OM eist 50 miljoen euro ontneming van veroordeelde beroepscrimineel

‘Uit het dossier doemt het beeld op van een persoon die uitsluitend in zijn onderhoud voorziet door middel van illegale en criminele activiteiten; anders gezegd een beroepscrimineel,’ is te lezen in het vonnis van de rechtbank Rotterdam (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2013:9493 ). De rechtbank veroordeelde een inmiddels 50-jarige man tot 8 jaar gevangenisstraf vanwege deelname aan een criminele organisatie, die zich bezig hield met in- en uitvoer van drugs en witwassen. Vandaag stond de ontneming van het crimineel vermogen eindelijk op zitting voor de inhoudelijke behandeling. Het OM eist dat de beroepscrimineel 50.811.156,- euro aan crimineel verdiend vermogen betaalt aan de staat.

De feiten waarvoor de verdachte is veroordeeld zien op de periode 2008-2011.  In het vonnis is te lezen dat de verdachte onder andere betrokken was bij het witwassen van een half miljoen euro, voorbereidingshandelingen voor het vervoer van verdovende middelen en daarnaast kan 135 kilo cocaïne in Peru aan hem gelinkt worden. Het vonnis is onherroepelijk en vormt de basis voor de ontnemingsvordering. “Het doel van iedere ontnemingsmaatregel is dat de pleger van een strafbaar feit wordt terug gebracht in de positie die hij zou hebben gehad als hij het strafbare feit niet had gepleegd. Dat geldt voor iedere ontnemingszaak, ongeacht de omvang van de ontnemingsvordering,” zei de officier op zitting.

Berekening

Het OM heeft voor de berekening van het crimineel vermogen de uitgaven van de veroordeelde in beeld gebracht. Er zijn doorzoekingen geweest op meerdere locaties in Nederland, maar ook in Spanje in woningen van de veroordeelde en in woningen in de Verenigde Arabische Emiraten, waaruit informatie is verkregen. In Dubai werd administratie gevonden van inkomsten en uitgaven, die werden bijgehouden door de zus van de veroordeelde. De veroordeelde had een bedrijf in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), dat zich richtte op export van auto’s naar Nederland. Uit onderzoek blijkt dat het bedrijf nauwelijks auto’s uitvoerde en er werd ook amper administratie gevoerd. Dat terwijl hij en familieleden een salaris ontvingen uit het bedrijf. “Het bedrijf lijkt een vehicel van betrokkene om niet legaal verkregen gelden wit te wassen, al dan niet via auto’s,” zei de officier op zitting. Daarnaast zijn zeker 50 bankrekeningen en 14 creditcards gerelateerd aan betrokkene. Uit onderzoek is gebleken dat de veroordeelde miljoenen betaalde aan andere criminelen. Daarnaast investeerde hij miljoenen in vastgoedprojecten in Nederland, Spanje en Nicaragua. Van betrokkene is over de periode 2000 tot 2011 geen legaal inkomen of vermogen bekend. Alle geldstromen van of  in de invloedssfeer van veroordeelde worden daarom uit vermogen met onbekende herkomst gedaan.

Het OM komt alle informatie overziend op een eindvermogen van ruim 34 miljoen Euro. Hieronder is dus geld op bankrekeningen in Dubai en Zwitserland, investeringen in vastgoed, de investering in het autobedrijf in de VAE en wat investeringen in horeca in Nederland. Daar bovenop komen dan nog uitgaven uit het vermogen in die periode van ruim 16 miljoen. “Alles bij elkaar opgeteld is er is dus een vermogen aanwezig geweest van (minimaal) ruim 50 miljoen, waarvan geen legale herkomst is gevonden,” zei de officier op zitting. Het OM verzoekt de rechtbank om het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op € 50.831.156, met een betalingsverplichting van 50.811.156 euro.

De rechtbank doet 3 september 2020 uitspraak.