Tot twaalf jaar cel geëist voor poging moord op advocate in Zoetermeer

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep gevangenisstraffen van twaalf en tien jaar geëist tegen twee verdachten uit Amsterdam. Zij worden verdacht van het op 26 september 2017 medeplegen van een poging moord. Op die dag  is een advocate met een stanleymes in haar gezicht gestoken. Dit gebeurt op haar kantoor in Zoetermeer. Daarbij raakt zij ernstig gewond, waardoor zij haar werk als togadrager moet opgeven.

Aanslag op de rechtsstaat

De advocaat-generaal (AG), de aanklager in hoger beroep, spreekt in zijn betoog over een aanslag op de rechtsstaat. “Ik besef dat dit hoogdravende woorden zijn. Maar we zijn inmiddels helaas vaker geconfronteerd met deze vormen van geweld. Het is geen uitzondering meer.”

De rechtbank in Den Haag veroordeelt de beide mannen voor een poging tot moord op 28 juni 2019 tot gevangenisstraffen van acht jaar en drie maanden en acht jaar. De verdachten gaan tegen dat vonnis in hoger beroep, het OM niet.

Stanleymes

Op de noodlottige dag heeft de advocate een afspraak met een man die zegt te willen praten over zijn echtscheiding. Tijdens het gesprek haalt hij plotseling een stanleymes tevoorschijn en steekt hij drie keer op de vrouw in. Daarbij raakt hij ook een slagader. Wie deze man is blijft onduidelijk.

Volgens de AG is er wel voldoende bewijs dat de beide verdachten betrokken zijn bij deze aanslag. Dat blijkt onder meer uit een verklaring van één van hen en uit het nagaan van de telefoongegevens. “Bovendien kennen ze elkaar, trekken ze samen op, zijn ze allebei in Zoetermeer en gaan ze wonderbaarlijk hetzelfde gekleed. (…) Daarnaast zijn beide verdachten zeer kort na elkaar terug naar Amsterdam gereisd.”

Poging moord

Eén van de verdachten heeft verklaard dat hen geld in het vooruitzicht is gesteld. “Er was dus kennelijk een beloning, men heeft een afspraak gemaakt en is gezamenlijk op pad gegaan. Er zijn kennelijk ook speciaal telefoons aangeschaft voor deze actie. Er is dus sprake van een plan en dus van voorbedachte rade. Er is sprake van poging moord.”

De strafeis sluit aan bij de eerdere eis van de officier van justitie. Een hoge eis, omdat het een buitengewoon ernstig strafbaar feit betreft. Dat tegen de ene verdachte een langere gevangenisstraf is geëist komt omdat hem het voorhanden hebben van een wapen wordt verweten. Daarnaast heeft hij een ernstig strafblad.

In de kou laten staan

Tot slot. Volgens de AG is iemand met een publieke taak ernstig aangevallen. Ook daarom vindt hij een forse straf op zijn plaats. “En waarom deden ze het? Dat is natuurlijk het treurige. We weten dat niet. Omdat verdachten ervoor kiezen niet te willen verklaren en welbewust het slachtoffer in de kou laat staan. Die nu dagelijks over hun schouder kijkt en schrikt van ieder onverwacht geluid of persoon die achter hun loopt.”