OM eist taakstraf en rijverbod in hoger beroep dreigende automobilist

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een taakstraf van 150 uren geëist tegen een 27-jarige Bosschenaar. Hij wordt ervan verdacht op 6 april 2019 op een parkeerterrein in Den Bosch onder invloed van lachgas een auto bestuurd te hebben en een gezin te hebben bedreigd. Naast de taakstraf vordert het OM een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 6 maanden en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar.

Zowel verdachte als de slachtoffers (vader en moeder met twee jonge kinderen) stonden die avond met hun auto op het parkeerterrein bij stadion De Vliert. Terwijl het gezin in hun geparkeerde voertuig zat om wat te eten, zou verdachte zonder enige aanleiding op hoge snelheid en volle toeren op hun auto zijn afgereden. Verdachte zou op het laatste moment geremd hebben en met slippende banden op zeer korte afstand van de auto van het gezin tot stilstand zijn gekomen. Vervolgens zou verdachte diverse keren hebben geroepen “Ik ga schieten!”. Hij zou daarbij naar ‘iets’ hebben gegrepen, maar een wapen werd later niet aangetroffen.

Uit het onderzoek blijkt dat de verdachte op de parkeerplaats voorafgaand aan de feiten lachgas had gebruikt. Op het moment dat de politie ter plaatse kwam zouden verbalisanten verdachte de inhoud van een ballon hebben zien inhaleren. In zijn voertuig werden ook diverse grote cilinders en ballonnen aangetroffen. Het OM verwijt verdachte onder invloed te hebben gereden, wetende dat het gebruik van lachgas zijn rijvaardigheid dusdanig zou kunnen verminderen dat hij niet tot het behoorlijk besturen van een auto in staat zou zijn.   

De rechtbank veroordeelde verdachte eerder ook tot een taakstraf van 150 uur (of 75 dagen vervangende hechtenis), 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden. Verdachte ging tegen die uitspraak in hoger beroep. De advocaat-generaal vorderde dus een gelijke taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf en rijontzegging. “Dit omdat verdachte moet weten dat het gebruik van lachgas in het verkeer direct betekent dat hij een periode niet aan het verkeer mag deelnemen”, aldus de advocaat-generaal.

Het hof doet (naar verwachting) uitspraak op 9 juli.