OM verwijt bakker uit Den Haag mensensmokkel

Het Openbaar Ministerie (OM) eiste vandaag voor de rechtbank in Den Bosch een geldboete van 10.000 euro tegen een bakkerij uit Den Haag en een gevangenisstraf van twee maanden tegen de eigenaar van de bakkerij, een 56-jarige man uit Den Haag. Het OM verwijt de man mensensmokkel en illegale tewerkstelling van een man zonder verblijfsvergunning in de bakkerij. Dit gebeurde in de periode van juli 2020 tot en met januari 2021.

Boetes hielpen niet

Al eerder legde de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) de eigenaar van de bakkerij en de bakkerij boetes op voor het laten werken van een Turkse medewerker zonder een werkvergunning. Ondanks de eerste boete, liet de man uit Den Haag de medewerker zonder legale verblijfspapieren voor hem werken. Een strafrechtelijk onderzoek volgde op de boeterapporten. Uit onderzoek bleek dat de medewerker zonder legale papieren contant werd uitbetaald en niet op de loonaangiften in 2020 en 2021 stond. Hiermee bespaarde de bakkerij de verplichte loonheffingen en werkgeverslasten. De medewerker, die geen verblijfsvergunning heeft voor Nederland, werkte zes dagen per week tussen 22.00 uur en 04.00 uur en kreeg zwart betaald. Hij ontving een loon variërend tussen de 800 euro en 1.200 euro per maand.

‘Bijgedragen aan een illegaal circuit’

De officier van justitie: “De eigenaar en de bakkerij hebben zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel en illegale tewerkstelling in een periode van ruim een half jaar. De verdachte heeft uit winstbejag een man zonder legale verblijfspapieren en werkvergunning laten werken en zwart uitbetaald. De verdachte heeft hiermee willen voorkomen dat hij belasting moest betalen. Door mensensmokkel en illegale tewerkstelling wordt het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie en illegaal verblijf in Nederland doorkruist. Het moet de verdachte worden aangerekend dat hij met zijn handelen heeft bijgedragen aan een illegaal circuit. Ook heeft de verdachte met zijn handelen de markt verstoord omdat er sprake is van oneerlijke concurrentie in het voedselbereiding door de inzet van een goedkopere arbeidskracht en een onjuiste weergave gedaan van de feitelijke situatie. Verder kan het werken zonder vergunning ook gevaar opleveren, omdat het proces ongecontroleerd plaatsvindt. Zowel op technisch gebied als het opleveren van schade voor de gezondheid, want de werknemer is onverzekerd.”

Het OM eist een gevangenisstraf van twee maanden tegen de verdachte en een geldboete van 10.000 euro tegen het bedrijf.

De rechtbank doet op 12 januari 2023 uitspraak in deze zaak.