‘Gevangenisstraf geëist tegen man en vrouw die overheid gebruikten als bank waar je geld kon pinnen’

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank in Rotterdam een gevangenisstraf van 12 maanden geëist tegen een 52-jarige man uit Zwijndrecht. Zijn 36-jarige vrouw hoorde een werkstraf van 240 uur en voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden tegen zich eisen. Het OM verwijt het echtpaar fraude met overheidsgelden zoals kinderopvangtoeslag en uitkeringen. “Ze hadden een levensstijl die werd bekostigd door de overheid te gebruiken als bank,” zei de officier op zitting.

Het echtpaar diende volgens het OM aanvragen voor of wijzigingen van kinderopvangtoeslag in, die niet waren gebaseerd op de werkelijkheid. Uit onderzoek door de FIOD zou blijken dat hun kinderen helemaal geen kinderopvangtoeslag genoten of het aantal uren klopte niet. Daarnaast vroegen ze kinderopvangtoeslag aan terwijl de kinderen naar een gratis peuterspeelzaal gingen. Ook deed het echtpaar volgens het OM onjuiste aangiften inkomstenbelasting. Het komt erop neer dat het inkomen willens en wetens te laag zou zijn opgegeven. Inkomsten uit de eigen onderneming zouden bewust zijn weggelaten. Er zou zijn opgevoerd dat hypotheekrente zou worden betaald, terwijl verdachten in een huurwoning woonden. Tot slot genoot de mannelijke verdachte een uitkering op grond van de WIA. De inkomsten uit zijn eenmanszaak verzweeg hij voor het UWV, aldus het OM.

Ernstige feiten

Het Openbaar Ministerie vindt stelselmatigheid van de fraude ernstig: “Toeslagen en uitkeringen worden uit de algemene middelen betaald. Dat betekent dat iedere belastingbetaler er aan mee betaalt. Misbruik van toeslagen en uitkeringen roepen daarom veel boosheid op en knaagt uiteindelijk aan de bereidheid om mee te betalen,” zei de officier op zitting.

Het OM heeft berekend dat de staat door de fraude is benadeeld voor meer dan 200.000 euro. “Bijna zes modale jaarinkomens,” zei de officier op zitting.  Hij vindt een gevangenisstraf van 12 maanden –waarvan 3 maanden voorwaardelijk-  passend. “Zeker omdat verdachte nog niet begonnen is met het af betalen van zijn schuld bij het UWV. Het voorwaardelijke deel is bedoeld om verdachte te behoeden voor het nogmaals misbruiken van overheidsregelingen om zijn schulden te betalen.” Voor de vrouw, die inmiddels is begonnen met het afbetalen van de schulden, acht het OM een werkstraf van 240 uur op de plaats en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.