OM wil in hoger beroep hogere straffen voor daders schietpartij in Geleen

Het Openbaar Ministerie heeft in hoger beroep gevangenisstraffen van tien jaar en negen jaar geëist tegen een 38-jarige man uit Geleen en een 31-jarige man uit Eindhoven.

Doodgeschoten

De twee worden verdacht van het om het leven brengen van een 34-jarige man uit Geleen en van het neerschieten van diens vriendin. De 38-jarige verdachte zou daarbij het slachtoffer hebben doodgeschoten. Ook heeft hij diens vriendin met een kogel in haar been geraakt. De 31-jarige medeverdachte spoorde volgens het OM hem met de woorden “schiet dan jongen” daartoe aan. De 31-jarige Eindhovenaar sloeg daarnaast ook nog met een honkbalknuppel in de richting van beide slachtoffers.

Fatale geweldspiraal

Beide verdachten zijn op 28 mei 2019 veroordeeld door de rechtbank Limburg. De vermoedelijke schutter krijgt dan een gevangenisstraf van acht jaar, de andere verdachte zes jaar. Beide verdachten en het OM gaan in hoger beroep. Het OM is het niet eens met de hoogte van de straf.Op de noodlottige avond is veel vooraf gegaan aan de uiteindelijke schietpartij.

Volgens de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), is de vermoedelijke schutter verantwoordelijk voor het startsein van het geweld. Hij vond dat zijn benedenburen, de slachtoffers, geluidsoverlast veroorzaakten. “Daarom stak hij een vuurwerkbom af op de vensterbank van de woning van de slachtoffers”, aldus de AG in haar requisitoir. “Daarmee wordt het startsein gegeven voor een enorme en uiteindelijk fatale geweldspiraal.“

“Merkwaardigerwijs hebben zij op geen enkel moment overwogen de politie te bellen, maar ervoor gekozen om bewapend de strijd aan te gaan met de benedenburen.

Geen noodweer

De verdachten doen een beroep op noodweer, omdat er ook geweld is gebruikt door de slachtoffers. Zo is er onder meer door hen met messen gedreigd en gegooid. Een beroep op noodweer gaat niet op als verdachten zich aan een situatie hadden kunnen en moeten onttrekken. Ook moet er sprake zijn van verdedigend gedrag door de verdachten.

Volgens de AG is er geen sprake van noodweer. Er is immers eerder sprake van overwegend aanvallend gedrag van de verdachten. “Merkwaardigerwijs hebben zij op geen enkel moment overwogen de politie te bellen, maar ervoor gekozen om bewapend de strijd aan te gaan met de benedenburen. Naar de uiterlijke verschijningsvorm gaan ze zelfverzekerd en welbewust de te verwachten confrontatie met de benedenburen aan. Het gedrag moet naar de kern bezien dan ook als aanvallend worden aangemerkt."

Wijziging standpunt

In hoger beroep is het standpunt van het OM wel enigszins gewijzigd. De officier van justitie had voor de rechtbank tegen beide verdachten veertien jaar geëist. De AG vindt dat er een verschil moet zijn in de hoogte van de gevangenisstraf voor beiden. Niet vanwege hun aandeel in de schietpartij, wel om een andere reden. “De vermoedelijke schutter is de geweldspiraal gestart. Daarnaast kan bewezen worden dat hij een vuurwapen en munitie in bezit had.”

De AG spreekt van een tragisch verlies voor de nabestaanden.

Het gerechtshof in Den Bosch doet over twee weken uitspraak.