Eisen van 4,5 jaar gevangenisstraf in witwasonderzoek rond criminele erfenis

"Beide verdachten hebben zich als financieel facilitator schuldig gemaakt aan het structureel witwassen van omvangrijke geldbedragen, gericht op het verhullen van de herkomst van crimineel geld." Zo rekwireerden de officieren van justitie van het Landelijk Parket (OM) vanmiddag in een witwasonderzoek voor de rechtbank Rotterdam. Het OM eiste tegen de 58-jarige Nederlandse verdachte uit Andorra en 61-jarige Nederlandse verdachte uit Spanje gevangenisstraffen van 4,5 jaar met aftrek van het voorarrest voor het (gewoonte)witwassen van zo’n 3,5 miljoen euro tussen 14 december 2001 en 26 januari 2018.

Uit het onderzoek komt volgens het OM het beeld naar voren dat verdachten met elkaar een ingenieuze witwasconstructie hebben opgetuigd om ervoor te zorgen dat drugsgeld afkomstig van Richard Van de B. witgewassen werd en terecht zou komen bij Van de B. en/of zijn partner. Van de B. werd in 2008 in Madrid geliquideerd. Hij was voorafgaand aan zijn dood meermaals veroordeeld en verdachte in meerdere drugsonderzoeken, waaronder een onderzoek naar feiten gepleegd in Amsterdam in de periode 1999 – 2000.

De officieren van justitie vanmiddag in hun requisitoir: "De herkomst en het eigenaarschap van het geld is verhuld via een ingenieus in elkaar gedraaide constructie. Verdachten droegen wetenschap dat het geld uit misdrijf afkomstig was en kenden Van de B."

Criminelen kunnen niet zonder financieel facilitators op zo’n wijze hun geld witwassen. Witwassen vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer ernstig aan. Dat dient zwaar bestraft te worden.

Drugsgeld

Het strafrechtelijk onderzoek is een geldstromenonderzoek dat in februari 2013 is gestart naar aanleiding van een geldlening van een vennootschap uit Andorra aan een holding in Amsterdam voor de financiering van onroerend goed in Nederland. Een lening die opgevallen was omdat deze afweek van andere financieringen.

"De wijze waarop beide verdachten hebben verhuld dat Van de B. de echte geldschieter was van de lening aan de Andorrese vennootschap, maakt dat verdachten wetenschap hadden van de criminele herkomst van het geld", zo stelde het OM op zitting.

Ontnemingsvordering

Naast onvoorwaardelijke gevangenisstraffen heeft het OM ten aanzien van de ene verdachte bovendien geëist dat een stuk grond in Andorra moet worden verbeurd verklaard, aangezien deze grond is aangeschaft met geld van de lening. Daarnaast hebben de officieren van justitie het instellen van een ontnemingsvordering aangekondigd voor beide verdachten.

De rechtbank doet uitspraak op 11 december.