Alternatieve scenario's

Uitgesproken op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag op 9 juni 2020.

Het onderzoek van het JIT is al snel gericht op verschillende scenario’s voor een misdrijf, omdat vroeg duidelijk was dat hier geen sprake was van een ongeval.

Onderzoek door de Dienst Luchtvaartpolitie naar de vluchtvoorbereiding van vlucht MH17 wees uit dat het vliegtuig vliegwaardig was en de bemanning bevoegd was de vlucht uit te voeren. De hoeveelheid ingenomen brandstof bleek toereikend voor de voorgenomen vlucht. Bij het onderzoek door deze dienst is voor de crash van de MH17 geen oorzaak gevonden. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft verschillende ongevalsscenario’s onderzocht en geconcludeerd dat bijvoorbeeld van een blikseminslag of een inslag door een meteoriet geen sprake kan zijn geweest. Het was dus al snel duidelijk dat er geen redenen waren om aan een ongeval te denken.

Tijdens het onderzoek door het JIT zijn op basis van onderzoeksinformatie verschillende scenario’s geformuleerd en naar al die scenario’s is gelijktijdig onderzoek gedaan.

Ten eerste is onderzocht of een ontploffing in het vliegtuig het neerstorten van MH17 kan hebben veroorzaakt. Ten tweede is onderzocht of MH17 is neergehaald met een zogenaamd air-to-air wapen: dit is het gevechtsvliegtuig-scenario. Ten derde is onderzocht of MH17 is neergeschoten met een zogenaamd surface-to-air wapen: een grond-luchtraket zoals een Buk. Binnen dit laatste scenario, waarin MH17 vanaf de grond is neergeschoten, zijn verschillende deelscenario’s onderzocht. Zo is onderzocht of er een ander surface-to-air wapen dan een Buk-raket gebruikt is om MH17 neer te halen. Binnen het scenario waarin wél een Buk-raket gebruikt is, niet alleen onderzoek gedaan naar een afvuurlocatie bij Pervomaiskyi maar ook naar verschillende andere plaatsen die genoemd werden als mogelijke afvuurlocatie en eveneens naar de vraag of er aanwijzingen zijn dat de Oekraïense krijgsmacht MH17 heeft neergeschoten met een raket.

Eerder hebben we toegelicht dat er in het forensisch onderzoek aanwijzingen zijn gevonden voor het gebruik van een Buk-raket. De uiterlijke kenmerken en elementsamenstelling van verschillende vliegtuigvreemde materialen die zijn aangetroffen in de lichamen en bezittingen van slachtoffers en de wrakstukken van MH17 komen overeen met verschillende onderdelen van de Buk-raket. Verder heeft het JIT al eerder openbaar gemaakt dat er met telecomgegevens, foto’s, video’s en getuigenverklaringen veel bewijs is verzameld voor het scenario dat een Buk-lanceervoertuig naar een landbouwveld bij Pervomaiskyi is gebracht, dat van daaruit MH17 is neergeschoten en dat het Buk-lanceervoertuig daarna weer is afgevoerd. Dit scenario is in het onderzoek aangemerkt als het hoofdscenario. Dit ‘hoofdscenario’ is uitgebreid beschreven in het dossier en vindt zijn weergave in de tenlastelegging. Wij bespreken later hoe het onderzoek hiernaar is verlopen.

Het onderzoek van het JIT naar de andere scenario’s is ook voortgezet nadat het forensisch onderzoek al concreet bewijs opleverde dat vlucht MH17 is neergeschoten door een Buk raket en het uitluisteren van tapgesprekken belangrijk bewijs opleverde over het gebruik van een afvuurlocatie bij Pervomaiskyi. De juistheid van het hoofdscenario hebben wij niet alleen onderzocht door het bewijs hiervoor kritisch te analyseren, maar ook door op zoek te gaan naar bewijs voor alternatieven. Deze andere scenario’s worden in het dossier wel ‘alternatieve scenario’s’ genoemd;  ook deze zijn langdurig en uitgebreid onderzocht en in het procesdossier beschreven.

Wij zullen nu uitleggen hoe de verschillende scenario’s zijn geformuleerd en onderzocht. Als eerste leggen wij uit hoe onderzoek is gedaan naar verschillende reacties na het neerschieten van MH17, en hoe in die reacties al verschillende te onderzoeken scenario’s naar voren kwamen van wat er gebeurd zou zijn. Daarna zullen wij de belangrijkste aanwijzingen voor de verschillende scenario’s kort beschrijven en dan uitleggen welk onderzoek naar deze aanwijzingen is gedaan en welke tussenconclusies daarin zijn getrokken. De volledige resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in het deeldossier Alternatieve scenario’s van het Algemeen dossier.

