36 maanden cel en beroepsverbod geëist voor grootschalige oplichting

Vandaag werd bij de rechtbank in Amsterdam een beleggingsfraude zaak behandeld. Eén van die zaken waarbij beleggers met lege handen staan. Het Openbaar Ministerie (OM) treedt hier tegen op omdat beleggingsfraude vele slachtoffers kent. Mensen die nietsvermoedend hun geld aan fraudeurs toevertrouwen en hier niets meer van terugzien. Maar ook omdat beleggingsfraude het vertrouwen in de financiële markten ondermijnt. De fraudeurs presenteren zich naar de buitenwereld als nette zakenlieden met vennootschappen, prospectussen en jaarrekeningen. De afgelopen jaren heeft het OM vele beleggingsfraudezaken aangebracht bij rechtbanken in het hele land. De zaak van vandaag is daar één van en zal zeker niet de laatste zijn. 

Het betrof een verdachte die middels zijn bedrijf een grote hoeveelheid geld middels obligatieleningen en onderhandse of kortlopende leningen heeft aangetrokken van diverse particulieren. De inleggers werd op deze wijze in totaal een bedrag van een ruim 7,2 miljoen euro afhandig gemaakt. Deze gelden zouden door verdachte worden geïnvesteerd in Duits Vastgoed. Volgens het OM is een groot deel van deze gelden niet geïnvesteerd, maar door verdachte gebruikt om financiële gaten binnen zijn bedrijf en privé situatie te dichten.

Fraudemeldpunt en Tros Opgelicht

Aanleiding voor het onderzoek waren diverse meldingen bij het fraudemeldpunt van de FIOD evenals een oproep van het televisieprogramma Tros Opgelicht waarna vele gedupeerden aangifte deden van oplichting en/of verduistering door verdachte en zijn bedrijf. Uit de aangiftes van de gedupeerden komt het beeld naar voren dat verdachte een vertrouwensrelatie met hen had, gebaseerd op het feit dat verdachte in het verleden actief was als verzekeringsadviseur en belastingconsulent vanuit zijn toenmalige eenmanszaak.

Vastgoed in Duitsland

Verdachte heeft zich met zijn bedrijf, prospectussen, websites, en brochures voorgedaan als bonafide partij. Door verdachte werd via het uitgeven van (obligatie)leningen geld binnengehaald. Met dit geld zouden oude panden in Duitsland worden aangekocht, gerenoveerd en vervolgens met winst worden verkocht dan wel verhuurd. Van de verkoopprijs/verhuuropbrengsten zou de inleg en beloofde rente worden terugbetaald. Verdachte zou de aankoop vanuit zijn bedrijf niet zelf doen, maar dit laten doen via bedrijven in Duitsland.

Volgens de officier heeft verdachte alle inleggers opgelicht. Dat het geld door verdachte anders werd besteed, werd weggesluisd, daarover is niet met inleggers gecommuniceerd. “Sterker nog, inleggers dachten dat hun geld werd geïnvesteerd in vastgoed. Verdachte heeft beleggers bewust in het duister gehouden over wat er daadwerkelijk aan de hand was. Beleggers waren ook niet bekend met het feit dat met hun inleg andere inleggers werden terugbetaald. Onder die omstandigheden konden beleggers zich nog niet opgelicht voelen, terwijl het geld wel weg was. “, aldus de officier.

Door het ingelegde geld niet te besteden zoals beloofd, het direct (door)storten naar privé dan wel de bedragen toch over te boeken,  zonder enige rechtsgrond, naar andere rekeningen, heeft verdachte als heer en meester over de gelden beschikt en is volgens de officier sprake geweest van wederrechtelijke toe-eigening.

Strafeis

Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden en een beroepsverbod (aanbieder van beleggingsproducten) voor de duur van 5 jaar plus de duur van de opgelegde gevangenisstraf is hier volgens de officier op zijn plaats.

Schadevergoeding slachtoffers

Voor zover kon worden nagegaan zijn 107 mensen slachtoffer geworden van deze grootschalige oplichting. Het ingelegde geld werd anders besteed dan beloofd. De gedupeerden blijven zitten met tonnen of tienduizenden euro's schade en gevoelens van schaamte. Uitgangspunt van het OM is dat deze schade aan de beleggers door verdachte moet worden vergoed.

De rechtbank doet op 28 december a.s. uitspraak.