Verdachte van oplichting weer voor de rechter

De 46-jarige man uit Maartensdijk die verdacht wordt van oplichting, stond vandaag niet voor het eerst voor dergelijke feiten voor de rechter. In oktober 2015 werd hij veroordeeld voor zeventien gevallen van oplichting. Het vonnis, waartegen hij in hoger beroep ging,  mocht hij in vrijheid afwachten. Direct daarna pakte hij zijn activiteiten weer op: een auto huren zonder te betalen, flessentrekkerij en voorschotten aannemen voor werk dat hij niet of onvolledig uitvoerde. Vandaag stond hij terecht voor dertien feiten.

Zes van deze feiten betreffen het type oplichting waarvoor hij ook al eerder was veroordeeld: hij nam als dakdekker werk aan, vroeg een voorschot om materialen aan te schaffen, constateerde dan vaak aanvullende gebreken waarvoor hij ook een voorschot wilde hebben. Vervolgens deed hij het werk niet of niet volledig en was daarna niet of slecht bereikbaar, of beloofde een bedrag terug te betalen wat hij dan niet deed. De officier van justitie merkte dit aan als oplichting: hij deed zich voor als een bonafide ondernemer maar vertelde steeds leugens om er financieel beter van te worden.

Naast deze feiten stonden er op de tenlastelegging vier verdenkingen van verboden wapenbezit, een geval van flessentrekkerij bij een hotel voor ruim 1200 euro, oplichting door een auto te huren zonder te betalen en deze ergens achter te laten, en oplichting door geleend geld niet terug te betalen. Een enkel feit was van eind 2014, het merendeel van 2015 en het wapenbezit van 7 januari 2016, de dag dat hij in een chalet in Loosdrecht werd aangehouden.

De officier van justitie tilde er zwaar aan dat hij niet aanwezig was bij de uitspraak in de vorige zaak. Toen, op 23 oktober 2015 werd hij veroordeeld tot 24 maanden celstraf waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De man hield zich toen onvindbaar, knipte de enkelband door en ging weer aan het dakdekken. “Hij heeft geen boodschap aan het oordeel van de rechtbank. Daarnaast heeft hij het vertrouwen van veel mensen beschaamd en ze schade berokkend. Hiervoor vind ik een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.” Hij vroeg de rechtbank de verdachte te veroordelen tot een celstraf van 16 maanden en de criminele winst, ruim vijftigduizend euro, af te pakken.