De eerste reacties na het neerschieten

Een belangrijk startpunt in het onderzoek waren de eerste reacties na het neerschieten van vlucht MH17. In die eerste reacties uit de uren en dagen na het neerstorten van vlucht MH17 zijn verschillende scenario’s te herkennen. Opmerkelijk is de wijze waarop die scenario’s zich in korte tijd na de ramp ontwikkelen. Het onderzoek naar de reacties na het neerschieten is van invloed geweest op het bepalen van de te onderzoeken scenario’s. Het onderzoek naar de reacties na het neerschieten is ook relevant omdat in dit deel van het onderzoek al nadrukkelijk het ‘vergissingsscenario’ naar voren komt: de mogelijkheid dat MH17 is neergeschoten met een raket die eigenlijk voor een vliegtuig van de Oekraïense krijgsmacht was bedoeld. Die mogelijkheid is van invloed geweest op het onderzoek en de keuzes die zijn gemaakt in de tenlastelegging. Daarom schetsen wij hier kort de tijdlijn van het naar buiten komen van die verschillende scenario’s, waarin zowel de DPR als de Oekraïense krijgsmacht als verantwoordelijke werd aangewezen. Het onderzoek naar de eerste reacties na het neerschieten is beschreven in een apart zaaksdossier.

Reacties op 17 juli 2014

Reacties (sociale) media

We beginnen met een schets van de reacties in de media en op sociale media. MH17 werd neergeschoten om 16:20 uur plaatselijke tijd. Direct in het eerste uur na het neerstorten van het toestel zien we dat van verschillende kanten wordt bericht over het neerschieten van een Oekraïens vliegtuig door de DPR. Om 16:41 uur wordt op het twitter account @Strelkov_info een bericht gedeeld dat vier minuten eerder werd geplaatst op de website VK.com/strelkov_info. VK is een Russisch social media platform, vergelijkbaar met Facebook. Het gearceerde deel van het VK bericht luidt: 

“Een bericht van het volksleger. In de omgeving van Snizhne is zojuist een AN-26 neergehaald. Het ligt verspreid achter de “Progress” mijn.”

 Een An-26 staat voor een Antonov An-26: een tweemotorig transportvliegtuig.

Korte tijd later wordt het bericht op VK aangepast en weer op Twitter geplaatst. Op VK valt dan te lezen:

“Een bericht van het volksleger. In de omgeving van Torez is zojuist een AN-26 vliegtuig neergehaald. Hij ligt ergens achter de “Progress” mijn. Er werd gewaarschuwd om niet in “onze hemel” te gaan vliegen. En hier is een videobevestiging van de eerstvolgende “pitchkopad”. Het vogeltje is achter de steenberg gevallen; de woonsector is niet geraakt. Er zijn geen burgerslachtoffers. Er is ook informatie over het tweede neergehaalde vliegtuig, naar het schijnt een SU.”

SU’ is in dit verband een afkorting voor Sukhoi, een vliegtuigfabrikant, waarvan verschillende typen gevechtsvliegtuigen in gebruik zijn bij de Oekraïense luchtmacht. In de volksmond wordt zo’n gevechtsvliegtuig ook wel een Sushka genoemd.

Hierbij zij opgemerkt dat Igor Girkin, die de bijnaam Strelkov heeft, in een getuigenverhoor afgenomen door de Russische Federatie heeft verklaard dat de berichten op VK namens Strelkov (over het neerhalen van een AN-26 en andere vliegtuigen) niet door hem zijn gepubliceerd. Dat Girkin niet zelf de berichten heeft geplaatst wordt ook medegedeeld op het betreffende VK-account. Daarbij wordt gesteld dat de “informatie over het neerschieten van het vliegtuig afkomstig is van een forum waar de lokale bevolking converseert met de opstandelingen”.[6] Dergelijke berichten zouden zijn verzameld uit “openbare bronnen” en “dagboeken van de opstandelingen en van ooggetuigen”.[7] Dit maakt deze berichten niet minder belangrijk. Hierin is namelijk te zien dat direct na het neerschieten geclaimd wordt dat er een vliegtuig is neergeschoten vanuit de omgeving van Snizhne door het ‘volksleger’, zoals de DPR zichzelf wel noemde.

Een twitteraccount met de accountnaam ‘de Donetsk Republiek’ en de gebruikersnaam ‘@dnrpress’ claimt al snel dat er een vliegtuig, vermoedelijk een AN-26, is neergestort in de omgeving van Torez. In het bericht staat:

“Omstreeks 17.30 is in het dorp Rassypnoye (stad Torez), vlakbij de mijn “Progress” een vliegtuig neergestort, vermoedelijk een AN-26 van de Oekraïense luchtmacht.”

Dezelfde claim is al snel na het neerstorten van MH17 op televisie te zien. Meerdere pro-Russische televisiestations berichten in de eerste uren na het neerstorten dat de gewapende groepen die tegen de Oekraïense overheid vechten hebben geclaimd dat zij een AN-26 hebben neergehaald. Op verschillende kanalen, zoals LifeNews en Russia24, wordt daarbij ook gesproken over ooggetuigen die een raket hebben gezien. Dit is de berichtgeving zoals die op LifeNews te zien was op 17 juli vanaf 16.34 uur, dus binnen een kwartier na de crash:

“De informatiedienst laat u kennismaken met gebeurtenissen in Rusland en in de wereld. Rebellen berichten ons dat het hen gelukt is nog een transportvliegtuig van de Oekraïense luchtmacht neer te halen. Dat gebeurde boven de stad Torez in de zelfuitgeroepen republiek Donetsk. Dat was omstreeks 5:00 uur Moskouse tijd. Een AN-26 vloog boven de stad. Een raket boorde zich plotseling in het toestel. Er volgde een explosie en het vliegtuig begon te vallen. In de lucht was zwarte rook te zien. De AN-26 was aan de kant van de mijn, van de woonwijken neergevallen. Ik voeg er aan toe dat Torez niet ver van de stad Snizhne en de Saur-Mogila heuvel ligt. Deze gebieden worden door rebellen gecontroleerd.”

