In hoger beroep hogere straf geeist voor doodschieten Daan Hoefs

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 12 jaar geeist tegen een 31-jarige man uit Schijndel. De man wordt er van verdachte op 25 april 2018 de 26-jarige Daan Hoefs om het leven te hebben gebracht

Die woensdagavond werd Hoefs drie keer geraakt door kogels uit het pistool van de verdachte. Het gebeurde allemaal in de Renate Rubinsteinstraat, vlakbij de woning van de verdachte, nadat het slachtoffer bij hem aan de deur was geweest.

Ruzie

De twee hadden een al langer lopende ruzie over geld en de verdachte zou al meerdere keren bedreigd en afgeperst zijn door Hoefs. Er werd meerdere keren betaald, maar de afpersing bleef volgens de verdachte doorgaan. Tijdens een confrontatie buiten pakte de verdachte die bewuste dag zijn vuurwapen en haalde drie keer de trekker over. Iets dat de advocaat-generaal (AG) hem kwalijk neemt, mede omdat het verdachte van tevoren bekend was dat Hoefs die avond aan zijn deur zou staan. “Verdachte had de politie kunnen en vooral moeten inschakelen. Hij kon hen Hoefs als het ware op een presenteerblaadje aanbieden. Inclusief een wapen als hij dat bij zich zou hebben. En waarvoor verdachte kennelijk bevreesd was”.

Moord

Anders dan het OM in eerste aanleg, waar de officier van justitie tot negen jaar gevangenisstraf voor doodslag requireerde, meent de advocaat-generaal in hoger beroep dat sprake is van voorbedachte raad. “Op basis van de verklaringen van verdachte zelf en van getuigen staat wat het OM betreft in voldoende mate vast dat verdachte ruimschoots de tijd heeft gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad”, aldus de AG in zijn requisitoir.

De rechtbank veroordeelde verdachte in eerste aanleg tot moord en legde aan verdachte een gevangenisstraf van zes jaar op. Het OM meent dat die straf het resultaat is van een moeilijke afweging maar dat de rechtbank met het vonnis onvoldoende uitdrukking heeft gegeven aan hetgeen verdachte te verwijten valt.

Het hof doet uitspraak op 21 september.