Tot 18 maanden cel geëist voor productie illegale waterpijptabak en illegale sigarettenhandel

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag tot 18 maanden onvoorwaardelijke celstraf geëist tegen twee verdachte mannen uit Groningen. Het OM verwijt beide verdachten in augustus vorig jaar in Groningen illegale (waterpijp)tabak te hebben geproduceerd en dit buiten de accijnsheffing te hebben gehouden.

Onderzoek

Het onderzoek startte na diverse meldingen door buurtbewoners in de woonplaats van verdachten van een weeïge wietlucht. In plaats van de verwachte hennepkwekerij werd door politie een illegale productielocatie van waterpijptabak aangetroffen evenals tabaksproducten die buiten de accijns werden gehouden. Ook werden merk vervalste verpakkingen aangetroffen. In totaal werd 1069 kg waterpijptabak, 64 kg rooktabak en 2825 sigaretten gevonden. Het onderzoek werd daarop overgedragen aan de FIOD. Nader onderzoek wees uit dat verdachten nog veel meer hebben geproduceerd en verkocht dan werd aangetroffen.

Eén van de twee verdachten is afgelopen weekend in Den Haag op heterdaad aangehouden toen hij illegale waterpijptabak en sigaretten verhandelde. Ook die zaak is vandaag door de rechtbank in Zwolle afgedaan.

Ernst van de feiten

Het straffen van accijnsfraude is  volgens de officier om meerdere redenen relevant.  Accijnsfraude veroorzaakt volgens hem zeer grote financiële schade doordat accijns en andere belastingen niet worden afgedragen. Maar naast financiële redenen is er ook de volksgezondheid. De Nederlandse regering ontmoedigt actief het roken van tabaksproducten. Wanneer er goedkopere sigaretten en waterpijptabak op de markt komen waarover geen belasting wordt geheven, wordt dit beleid ondermijnd en zal er meer gerookt worden. Verder blijkt uit verschillende onderzoeken dat gesmokkelde en illegaal geproduceerde sigaretten en tabak vaak gevaarlijker zijn voor de volksgezondheid dan sigaretten en tabak die via het normale circuit verkocht worden. Illegale sigaretten en tabak bevatten vaak meer schadelijke stoffen.

In deze zaak is er naast accijnsfraude ook sprake van merkvervalsing. Een deel van de aangetroffen tabak was verpakt in verpakkingen waarop het merk “Al Fakher” zichtbaar was. Hierdoor is de merkhouder onnodig in gevaar gebracht, als zou blijken dat er een extra gevaar ontstaat door het roken van deze tabak. Daarnaast wordt de consument misleid.

De officier benoemt ook dat uit verschillende studies blijkt dat deze vorm van fraude één van de meest winstgevende vormen van criminaliteit is, dat winstmarges in de vele honderden procenten kunnen lopen en dat deze marges beduidend hoger zijn dan bijvoorbeeld die bij de handel in drugs. Bij deze hoge winstmarges horen de negatieve effecten die ook bij andere vormen van vermogenscriminaliteit worden waargenomen. Denk hierbij aan cumulatie van crimineel vermogen, witwassen, corruptie en andere ondermijnende effecten die samenhangen met grote hoeveelheden crimineel geld, aldus de officier. Ook is in het verleden gebleken dat de winsten van accijnsfraude gebruikt werden om andere vormen van criminaliteit en terrorisme mee te financieren.

Strafmaat en eisen

Uit onderzoek blijkt dat een van de twee verdachten duidelijk de leider en dus de hoofdverdachte is en dat de andere (mede-)verdachte hem slechts ondersteunde.

De hoofdverdachte blijkt voortdurend en op grote schaal accijnsfraude te hebben gepleegd en uit alles blijkt dat hij hier mee door zal gaan wanneer hij weer op vrije voeten zal zijn. Hij heeft volgens de officier alle kansen gehad om zijn leven te verbeteren maar ervoor gekozen dit niet te doen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van het voorarrest vindt hij hier dan ook op zijn plaats. Tegen de (mede-) verdachte eist de officier 9 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest.

De rechtbank doet op 5 december 2019 uitspraak.