Via verschillende kanalen werd kort na het neerstorten van MH17 dus bericht over informatie afkomstig van de ‘rebellen’ en van de plaatselijke bevolking. Lokale bewoners konden zich echter niet vrij voelen om publiekelijk te herhalen wat zij hadden gezien. Dat constateerde het onderzoeksteam bijvoorbeeld bij kennisname van een gesprek dat verschillende bewoners op 17 juli 2014 na de crash met elkaar voerden via het programma Zello. Zello is een Walkie Talkie applicatie voor smartphones die gebruikt wordt in Oost-Oekraïne. Het bijzondere aan deze applicatie is dat gesprekken bewaard kunnen worden op internet. In het gesprek van 17 juli 2014 geeft een van de deelnemers aan dat meerdere personen een raket hebben zien vliegen vanaf de Russische kant. Daarop wordt hij meteen gewaarschuwd dat hij zulke informatie over ‘uit Rusland’ moet vergeten en nooit meer mag noemen, in ieder geval niet hardop in de ether. We laten dit gesprek nu horen.

Gesprek bewoners 17 juli 2014 na de crash via het programma Zello
09:01 NNman 2 [stem herkend] Kostya/ Kostja/Kostia

Wat het vliegtuig in Torez betreft: het is neergehaald… het is gevallen in het dorp Grabovo. [korte pauze]

Er is nog iets. Het vloog er hoog. Vele die het gezien hebben zagen ook een raket vliegen vanaf de Russische kant.
09:16 NNman21 Moet je horen, zeg!...[geruis]
09:18 NNman21 (mogelijk dezelfde persoon als van 09:16) [veel geruis]Al de informatie betreffend “uit Rusland”-moeten jullie/u helemaal vergeten …dergelijke informatie. Wanneer, wat en waar het vandaan vloog, wie het neer heeft geschoten, hoe het neer heeft geschoten…
09:28

dynamo1985

Ja, Kostya, zeg zoiets voortaan nooit in de ether [live/in de lucht] meer

Journalisten die aanwezig waren in het gebied kregen eveneens te maken met ‘separatisten’ die vertelden dat zij een vliegtuig hadden neergehaald. Sommige journalisten waren bereid zich als getuige te laten horen door het JIT over hun ervaringen op en rond 17 juli 2014. In aanvulling op die getuigenverhoren van ter plaatse aanwezige journalisten is in het onderzoek gekeken of publiek beschikbare verslaggeving relevante informatie bevatte. Die informatie is vervolgens aan het dossier toegevoegd.

Illustratief is een op internet gepubliceerd video-interview met de fotograaf Jerome Sessini. Hij kijkt daarin terug op de manier waarop hij door een woordvoerder van de ‘separatisten’ werd geïnformeerd over het neerstorten van MH17. Sessini vertelt in dit interview dat deze woordvoerder hem kort na het neerstorten van MH17 belde om te vertellen dat zij een vliegtuig hadden neergeschoten:

“When we got the phone call from the press officer of the separatists, he said first: “we shot down a military plane.. from Ukraine”., and for him it was like he was giving us an information to cover this. And when... we were on the way... And after 15 minutes I got a call from friends / France (fon), from a journalist, I don’t remember.. .and he said: “they shot down a civilian plane in Ukraine, where are you?” And I asked: “are you sure it’s civilian? He said: yeah yeah, we have the conformation, it’s an Malaysian airlines plane with 200 people on board... so uuhh ...I couldn’t believe it, it was so...horrible..so..”

Als eenmaal bekend wordt dat het vliegtuig dat is neergeschoten niet een militair transportvliegtuig is maar een burgervliegtuig met honderden inzittenden, wordt op verschillende plaatsen de berichtgeving veranderd. De berichten op twitter (@Strelkov_info) en VK (VK.com/strelkov_info) worden dezelfde dag nog verwijderd of aangepast. De pro-Russische televisiestations veranderen radicaal van berichtgeving. Zo verdwijnen bij LifeNews vanaf een uur of zes de claims van de ‘opstandelingen’ en de ooggetuigen van de raket geheel uit beeld. In plaats daarvan komt het bericht dat MH17 zou zijn neergeschoten met een raketsysteem door de Oekraïense krijgsmacht. Al snel krijgt die versie concurrentie van berichtgeving dat de Boeing door een Oekraïens gevechtsvliegtuig is neergeschoten, bijvoorbeeld omdat een man genaamd Carlos daar over twittert.

Al meteen op 17 juli 2014 wordt dus publiekelijk gesproken over zowel het gebruik van een raket vanuit de omgeving van Snizhne door de DPR, als een aanval door een Oekraïens gevechtsvliegtuig als het gebruik van een raket door de Oekraïense krijgsmacht.

