OM eist geldboetes en taakstraffen tegen twee bedrijven en hun bestuurders vanwege illegale import van hout uit Myanmar

Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt drie feitelijk leidinggevenden van de bedrijven DMPT, Mercura en Fairwind, in leeftijd variërend van 56 jaar tot 67 jaar, het op de markt brengen van hoogwaardig teakhout en het daarmee overtreden van de Europese Houtverordening. Ook vervolgt het OM twee (DMPT en Mercura) van de drie ondernemingen voor dit feit. Volgens het OM hebben de bedrijven en verdachten niet voldaan aan de vereiste zorgvuldigheidsbeginselen waarmee voorkomen moet worden dat illegaal gekapt hout op de markt komt. In totaal is er meer dan 178.2517 kubieke meter teakhout geïmporteerd met een waarde van ruim 2,5 miljoen. Het OM eiste woensdag 12 oktober voor de rechtbank in Amsterdam een geldboete van 100.000 euro waarvan 50.000 euro voorwaardelijk tegen de betrokken bedrijven en een taakstraf van 240 uur tegen de verdachten.

Eerdere waarschuwing

Al eerder, in 2018, legde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een last onder dwangsom op aan een van de bedrijven omdat zij niet voldeed aan het stelsel van zorgvuldigheidseisen. Vanwege de politieke situatie in Myanmar is het nagenoeg onmogelijk om bij het importeren van teakhout uit dit land te voldoen aan dit zorgvuldigheidsbeginsel. Dit is het standpunt van de Expert Group, een deskundigengroep die de Europese Commissie adviseert over beleid.

Werkwijze van de betrokken bedrijven

Volgens het OM hebben de bedrijven en feitelijk leidinggevenden, om het Nederlandse toezicht te ontwijken, het teakhout via een speciaal daarvoor opgezet bedrijf in Tsjechië de Europese Unie (EU) ingevoerd. In totaal gaat het om 7 partijen teakhout die geïmporteerd zijn. Het bedrijf DMPT B.V. reisde af naar Myanmar om de teakhouten planken te kiezen die naar Europa moesten worden vervoerd en zorgde het bedrijf Mercura Trade & Services Europe B.V. voor het transport. Het derde betrokken bedrijf, Fairwind Trading sro, diende als administratief front om het toezicht van de NVWA te omzeilen, zo luidt de verdenking. Op de zitting kwam naar voren dat de verdachten deze constructie hebben opgezet om de invoer van teakhout uit Myanmar toch mogelijk te maken vanwege de specifieke kwaliteiten van dit hout. Dit hout is bij uitstek geschikt en gewild in de hoogwaardige jachtbouw vanwege de specifieke kwaliteiten van het hout. Deze handelingen vonden plaats in de periode van januari 2018 tot en met 3 december 2019.

Illegale houtkap bedreigt de biodiversiteit en ondermijnt duurzaam bosbeheer

Uit het requisitoir van de officier van justitie: “Bossen bieden een grote variëteit aan ecologische, economische en sociale voordelen die van essentieel belang zijn voor de mensheid, zoals handhaving van de biodiversiteit en de functies van het ecosysteem en bescherming van het klimaatsysteem. Als gevolg van de wereldwijde, groeiende vraag naar hout en de institutionele en bestuurlijke tekortkomingen die kenmerkend zijn voor de bosbouwsector in een aantal hout producerende landen, krijgen de illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel een steeds verontrustender karakter. Illegale houtkap is een zeer ernstig probleem van groot internationaal belang. Het vormt een belangrijke bedreiging voor de bossen, want het draagt bij tot de ontbossing en aantasting van de bossen, die verantwoordelijk zijn voor 20% van de wereldwijde CO2-emissies. Illegale houtkap bedreigt de biodiversiteit en ondermijnt duurzaam bosbeheer en duurzame bosontwikkeling, met inbegrip van de commerciële levensvatbaarheid van marktdeelnemers die volgens de geldende wetgeving opereren. Het draagt ook bij tot woestijnvorming en bodemerosie en kan extreme weersomstandigheden en overstromingen verergeren. Bovendien heeft illegale houtkap ook sociale, politieke en economische implicaties die vaak de ontwikkeling van goed bestuur ondermijnen, en een bedreiging vormen voor lokale gemeenschappen die voor hun overleven van het bos afhankelijk zijn, en kan het in verband worden gebracht met gewapende conflicten.”

De officier van justitie neemt daarom als uitgangspunt dat een gevangenisstraf van 6 maanden een passende straf is, maar kiest er in deze specifieke situatie voor om een taakstraf van 240 uur te eisen. De aanpassing van de eis is in deze zaak gelegen in de tijd dat het onderzoek in beslag heeft genomen sinds de aanvang van het onderzoek en de persoonlijke omstandigheden van alle drie de verdachten.

De aanpak van illegale houtkap

Vanuit de aanpak en bestrijding van milieucriminaliteit zet het OM de komende jaren meer in op opsporing en strafrechtelijke vervolging als het gaat om illegaal hout. Uitgangspunt is het voorkomen van ontbossing en de daarmee alsmaar toenemende druk op het milieu. Dat speelt mee in de overweging van het OM om in de toekomst vervolging te gaan intensiveren.

Door illegale houtkap lopen de bossen gevaar. Ontbossing leidt tot klimaatproblemen en uitbuiting van lokale bewoners. Ook zorgt illegale houthandel voor een systeem van ondermijnende criminaliteit in zowel de landen waar gekapt wordt, als hier. Om dit tegen te gaan, moeten houthandelaren aantonen dat zij zorgvuldig zijn geweest bij de aankoop en invoer van het hout. Deze verplichting volgt uit de Europese Houtverordening. Doen zij dit niet, treedt de overheid op of zij worden strafrechtelijk vervolgd.

Over de Europese houtverordening

De Europese houtverordening is sinds maart 2013 in werking. Marktdeelnemers moeten garanties geven over de legale herkomst van hun producten door een stelsel van zorgvuldigheidseisen toe te passen. Meer informatie daarover is hier te vinden.