12 jaar geëist tegen verdachte van Afghaanse oorlogsmisdrijven

Het Openbaar Ministerie eist een gevangenisstraf van 12 jaar tegen een 76-jarige man die verdacht wordt van het plegen van oorlogsmisdrijven in Afghanistan in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De man zou aan het hoofd hebben gestaan van één van de meest gevreesde gevangenissen in het land voor politieke gevangenen.

De verdachte kwam in 2001 naar Nederland en vestigde zich in Kerkrade. Hij verwierf de Nederlandse nationaliteit, volgens het OM met een valse achternaam. Het Team Internationale Misdrijven kwam de man in 2012 op het spoor. In internetblogs stonden aanwijzingen dat een vooraanstaand gevangeniscommandant uit Afghanistan zich in Nederland zou bevinden. Na een uitgebreid onderzoek, waarin zo’n 25 getuigen in verschillende landen werden gehoord, kwam de politie tot de conclusie dat de man uit Kerkrade deze persoon is. Ook andere bewijsmiddelen, zoals afgeluisterde gesprekken van de verdachte en zijn familie, bevestigen dit. In 2019 werd de verdachte gearresteerd. Hij zegt dat er sprake is van een persoonsverwisseling, maar de officieren van justitie geloven daar niet in:

“Verdachte zweeg over zijn verleden toen hij in 2001 asiel in Nederland aanvroeg. En niet alleen dat. Met een valse identiteit heeft verdachte bewust gepoogd onder de radar te blijven. Dat is kwalijk, maar wat nog veel kwalijker is dat hij daarmee ook vele slachtoffers het zwijgen heeft opgelegd. Daar is nu een eind aangekomen. Want, zoals een getuige die in deze zaak verklaart: “nu is het mijn tijd om de waarheid te vertellen.” Dat hebben vele getuigen die in deze zaak inmiddels kunnen doen. “

Vergroot afbeelding
Beeld: ©United States Special Inspector General for Afghanistan Reconstruction (SIGAR)
De Pul-e Charki gevangenis in Kabul vanuit de lucht gezien

Onmenselijke omstandigheden

De man wordt ervan verdacht dat hij van 1983-1990 commandant en hoofd Politieke Zaken in de Pul-e-Charkhi gevangenis in Kabul was. In die tijd was het zeer onrustig in Afghanistan. Na een gewelddadige machtswisseling werden (vermeende) politieke tegenstanders van het nieuwe regime massaal opgepakt en jarenlang zonder (eerlijk) proces opgesloten, onder erbarmelijke omstandigheden. Honderden mensen overleefden dit niet. In de rechtbank in Den Haag werden verklaringen voorgelezen van getuigen die er gevangen zaten en over de verdachte spreken. Ze verhalen over onmenselijke omstandigheden: overvolle cellen zonder daglicht waar de gevangenen ook hun behoefte moesten doen, spaarzame maaltijden met slachtafval en uitwerpselen. Sommigen kregen pas na jarenlange detentie een schijnproces, waarbij hun schuld al vaststond voordat de gevangene werd gehoord. Een getuige die de detentie overleefde maakte in de rechtszaal gebruik van zijn spreekrecht:

“Psychische marteling draag je je hele leven mee. Ik heb last van slapeloze nachten. Ik heb daar veel dierbare vrienden verloren die samen met mij vastzaten. Ik beleef flashbacks over mijn vrienden. Mensen die met mij vastzaten zijn levend begraven, hoe kan ik ze dan vergeten? Wat mij hier brengt is rechtvaardigheid. Ik moest een hele lange reis afleggen om dit te ervaren.”

Oorlogsmisdrijven

Naast slachtoffer-getuigen zijn er ook insider-getuigen gehoord, mensen die vanuit hun functies over de structuur van de Afghaanse veiligheidsdienst en de functie van verdachte konden vertellen. Volgens het OM maakte hij zich in zijn rol als gevangeniscommandant schuldig aan oorlogsmisdrijven. Die behoren tot de zwaarste misdrijven die er zijn. De officieren van justitie vinden het van het grootste belang dat daders worden bestraft, ook al gebeurt dat jaren later:

“De straf moet een effectieve waarschuwing zijn voor plegers van internationale misdrijven. Ze moeten weten dat waar ze ook gaan of staan, zelfs als dat ver weg is, het recht ze kan achterhalen. Ook al duurt dat jaren, soms zelfs tientallen jaren. Dat Nederland zijn rol speelt om er voor te zorgen dat daders van dit soort misdrijven altijd over hun schouder zullen moeten blijven kijken. Dat zij hier nooit een veilige haven zullen vinden.”

De rechtszaak gaat de komende dagen verder, tot en met dinsdag 22 februari.

De uitspraak volgt op donderdag 14 april 2022 om 13.00 uur.