Tapgesprekken strijders DPR

In afgeluisterde tapgesprekken tussen strijders van de DPR is een soortgelijk patroon met verschillende scenario’s te zien. Eerst is er opgetogenheid dat het gelukt is een vliegtuig neer te schieten met een Buk-systeem. Dan begint steeds bekender te worden dat er een Boeing vol burgers is neergeschoten.

Dan verandert de wijze waarop binnen de DPR met elkaar telefonisch over het neerschieten van een vliegtuig wordt gesproken. Waar in de tapgesprekken eerst alleen gesproken wordt over het neerschieten van een gevechtsvliegtuig, wordt later op de dag gesproken over het neerschieten van een gevechtsvliegtuig vlak nadat deze de Boeing neerschoot. In het dossier zijn die tapgesprekken verwerkt. Bij de inhoudelijke behandeling van het dossier kunnen zij aan de orde komen.

Reacties in de dagen na 17 juli 2014

In de dagen na 17 juli 2014 wordt door de DPR en de Russische Federatie nadrukkelijk naar de Oekraïense strijdkrachten gewezen. Op 18 juli 2014 geeft de DPR ‘gouverneur’ van de stad Donetsk genaamd Gubareev een interview waarin hij zegt dat vlucht MH17 werd neergeschoten door een Oekraïens luchtafweersysteem met behulp van een radar. Hij zegt daarbij dat de opstandelingen geen Buk hebben en ook geen radar.

Op 21 juli 2014 geeft het Ministerie van Defensie van de Russische Federatie een persconferentie. Daarin wordt melding gemaakt van een Oekraïens gevechtsvliegtuig dat vlak voor het neerstorten in de directe omgeving van de MH17 zou zijn gesignaleerd. Opvallend is dat in die persconferentie ook wordt verteld dat de Russische Federatie beschikt over satellietfoto’s waarop te zien is dat een Buk-TELAR van de Oekraïense strijdkrachten te zien is nabij de plaats Zaroshchenske kort voor de crash. Er wordt bij gezegd dat de vliegroute van MH17 binnen het dekkingsgebied van dat Buk-systeem viel, en bovendien dat juist vóór 17 juli de activiteit van Oekraïense radars 9S18 Kupol-M1 van het Buk luchtafweersysteem maximaal toegenomen was. In deze persconferentie wordt dus informatie over verschillende scenario’s publiek gemaakt. Welk onderzoek is gedaan naar de radargegevens die hierbij worden getoond hebben we al uitgelegd. Over het onderzoek dat is gedaan naar de informatie die op deze persconferentie publiek is gemaakt, zoals satellietfoto’s, komen we later nog te spreken.

Op 28 juli 2014 geeft ook verdachte Girkin een persconferentie, in Donetsk. Daarin zegt hij dat hij niet verantwoordelijk was voor het neerschieten van vlucht MH17 omdat hij geen BUK tot zijn beschikking had.

Tussenconclusie eerste reacties na neerschieten

Al meteen op 17 juli 2014 en in de dagen daarna zien we dus in de eerste reacties na het neerstorten verschillende scenario’s opduiken. Kort na het neerschieten is dat vooral het scenario dat MH17 is neergeschoten met een Buk-raket door de DPR en het scenario dat MH17 is neergeschoten door een gevechtsvliegtuig van de Oekraïense luchtmacht, al dan niet gevolgd door de toevoeging dat dit gevechtsvliegtuig vervolgens door strijders van de DNR is neergehaald met een Buk-raket. Later komt daar ook het scenario bij dat vlucht MH17 is neergeschoten met een Buk-raket door de Oekraïense strijdkrachten. Op 21 juli 2014 noemt het Russische Ministerie van Defensie beide scenario’s naast elkaar. In de periode daarna worden met name uitingen gedaan over het gevechtsvliegtuig-scenario door de Russische autoriteiten. Dat wordt anders in de tweede helft van 2015, als de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzage geeft in zijn voorlopige conclusie dat MH17 is neergeschoten met een Buk-raket. Vanaf dat moment spreken de Russische autoriteiten en media ook weer veelvuldig over het Oekraïense BUK-scenario.

Scenario ontploffing van binnenuit

Bij het begin van het onderzoek waren er geen aanwijzingen voor een explosie van binnenuit die ervoor gezorgd zou hebben dat MH17 neerstortte. Toch is hier volledigheidshalve wel onderzoek naar gedaan. In open bronnen wordt wel over dit scenario gesproken, maar pas later en zeer beperkt.

In augustus 2015 maakt de Russische krant Komsomolskaya Pravda bijvoorbeeld een geluidsbestand openbaar waarop twee beweerdelijke CIA agenten te horen zouden zijn die een aanslag op MH17 hadden voorbereid. Het eerste plan van de agenten was om MH17 met een raket vanaf de grond neer te schieten. Plan B zou zijn om MH17 met een bom aan boord op te blazen. Bij deze operatie zou de CIA hebben samengewerkt met een Nederlandse veiligheidsdienst, omdat de bom in Nederland aan boord geplaatst zou zijn. Bij deze berichtgeving plaatst de krant overigens zelf al verschillende commentaren van anderen die stellen dat deze beweringen onjuist of onmogelijk zijn.

