Openbaar Ministerie over aanvang hoger beroep Marengo

Vandaag is bij het gerechtshof een aanvang gemaakt met de behandeling van de strafzaak Marengo in hoger beroep. Door de advocaten-generaal is tijdens de zitting weergegeven waar het wat het Openbaar Ministerie (OM) betreft in de appèlfase om draait.

De behandeling in hoger beroep betreft in totaal 14 verdachten. Door het OM is oorspronkelijk appèl ingesteld in 12 zaken. Aangezien twee verdachten in het vonnis van de rechtbank berusten, is het hoger beroep door het OM in die twee zaken ingetrokken. Bij aanvang van de eerste zittingen in hoger beroep zijn er dus nog tien zaken waarin sprake is van appèl door het OM. In de vier overige zaken zijn alleen verdachten in hoger beroep gegaan.

De advocaten-generaal hebben benoemd, dat het OM overwegend tevreden is over de vonnissen van de rechtbank in de strafzaak Marengo. Het OM heeft onder meer hoger beroep ingesteld omdat de rechtbank een aantal verdachten gedeeltelijk heeft vrijgesproken en omdat het OM bij enkele verdachten de opgelegde straffen te laag vindt.

De advocaten-generaal zeiden vandaag hierover: “Dit strafproces geeft goed inzicht in de verschillende schakels die bij de organisatie van zo’n moord een rol spelen. De vraag rijst, welke strafmaat passend is voor de verdachten die de verschillende schakels vertegenwoordigen of zelfs alleen onderdeel zijn van de criminele organisatie met dat doel.

Net zoals de opdrachtgever, coördinator en de schutter vormen ook de chauffeur, de spotter, de leverancier van wapens, auto’s en andere middelen een onmisbare schakel voor de uitvoering van de moord.  Elke verdachte in een criminele organisatie is onderdeel van een schakel in de keten die de organisatie vormt. Daarmee is elke verdachte waardevol voor de criminele organisatie: dit is hoe organisaties doelen verwezenlijken.”

Het OM ziet het hoger beroep als de mogelijkheid voor het hof om een kaderstellend signaal af te geven dat elke bewezen betrokkene een passende straf krijgt die recht doet aan de ernst van de huiveringwekkende feiten. Ook als er bij een verdachte sprake is van een ondergeschikte rol bij de uitvoering of enkel deelname aan een criminele organisatie.