Aanwijzing handhaving winkeltijdenwet (2012A017)

Categorie
  • strafvordering
  • opsporing
  • informatieverstrekking
Rechtskarakter

Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO

Van College van procureurs-generaal
Aan Hoofden van de parketten
Registratienummer 2012A017
Datum vaststelling 4 december 2012
Datum inwerkingtreding 1 januari 2013
Publicatie in Staatscourant 2012, nr. 26880
Vervallen Richtlijn handhaving winkeltijdenwet (vervallen) (onbekend)
Relevante beleidsregels Richtlijn voor strafvordering Winkeltijdenwet (2015R030)
Wetsbepalingen

Winkeltijdenwet d.d. 21 maart 1996, Stb. 1996, 182; Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet d.d.21 maart 1996, Stb. 1996, 183

Jurisprudentie -
Bijlagen -

SAMENVATTING

Deze aanwijzing geeft regels voor de strafrechtelijke handhaving van de Winkeltijdenwet.

ACHTERGROND

De Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet geven een regeling ten aanzien van de openstelling van winkels en andere vormen van verkoop aan particulieren. Overtredingen van de artt. 2, 3, vijfde lid, 4, derde lid, 5, derde lid, 6, tweede lid, 7, derde lid, en 8, tweede lid van de Winkeltijdenwet, zijn economische delicten op grond van artikel 1a onder 4° Wet op de Economische Delicten en worden strafrechtelijk gehandhaafd.

OPSPORING

Overtredingen van de wet door winkelbedrijven (en andere vormen van verkoop aan particulieren) zullen zich in hoofdzaak voordoen op niet door de gemeenteraad aangewezen zon- en feestdagen dan wel op een van de tijdstippen waarop de wet verplichte sluiting voorschrijft.

Repressief optreden zal in beginsel worden ingegeven door de mate waarin de (lokale) concurrentieverhoudingen dreigen te worden verstoord, dan wel de verboden openstelling navolging dreigt te krijgen (olievlekwerking).

VERVOLGING

Vervolging vindt plaats in het arrondissement van de woonplaats van de verdachte natuurlijke persoon en bij een rechtspersoon in het arrondissement van de plaats waar de rechtspersoon volgens wettelijk voorschrift of volgens haar statuten of reglementen zetel heeft. Bij een Besloten Vennootschap en een Naamloze Vennootschap is dit de statutaire zetel.

Indien de omstandigheden van het delict daartoe aanleiding geven dient zo veel mogelijk het wederrechtelijk verkregen vermogen te worden afgenomen.

OVERGANGSREGELING

De beleidsregels in deze aanwijzing hebben onmiddellijke gelding vanaf de datum van inwerkingtreding.