Het onderzoek naar het scenario van een aanslag van binnenuit richtte zich in eerste instantie op de vraag of het mogelijk is dat een explosief in het vliegtuig het neerstorten van MH17 heeft veroorzaakt. In verband met  die vraag werd zowel onderzoek gedaan naar de gang van zaken rondom vlucht MH17 voor vertrek uit Nederland als onderzoek naar de mogelijke oorzaak van het neerstorten. Voor de tussenconclusies in dit deel van het onderzoek waren verschillende bevindingen uit het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid relevant. Daarom zullen wij die bevindingen in de beschrijving van het onderzoek dat nu volgt vermelden.

Omstandigheden vóór vertrek MH17

Naar de gang van zaken voor vertrek is door de Koninklijke Marechaussee onderzoek verricht onder de naam ‘Woodside’. In dit onderzoek is gekeken naar de periode waarin het vliegtuig waarmee vlucht MH17 werd uitgevoerd aan de grond stond op luchthaven Schiphol. Daarbij werden meer dan zestig getuigen gehoord, werden de beschikbare camerabeelden bekeken, en werd informatie over passagiers, bagage en vracht uitgebreid onderzocht. Op deze wijze is de gehele periode dat vlucht MH17 op Schiphol was gereconstrueerd en onder de loep genomen. Op basis van dit onderzoek werd geconcludeerd dat zich geen onregelmatigheden hadden voorgedaan in de periode waarin MH17 op Schiphol was en dat alle protocollen op reguliere wijze waren uitgevoerd.

Cockpit Voice Recorder

De Cockpit Voice Recorder (CVR) van MH17 is aangetroffen op één van de plekken waar delen van het toestel zijn neergestort. De Cockpit Voice Recorder is overgedragen aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) die onderzoek heeft gedaan naar die CVR. Daarna is deze ook binnen het opsporingsonderzoek onderzocht. Kort voordat de recorder stopte met opnemen, is in de laatste 20 milliseconden een ultrakorte geluidsgolf van buiten het vliegtuig opgemerkt. Deze geluidsgolf is zo kort dat deze niet hoorbaar is met het oor, maar de geluidsgolf kon wel worden uitgelezen. U ziet op deze afbeelding, afkomstig uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, hoe de geluidsgolf verschillend is geregistreerd door vier microfoons in de cockpit. Deze afbeelding kijkt als het ware van boven op de cockpit. Op deze afbeelding ziet u links hetzelfde bovenaanzicht van de cockpit. De geluidsgolf kwam van buiten het vliegtuig vanaf een positie boven de linkerzijde van de cockpit en ging van voren naar achteren. Met de linkerkant wordt bedoeld de kant die links is als vanaf de achterkant van het vliegtuig naar voren wordt gekeken. Deze oorsprong en richting konden worden vastgesteld omdat zich in de cockpit meerdere microfoons bevonden en er onderling kleine verschillen waren in de tijdsregistratie van de geluidsgolf. Dit is op de linkerhelft van deze afbeelding weergegeven met een rode stip op de plek waar ongeveer de explosie moet hebben plaatsgevonden. De richting van de geluidsgolf is hierbij afgebeeld met de rode banen. Dit verklaart waarom deze geluidsgolf door de verschillende microfoons in de cockpit op verschillende wijzen is geregistreerd. Op de rechterhelft van deze afbeelding is dit weergegeven in een vooraanzicht van de cockpit. Het is als het ware alsof je voor het vliegtuig staat en recht de cockpit inkijkt. Opnieuw geeft de rode stip bij benadering de plaats van de explosie weer, boven de linkerzijde van de cockpit.

De geluidsgolf is in het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid vergeleken met de laatste geluidsgolven op opnamen van Cockpit Voice Recorders van vliegtuigen die zijn neergestort na een interne explosie, waaronder het vliegtuig dat werd opgeblazen boven Lockerbie in Schotland in 1988. De conclusie van die vergelijking is dat er belangrijke verschillen zijn in de tijdsduur, het piekgeluid en de afvlakking van de geluidsgolven. Uit het OVV onderzoek bleek dus al dat de geluidsgolf op de Cockpit Voice Recorder van MH17 niet past bij een explosie van binnenuit. Een geluidsbestand met de laatste twee minuten van de opname van de Cockpit Voice Recorder bevindt zich in het dossier.

Analyse van schade door de Onderzoeksraad voor Veiligheid

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft tevens de schade aan de wrakdelen van MH17 geanalyseerd. De Onderzoeksraad voor Veiligheid maakte in 2015 zijn conclusie bekend dat een explosief binnen de onder druk staande romp van het vliegtuig niet de schade zou kunnen veroorzaken zoals deze is aangetroffen in en aan de wrakstukken.

