In hoger beroep 8 weken cel geëist wegen opruiende posters Schilderswijk

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft in hoger beroep acht weken celstraf waarvan vier weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar geëist tegen een inmiddels 21-jarige man uit Den Haag. In de visie van het OM heeft hij zich schuldig gemaakt aan opruiing door het plakken van posters in de Schilderswijk in Den Haag in april 2016.

Op de posters stonden onder meer de teksten ‘laat de zomer een hete zomer worden’, ‘.. als je op pad gaat om de politie en de staat aan te vallen!’ en ‘het is belangrijk om tijdens de acties anoniem te blijven om het de politie niet te makkelijk te maken’. Ook werd volgens het OM opgeroepen om “keihard in opstand te komen” refererend aan de zomer van 2015 toen er rellen waren in diezelfde wijk.

De politierechter sprak verdachte vrij omdat de teksten onvoldoende concreet waren om te voldoen aan opruiing. Het OM was het hiermee niet eens en ging in hoger beroep.

In de zomer van 2015 hebben zich gedurende een week grote verstoringen van de openbare orde voorgedaan. Er was sprake van geweld tegen de politie, grootschalige vernielingen en plunderingen. De aanleiding was het overlijden van Mitch Henriquez bij zijn aanhouding. Iedere avond verzamelden zich veel mensen. Deze spanning liep op en liep uit op ongeregeldheden.

De advocaat-generaal heeft in hoger beroep betoogd dat uit de tekst van de posters voldoende duidelijk wordt dat wordt opgeroepen tot een opstand. Bij deze oproep wordt verwezen naar de zomer van 2015. Die opstand moet herhaald worden. “Met de zin ‘Laat deze zomer een hete zomer worden’ wordt niet een meteorologische wens geuit. Hete zomer moet gelezen worden in samenhang met de oproep tot een opstand en ongeregeldheden en dus een oproep tot geweld tegen het openbaar gezag. Ook de woorden ‘op pad gaan om de politie en de staat aan te vallen’ zijn een letterlijke oproep tot geweld. Dat het niet alleen om woorden gaat  volgt uit de beschrijving hoe je van een t-shirt een bivakmuts maakt om anoniem te blijven. Er is dan ook in strafrechtelijke zin sprake van opruiing.”

Uitspraak op 25 april.