Gevangenisstraffen tot 3 jaar geëist vanwege faillissementsfraude en belastingfraude in georganiseerd verband

“Het betreft in deze zaak een welbewust structureel uitgevoerde belastingfraude waarbij 2 verdachten op grote schaal schilders inzetten. Verdachten betaalden hierover nauwelijks belasting en wasten de opbrengsten vervolgens wit.De hoofdverdachte trok daarnaast volgens het Openbaar Ministerie (OM) in het zicht van faillissement 3 bedrijven leeg en ook die inkomsten werden door hem witgewassen. Het OM eiste vandaag in de rechtbank in Rotterdam gevangenisstraf van 3 jaar en een bestuursverbod voor de duur van 5 jaar tegen de hoofdverdachte achter deze stelselmatige fraude. Tegen de medeverdachte van de belastingfraude eiste het Openbaar Ministerie 1 jaar gevangenisstraf

Het onderzoek door de FIOD begon naar aanleiding van anonieme meldingen en bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek naar faillissementsfraude bij een Schildersbedrijf uit Gouda, waarvoor de hoofdverdachte ook al veroordeeld is. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat hij als ‘adviseur’ betrokken was bij het opzetten van een constructie die heeft geleid tot het faillissement van dit bedrijf met een grote belastingschuld. Uit nader onderzoek bleek de hoofdverdachte van 67 jaar uit Gouda bij minstens negen faillissementen vanaf 2011 naar voren te komen als aandeelhouder, bestuurder, adviseur of in een andere rol.  Zijn rechterhand was een 63-jarige man uit Papendrecht.

‘Schuldeisers met lege handen’

“Belasting betalen is dom vond de hoofdverdachte,” zei de officier op zitting. Hij liet samen met de medeverdachte schilders werken bij opdrachtgevers zoals bouwbedrijven of een dierentuin, maar hij droeg stelselmatig geen loonbelasting of sociale premies af. Bij andere bedrijven, actief in de bouw, liet hij de schulden oplopen, trok de bedrijven in het zicht van het faillissement leeg en maakte een doorstart met een nieuw bedrijf. De schuldeisers hadden na het faillissement het nakijken. De bedrijven die failliet gingen lieten ieder voor tonnen euro’s aan schulden achter, met name aan de belastingdienst (loonheffingen) en het UWV (sociale premies). De bedrijven stonden steeds op naam van katvangers.

Ernst van de fraude

Faillissementsfraude ondermijnt het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen en brengt de maatschappij schade toe. Daarom is de aanpak van faillissementsfraude van groot belang, zei de officier op zitting: “Zeker in zaken zoals deze, waarin sprake is van een structureel verband en geraffineerde constructies. Hetzelfde geldt voor de belastingfraude in deze zaak. Ook daarvoor geldt dat er sprake is van een structureel verband en listige constructies met maar een doel: geen belasting betalen. ”

De rol van de twee verdachten bij de vele faillissementen en de belastingfraude laat volgens het OM zien dat het hele verdienmodel van verdachten erop gebaseerd was om zich ten koste van crediteuren en vooral de Belastingdienst en pensioenfondsen te verrijken. “Door deze fraude is met name de Staat benadeeld voor een aanzienlijk bedrag aan gemiste belastinginkomsten, zei de officier op zitting. Daarnaast hebben verdachten zich volgens het OM schuldig gemaakt aan witwassen: “Het effect van witwassen is dat normale deelnemers aan het economische verkeer besmet raken met misdaadgeld. Hierdoor kan het normale functioneren van die deelnemers en van de economische markt worden bedreigd.”

Bestuursverbod

De officier eiste tegen de hoofdverdachte een gevangenisstraf van 3 jaar en een bestuursverbod: “Iemand met een dusdanig slecht afgesteld moreel kompas moet verboden worden om nog als bestuurder op te treden. Hoe hardleers de verdachte is? Of hij met katvangers of UBO’s dat verbod zal proberen te omzeilen? Dat zal de tijd moeten leren.”  Tegen de medeverdachte eiste het OM een gevangenisstraf van een jaar.  Tevens kondigde zij een ontnemingsvordering aan tegen beide verdachten.

De zitting gaat donderdag verder in de rechtbank in Rotterdam. Na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting maakt de rechtbank bekend wanneer zij uitspraak doet.