Forensisch onderzoek

Ook in het forensisch onderzoek werden meerdere bevindingen gedaan die onverenigbaar waren met een explosie van binnenuit. Dat leidde tot de tussenconclusie dat een explosie van binnenuit als oorzaak kon worden uitgesloten, zodat verder onderzoek daarnaar niet zinvol was. De belangrijkste redenen om tot deze tussenconclusie te komen waren de volgende:

  • Een belangrijke aanwijzing dat er geen sprake kon zijn geweest van een explosie van binnenuit het vliegtuig, was het aantreffen van beroeting aan de buitenzijde van wrakstukken van MH17. Aan de binnenzijde van de wrakstukken was deze beroeting niet te zien.U ziet hier de binnenzijde van de cockpit zoals gereconstrueerd in Nederland.
  • Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) concludeerde na onderzoek aan wrakstukken dat de resultaten wezen op een explosie aan de buitenzijde van het vliegtuig. U ziet hier een deel uit een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) met de resultaten van het onderzoek naar sporen van explosieven.
  • Daarnaast werden op verschillende vliegtuigonderdelen aan de buitenzijde perforaties waargenomen. De naar binnen gerichte perforaties zijn alleen te verklaren door de inslagschade van materiaal dat van buiten het vliegtuig is binnengedrongen. Ook is aan de buitenzijde schade zonder doorslag naar binnen aangetroffen, zoals schampschade. Deze vorm van schade is alleen te verklaren door een bron buiten het vliegtuig. Op plekken waar meerdere lagen plaatmateriaal waren samengeklonken, werden uitstulpingen naar buiten aangetroffen.Het ontstaan van dergelijke uitstulpingen als gevolg van een explosie wordt ook wel petalling genoemd. Bij de arenatest in Oekraïne, waar vergelijkbaar plaatmateriaal bij een exploderende Buk-raket werd geplaatst, werden vergelijkbare uitstulpingen waargenomen. Daarmee kon worden vastgesteld dat de naar buiten gerichte uitstulpingen in de wrakstukken van MH17 kunnen passen bij een externe explosie en niet veroorzaakt hoeven te zijn door een explosie aan boord.
  • Ten slotte werden metaaldelen met daarop gesmolten cockpitglas aangetroffen in de lichamen van de cockpitbemanning. U ziet hier een afbeelding uit een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Deze afbeelding is gemaakt met een elektronenmicroscoop. Onder 1 is een laagje platina te zien dat is aangebracht voor het onderzoek. Onder 3 is het stalen deeltje te zien. Daartussen, onder 2, bevindt zich het laagje opgesmolten cockpitglas: de zwarte rand op de foto. Zulke metaaldelen moeten dus het cockpitglas hebben doorboord voor zij de slachtoffers raakten, wat alleen past bij een explosie van buiten het vliegtuig.

Tussenconclusie scenario ontploffing van binnenuit

De bevindingen van dit deel van het onderzoek zijn dus als volgt:

  • Uitgebreid onderzoek naar de gang van zaken op Schiphol heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor enige onregelmatigheid die kan wijzen op het plaatsen van een explosief aan boord.
  • De opname van de Cockpit Voice Recorder, de analyse van de schade door de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de bevindingen van het forensisch onderzoek zijn alleen verenigbaar met een explosie van buitenaf en niet met een explosie van binnenuit.

Het OM meent dat via deze wegen voldoende onderzoek is gedaan naar het scenario waarin een ontploffing van binnenuit het vliegtuig de oorzaak was van het neerstorten van MH17.

Scenario air-to-air systeem

We komen nu te spreken over het scenario dat MH17 is neergeschoten door een gevechtsvliegtuig: het air-to-air scenario. Kort na het neerstorten van MH17 werd in open bronnen en op sociale media gesproken over een gevechtsvliegtuig dat zou zijn gezien in de buurt van de Boeing. Tijdens het onderzoek werden verklaringen van getuigen en tapgesprekken bekend waarin werd gezegd dat er een gevechtsvliegtuig, een ‘Sushka’, in de buurt van MH17 zou zijn geweest, en ook dat dit gevechtsvliegtuig verantwoordelijk zou zijn geweest voor het neerhalen. De Russische overheid verklaarde een week na de crash in een persconferentie dat op radarbeelden was waargenomen dat vlak voor het neerstorten een gevechtsvliegtuig bij MH17 vloog.

Hoewel de onderzoeksbevindingen al snel wezen op een andere oorzaak voor de crash dan het neerschieten door een gevechtsvliegtuig, is uitvoerig onderzocht of er bewijs is voor de aanwezigheid van een gevechtsvliegtuig nabij MH17 en of een gevechtsvliegtuig de vastgestelde schade kan hebben veroorzaakt. We zetten nu eerst op een rij wat de aanleiding was om onderzoek te doen naar het air-to-air scenario, dan welk onderzoek is verricht en daarna wat de reden was om dit deel van het onderzoek als voltooid te beschouwen.

Aanleiding onderzoek

Tapgesprekken

In tapgesprekken tussen separatisten wordt ná het neerstorten van MH17 gesproken over een gevechtsvliegtuig van het type Su-25, meestal aangeduid met de bijnaam ‘Sushka’. Vast staat dat de Oekraïense luchtmacht in de periode voorafgaand aan 17 juli 2014 Su-25 gevechtsvliegtuigen heeft ingezet boven Oost-Oekraïne.

Deelnemers aan deze gesprekken gingen er kort na de crash, rond 16:40 uur, van uit dat de separatisten een Sushka hadden neergeschoten. Pas vanaf omstreeks 18:40 uur die dag, toen (al ruim een uur) bekend was dat er een passagiersvliegtuig was neergehaald, gingen de telefoongesprekken over een Sushka die zou zijn neergehaald met een BUK nadat deze Sushka een Boeing zou hebben neergeschoten.

