over hun vervolging hebben gezeten.

Tot slot willen wij het volgende opmerken. Wij weten dat er nabestaanden van personen die zelfdoding hebben gepleegd, nu in de rechtbank aanwezig zijn of via de livestreamverbinding meekijken. Wij kunnen ons voorstellen dat zij mogelijk emotioneel geraakt worden door wat er besproken wordt. Mogelijk worden er oude wonden opengehaald door deze strafzaken. Wij willen hen daarom sterkte wensen de komende tijd.

Dank u wel voor het luisteren naar onze startverklaring.