Liberia

Liberia ligt aan de westkust van Afrika en is de oudste republiek van het continent. Na een staatsgreep in 1980 ontstond er eind jaren '80 en begin jaren '90 een burgeroorlog. Na een internationale interventie in 1997 was er relatieve rust en kwam Charles Taylor aan de macht. Tussen 1999 en 2003 verviel het land opnieuw in conflict.

In Nederland is er één zaak geweest betreffende misdrijven begaan in Liberia in de periode 2001-2003.

De zaak tegen Guus K.

"OTC bracht illegaal wapens naar Liberia. De wapens kwamen binnen in de van Buchanan. Hierna werden de wapens naar Monrovia gebracht, naar het huis van Charles Taylor genaamd White Flower. Ik ben daar verschillende keren geweest bij de verdeling van de wapens. OTC bracht deze wapens binnen in ruil voor hout tegen een lage prijs. (...) De wapentransporten gebeurden in het geheim omdat de internationale gemeenschap een wapenembargo had uitgesproken over Liberia. De wapens werden door verdachte binnengebracht." - Fragment van getuigenis in de zaak Guus K.

De Nederlander Guus K. was als zakenman actief in de houtindustrie in Liberia. In februari 2004 startte een onderzoek naar K. In de jaren ervoor waren er meerdere rapporten en berichten verschenen over wapenhandel in Liberia. In deze berichtgeving werd Guus K. genoemd. Hij werd ervan verdacht betrokken te zijn bij internationale handel in wapens en deelneming aan door Liberiaanse troepen of milities gepleegde oorlogsmisdrijven. In juni 2006 veroordeelde de rechtbank K. voor het meermaals overtreden van de sanctiewetgeving. Hij werd vrijgesproken van betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven. Het Hof sprak K. vrij van alle ten laste gelegde feiten. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof in Den Haag.

In december 2010 startte de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen Guus K. bij het hof 's-Hertogenbosch met een eerste regiezitting. In de periode erna is er veel onderzoek gedaan, zo zijn er nog tientallen getuigen gehoord, zowel in Nederland als in het buitenland (onder andere in Liberia, de Verenigde Staten en Hong Kong). Ook hebben er schouwen plaatsgevonden in Liberia en zijn er anonieme getuigen gehoord door een raadsheer-commissaris. Hieruit is, anders dan destijds bij het hof Den Haag, een consistent en betrouwbaar beeld naar voren gekomen op basis waarvan het hof bewezen heeft geacht dat K. schuldig is aan medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden gepleegd door strijdkrachten van Charles Taylor in Liberia en de republiek Guinee tussen 2000 en 2003. Ook is hij schuldig bevonden van het schenden van het wapenembargo ingesteld door de Verenigde Naties door wapens te leveren aan het regime van Taylor. K. is door het hof veroordeeld tot 19 jaar gevangenisstraf.

Het hof vindt het van groot belang om aan de slachtoffers en nabestaanden, als ook aan de internationale rechtsgemeenschap duidelijk te maken hoe ernstig het handelen van K. wordt beoordeeld. Zakenmensen zoals K, die handelen met regimes als die van Charles Taylor moeten ervan doordrongen worden dat zij daardoor bij ernstige oorlogsmisdrijven betrokken kunnen raken.

Uitspraken:

Rechtbank Den Haag, 7 juni 2006

Rechtbank Den Haag, 13 maart 2007 (tussenarrest)

Gerechtshof Den Haag, 10 maart 2008

Hoge Raad, conclusie Advocaat-generaal, 20 april 2010

Hoge Raad, 20 april 2010

Gerechtshof Den Bosch, 21 april 2017

Hoge Raad, conclusie Advocaat-generaal, 26 juni 2018

Hoge Raad, 26 juni 2018