Getuigen

Meerdere getuigen in het onderzoek hebben verklaard dat zij een gevechtsvliegtuig zagen in de buurt van MH17. Ook komen in verschillende mediaberichten mensen aan het woord die zeggen dat ze een gevechtsvliegtuig zagen in de buurt van MH17, bijvoorbeeld in een item op de Russische BBC.

Persconferentie van het Russische ministerie van Defensie

Het scenario dat MH17 is neergehaald door een gevechtsvliegtuig kwam ook nadrukkelijk naar voren in een persconferentie die op 21 juli 2014 werd gegeven door de Russische overheid. Tijdens deze persconferentie werd door het Russische ministerie van Defensie onder meer gesteld dat op basis van radarbeelden bleek dat een Su-25 bij MH17 had gevlogen. Daarbij werd vermeld dat het bewuste gevechtsvliegtuig hoger gevlogen moest hebben dan 5000 meter. We laten nu een fragment zien uit deze persconferentie. Ook werd vermeld dat dit militaire vliegtuig gedurende een korte periode een vlieghoogte van 10000 meter zou kunnen bereiken en dat dit toestel bewapend kon worden met zogenaamde luchtdoelraketten.

Rapport van de ‘Russian Union of Engineers’

Een volgende vermelding van het air-to-air scenario vinden we in een rapport dat door de Russische overheid werd verstrekt als antwoord op een door het JIT gestelde rechtshulpvraag om (in het algemeen) relevante informatie. Het rapport van de 'Russian Union of Engineers' had de titel ‘analysis of the causes of the crash of Flight MH17 (Malaysian Boeing 777)’ en was gedateerd op 15 augustus 2014. In het rapport werd beschreven dat de onderzoekers tot de conclusie waren gekomen dat MH17 was neergeschoten door een gevechtsvliegtuig. Zo werden foto’s van wrakstukken getoond en werd daarbij geschreven dat deze overeenkwamen met de schade van de kogels van een boordkanon. Specifiek concluderen de onderzoekers in het rapport dat MH17 eerst is beschoten met een boordkanon door een tegemoetkomend gevechtsvliegtuig, waarna dat gevechtsvliegtuig gedraaid zou hebben en van de achterzijde ook nog met R-60 of R-73 luchtdoelraketten op MH17 zou hebben geschoten.

Open bronnen

Hierbij kwamen nog vele open bronnen, zoals perspublicaties, waarin het gevechtsvliegtuigscenario werd toegelicht. Soms in algemene zin, en soms met hele specifieke beschuldigingen of verhalen. Een voorbeeld van zo’n specifieke beschuldiging is te zien in verhalen in Russische media dat een Oekraïense piloot genaamd Voloshin vlucht MH17 zou hebben neergeschoten.

Opvallend zijn ook de publieke berichten van een persoon die zich Carlos noemde en zei luchtverkeersleider in Oekraïne te zijn geweest. Hij beweerde de MH17 crash te hebben gevolgd vanuit de luchtverkeerstoren van vliegveld Boryspil bij Kiev. Hij schreef daarbij onder meer dat twee Oekraïense gevechtsvliegtuigen te zien waren in de buurt van de Boeing 777 en dat de Boeing daarna van de radar verdween.

Verloop van het onderzoek

Er was dus meer dan genoeg aanleiding om goed te onderzoeken of er een gevechtsvliegtuig nabij MH17 was en of een gevechtsvliegtuig MH17 kan hebben neergeschoten. Ook is specifiek onderzoek gedaan naar de afzonderlijke bronnen voor het air-to-air scenario die zojuist zijn beschreven.

Was er een gevechtsvliegtuig bij MH17?

We zetten nu op een rij welk onderzoek naar de aanwezigheid van een gevechtsvliegtuig in de buurt van MH17 is gedaan. Voor de begrijpelijkheid van het standpunt van het Openbaar Ministerie dat het onderzoek naar dit scenario volledig is geweest vermelden we bij de verschillende onderzoeksstappen meteen welke tussenconclusies die hebben opgeleverd.

Ten eerste is radarinformatie onderzocht die is verstrekt door de Russische en de Oekraïense autoriteiten. We hebben het onderzoek naar deze radargegevens al uitgebreid toegelicht. Volgens verschillende deskundigen is door de primaire radar geen ander luchtvaartuig geregistreerd in de buurt van bij MH17 rond het moment van de crash.

Er is ook informatie opgevraagd bij de Oekraïense overheid over vliegbewegingen in Oost-Oekraïne op 17 juli 2014. Volgens de Oekraïense autoriteiten hebben op 17 juli 2014 verschillende vluchten plaatsgevonden, maar stonden alle militaire vliegtuigen aan de grond op het moment dat MH17 werd neergeschoten. U ziet hier een weergave van de ontvangen informatie. De groene lijnen zijn militaire vluchten die op 17 juli zijn uitgevoerd: deze waren allemaal buiten het conflictgebied, dat hier in paars is aangegeven. De rode lijn betreft het laatste deel van de door MH17 afgelegde route. Volgens deze door Oekraïne verstrekte vluchtgegevens zijn op 17 juli 2014 de hele dag geen militaire vluchten uitgevoerd in het luchtruim van Luhansk Oblast of Donetsk Oblast.

