Gevangenisstraf vanwege overtreden behoorlijk werkgeverschap

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in de rechtbank in gevangenisstraffen tot 22 maanden geëist tegen twee mannen die een wasserij in Amsterdam bestierden. Het OM verwijt hen arbeidsuiting. Volgens het OM hebben de verdachten, een 42-jarige uit Amsterdam en 52-jarige man uit Leiden, hun werknemers een naar Nederlandse maatstaven zeer lage beloning gegeven en onder slechte en ongezonde omstandigheden arbeid laten verrichten. De officier: “Op zich niet meteen alle ingrediënten om te komen tot het bewijs voor arbeidsuitbuiting. Maar er speelde in deze zaak meer namelijk dat de grenzen van behoorlijk werkgeverschap zijn overtreden. Het is een cumulatie van misstanden die deze zaak beneden de grens van slecht werkgeverschap hebben getrokken.” 

Start onderzoek

Het onderzoek door Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW) startte nadat beide verdachten in een reeds lopend onderzoek in beeld kwamen. De 42-jarige verdachte was geen onbekende van ISZW, want bij twee eerdere onderzoeken was hij ook in beeld en leidde tot een veroordeling voor o.a. mensenhandel. De heren runden samen een wasserij. Deze 42-jarige man was de eigenaar van de wasserij. De 52-jarige verdachte zwaaide volgens de officier echter de scepter op de werkvloer en het was vooral zijn handelen die de slachtoffers zo onder druk zette. Handelen waarvoor zijn baas medeverantwoordelijk zou zijn. 

Werkomstandigheden

De officier vond dat er misbruik was gemaakt van de werknemers in de wasserij dat niet meer gesproken kan worden van slecht werkgeverschap: “We hebben hier te maken met een zodanige opeenstapeling van misstanden dat sprake is van een exces en derhalve van mensenhandel.” Volgens de officier waren de temperaturen in de wasserij hoog en de nachtelijke uren van rust kort. De werknemers zouden lange werkdagen maken en sliepen in de wasserij waar nauwelijks privacy en voldoende leefruimte was en de persoonlijk voorzieningen gering waren. Er zouden zelfs ratten door het bedrijf lopen. Daarnaast vond het OM dat de werkomstandigheden gevaarlijk waren. Uit een opgemaakt Arbo-rapport zou blijken dat de arbeidsplaats door de werknemers niet veilig konden betreden of verlaten, stroomkabels zouden vrij toegankelijk zijn, de nooddeur was gebarricadeerd, de keuring van een heftruck was verlopen en er zou tot slot sprake zijn van beknellingsgevaar en slip- en wegglijdgevaar. Vermoedelijk werd er met chemische stoffen en hete machines, maar de werknemers kregen geen beschermende kleding. 

Dubbeltje op de eerste rang

Uit het dossier zou volgens de officier blijken dat de verdachten maar een doel hadden: zo veel mogelijk omzet draaien voor zo weinig mogelijk kosten. “Dat de werknemers ook niet allemaal fiscaal zijn verantwoord en voor te weinig uren is ook veelzeggend. Alles was gericht op het buiten zicht van de overheid voor een dubbeltje op eerste rang zitten ten koste van het personeel.”, aldus de officier. Door de vele uren die het personeel moest werken en het loon dat niet werd uitbetaald, bleef het personeel in de wasserij slapen. Het personeel ontving volgens het OM een lage beloning voor het werk dat zij verrichtten en werkten onder ongezonde omstandigheden. Het loon werd niet volledig uitbetaald door de betrokkenen en hen werd vermoedelijk voorgehouden dat het verlate loon alsnog zou worden uitbetaald. Vanwege de hoop op het alsnog uitbetalen van het loon, bleven de werknemers vermoedelijk in de wasserij werken. Vakantiegelden en salarisstroken hadden ze volgens de officier niet ontvangen van verdachten. De arbeidscontracten zouden in een voor hen niet begrijpelijk taal (Nederlands) opgesteld.

Ernst van de feiten

Arbeidsuitbuiting is een zeer ernstig feit: het staat niet voor niets in de titel ‘misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid’ en de straf is navenant: 12 jaar staat erop. Arbeidsuitbuiting is iets wat ons allemaal aangaat en wat we allemaal erg moeten vinden. “De verdachten wisten dat ze werkten met arbeiders die de Nederlandse taal niet machtig waren en zich veel minder goed konden verzetten tegen deze werkomstandigheden dan Nederlands sprekende werknemers die de loketten daarvoor beter weten te bereiken. Ik reken de verdachten dat zwaar aan.”

Strafeis

De officier van justitie verweet de verdachten concurrentievervalsing: “Structureel werden regels niet nageleefd en geen of te weinig lonen uitbetaald en premies niet afgedragen. Door deze handelwijze konden ze onder de prijs werken.” Branchegenoten, wasserijen en stomerijen die wel conform de regels werken hebben volgens het OM aanzienlijk hogere loonkosten die betaald moeten worden. “En kosten om hun werknemers in een veilige werkomgeving te laten werken, inclusief beschermende kleding en machines die aan de voorgeschreven periodieke keuring worden onderworpen. Ik neem het de verdachten ernstig kwalijk dat zij het hiermee voor alle bedrijven die het wel netjes willen doen het onmogelijk hebben gemaakt te concurreren.” zei de officier op zitting. Ze vond een gevangenisstraf van 22 maanden tegen de 42-jarige verdachte op de plaats. Tegen de 52-jarige man eiste de officier gevangenisstraf van 18 maanden.  
 
De rechtbank doet op 28 september uitspraak.