Eis OM in hoger beroep: 20 jaar cel voor het medeplegen van de moord op Tjeerd van Seggeren

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van twintig jaar geëist tegen een 36-jarige vrouw. Zij wordt verdacht van het samen met een ander plegen van een moord op haar toen 37-jarige echtgenoot Tjeerd van Seggeren.

Het slachtoffer wordt op 9 juli 2017 na een bezoek aan een festival in De Westereen dood gevonden in een weiland aan de plaatselijke Buterwei. Onderzoek wijst uit dat hij met geweld om het leven is gebracht. Een moordwapen is nooit gevonden. Wel is zodanig uitgebreid onderzoek gedaan naar alle mogelijke scenario’s, dat in de ogen van de politie en het OM maar een mogelijkheid overeind blijft.

Oom van de verdachte

Op 11 juli 2019 veroordeelt de rechtbank in Leeuwarden de uit Duitsland afkomstige vrouw tot een gevangenisstraf van 20 jaar. Een straf overeenkomstig de eis van de officier van justitie. De verdachte gaat in hoger beroep.

In het hoger beroep zijn vijf getuigen gehoord. Ook is de verdachte in het Pieter Baan Centrum onderzocht en heeft er op 20 oktober jl. een schouw plaatsgevonden op en nabij de plek waar het slachtoffer is gevonden. Eveneens is een brief ingebracht die vermoedelijk is geschreven door een dit jaar overleden Duitse man; de oom van de verdachte. Daarnaast is een melding van de Duitse politie ter sprake gekomen. In die melding zegt iemand benaderd te zijn voor een waarschijnlijk criminele klus. De melding is gedaan door de broer van de vermoedelijke briefschrijver.

Verschil in postuur

Net als de officier van justitie komt de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), in deze zaak tot een andere conclusie dan de rechtbank. Na een uitgebreide bestudering van het zeer lijvige dossier concludeert de AG dat de verdachte samen met iemand anders Tjeerd van Seggeren moet hebben vermoord. “Ik merk daarbij op dat de rechtbank in de overwegingen om te komen tot de conclusie dat verdachte Tjeerd heeft omgebracht, geen enkel woord heeft gewijd aan de verschillen in postuur en de (on)waarschijnlijkheid dat verdachte inderdaad in staat was of moest worden geacht om met het moordwapen (een ijzeren staaf, red.) Tjeerd het dodelijke letsel toe te brengen.”

Twee verdachte personen

De verdachte ontkent enig aandeel in de moord. Echter, op basis van al het verzamelde bewijsmateriaal kan het volgens de AG niet anders dat de verdachte samen met de inmiddels overleden broer van haar vader de moord heeft gepleegd. Waarbij de verdachte haar man in het weiland heeft opgewacht. Dat blijkt volgens het OM uit alle aanwezige telecomgegevens en de gevonden sporen in de auto van de verdachte. Ook eerdere verklaringen van de verdachte, de moeder van haar en die van de inmiddels overleden man dragen niet bij aan hun onschuld. Daarnaast heeft een getuige op die avond twee verdachte personen zien lopen nabij de plek waar het slachtoffer gevonden is.

Wraak en geldelijk gewin

De AG vermoedt dat naast wraak, verdachte en slachtoffer hadden geen goed huwelijk, geldelijk gewin het motief is geweest voor het ombrengen van de vermogende Van Seggeren. “Dit betekent namelijk dat verdachte een groot belang heeft om de waarheid te verdoezelen. Niet alleen tegenover de notaris of de verzekerings­maatschappij, maar ook tegenover haar schoonfamilie en de vrienden en kennissen van Tjeerd. Zij had ervoor kunnen kiezen om na lezing van het vonnis van de rechtbank te zeggen: ik heb gegokt en ik heb verloren, ik leg mij erbij neer. Dit zou ook in het belang van de kinderen zijn. Maar nee, tegen beter weten in, blijft zij volhouden onschuldig te zijn.”

Na afloop van de behandeling ter terechtzitting zal het gerechtshof in Leeuwarden de datum voor de uitspraak bepalen.

Vergroot afbeelding
Beeld: Ressortsparket
Gerechtshof Leeuwarden