Limburgse OV-fraudezaak: OM trekt hoger beroep in

Het Openbaar Ministerie heeft besloten het hoger beroep in te trekken in een fraudezaak tegen de NS Groep, vijf voormalige bestuurders van vervoersbedrijven en een directeur van een adviesbureau. Zij werden verdacht van fraude bij het binnenhalen van een OV-concessie in Limburg.

Eerder sprak de rechtbank in Den Bosch betrokken personen en organisaties vrij. Het OM had in deze zaak tot twaalf maanden gevangenisstraf geƫist en een forse boete.

Het OM vond dat er onder meer sprake was valsheid in geschrift en omkoping. Dit omdat de NS voor de buitenwereld probeerde te verbergen dat het een adviseur inhuurde via een niet geoorloofde omweg. Immers, de betreffende man werkte in het verleden voor een concurrent en was gebonden aan een non-concurrentiebeding. Als de concessie binnen zou zijn, zou volgens het OM deze man een baan krijgen binnen de NS.

De rechtbank zag, in tegenstelling tot het OM, binnen het strafrecht geen mogelijkheid deze gang van zaken te sanctioneren. Strafbaar handelen kon in de ogen van de rechters niet bewezen worden.

Overigens heeft de NS in deze zaak een eigen onderzoek gedaan. Op grond daarvan is een aantal bestuurders ontslagen of op non-actief gezet.

De twee aanklagers in hoger beroep, de advocaten-generaal, hebben uitgebreid gekeken naar deze ingewikkelde zaak. Met inachtneming van alle feiten en omstandigheden trekken zij de conclusie dat een procedure in hoger beroep uiteindelijk niet de weg is die het OM moet gaan bewandelen.

Dit omdat de feiten waarvan de meeste mannen worden verdacht niet bewijsbaar worden geacht. Daarnaast is het zo dat betrokkenen, op basis van hun handelen en hun positie, al zodanige gevolgen hebben ondervonden dat het doorzetten van het hoger beroep niet opportuun is.