Er is met een open vraagstelling gezocht naar getuigen van het neerschieten van MH17. Door het JIT zijn daarbij meerdere getuigen gehoord die verklaren gezien of gehoord te hebben dat MH17 is neergeschoten door een of meer gevechtsvliegtuigen. Daarnaast zijn verschillende luchtverkeersleiders en militairen uit Oekraïne als getuigen gehoord. De eerder genoemde Oekraïense piloot Voloshin, die in 2018 is overleden, is voor zijn dood door het onderzoeksteam als getuige gehoord, evenals zijn commandant. Ook de Oekraïense luchtverkeersleider Petrenko, die volgens diverse publicaties op mysterieuze wijze verdwenen zou zijn na 17 juli 2014, is als getuige gehoord in het onderzoek.Die getuigenverklaringen, en de waardering daarvan, kunnen desgewenst bij de inhoudelijke behandeling aan de orde komen. Uit al deze getuigenverklaringen – beoordeeld in samenhang met de andere onderzoeksbevindingen -volgde naar het oordeel van het onderzoeksteam en het Openbaar Ministerie geen serieuze aanwijzing voor de aanwezigheid van een militair vliegtuig in de nabijheid van MH17 die nader onderzocht kon worden.

Het onderzoeksteam heeft gezocht naar open bronnen en tapgesprekken over het scenario dat een gevechtsvliegtuig MH17 heeft neergeschoten en breder naar open bronnen en tapgesprekken over de aanwezigheid van gevechtsvliegtuigen op de middag van 17 juli 2014 in het gebied rond de laatst geregistreerde positie van MH17. Dat heeft geen aanknopingspunten opgeleverd voor verder onderzoek. Een analyse van de tapgesprekken leverde het beeld op dat we zojuist al schetsten: aanvankelijk werd tussen gewapende strijders van de DPR alleen gesproken over het zelf neerschieten van een gevechtsvliegtuig. Pas nadat bekend werd dat er een burgervliegtuig was neergeschoten, begon men onderling te spreken over het neerschieten van een gevechtsvliegtuig dat kort daarvoor een Boeing had neergeschoten.

Ook is opgenomen communicatie tussen Russische en Oekraïense luchtverkeersleiders voorafgaand, tijdens en na het neerstorten van MH17 onderzocht. Op de Russische persconferentie van 21 juli 2014 werd immers verteld dat Russische luchtverkeersleiders minutenlang een gevechtsvliegtuig hadden waargenomen in de buurt van MH17. Op die Russische persconferentie werd hierover onder meer het volgende gezegd.

Op grond van deze persconferentie kon verwacht worden dat over een dergelijke waarneming ook was gesproken tussen luchtverkeersleiders onderling. Uit de opgenomen communicatie tussen Russische en Oekraïense luchtverkeersleiders blijkt inderdaad dat de Russische verkeersleider de beschikking had over primaire radarbeelden. Over de aanwezigheid van een ander (onbekend) vliegtuig in de nabijheid van vlucht MH17 wordt echter in het geheel niet gesproken. We laten nu een fragment uit deze communicatie horen.

Een volledig transcript bevindt zich in het dossier. Na het verdwijnen van MH17 van de radar vraagt de Oekraïense luchtverkeersleider aan zijn Russische collega of hij primaire radarbeelden kan terugkijken: een zogenaamde playback. Over de resultaten van deze playback worden vervolgens geen bijzonderheden gemeld. Ook na het terugkijken van de primaire radarbeelden met bijzondere aandacht voor de vraag wat de oorzaak kan zijn voor het verdwijnen van vlucht MH17 van de radar worden door de Russische luchtverkeersleider op 17 juli 2014 dus geen waarnemingen over andere vliegtuigen gerapporteerd.

Eveneens is bekeken of de communicatie tussen luchtverkeersleiders en andere vliegtuigen in de wijde omgeving relevante informatie kan opleveren. Een vliegtuig van Singapore Airlines met vluchtnummer SIA351 vloog ten tijde van het neerstorten op 35 kilometer afstand van MH17 en is daarmee het dichtstbijzijnde andere vliegtuig. Uit de transcriptie van de radiocommunicatie tussen de Oekraïense luchtverkeersleiding en vlucht SIA351 blijkt dat de cockpitbemanning, na verzoek om uit te kijken naar vlucht MH17, niets van het incident of het luchtvaartuig heeft waargenomen.

We hebben eerder al gesproken over het onderzoek naar de opnamen van de Cockpit Voice Recorder (CVR) van MH17. Hierop is geen communicatie te horen tussen de bemanningsleden over een ander vliegtuig in de nabijheid van MH17. Evenmin zijn andere voor dit scenario relevante geluiden te horen, zoals bijvoorbeeld inslagen van kogels van een boordkanon. Op de CVR-gegevens is enkel de al genoemde ultrakorte geluidsgolf waargenomen die komt van buiten aan de linkerkant van de cockpit, vlak voordat het vliegtuig neerstortte. Ook dit resultaat past niet bij het scenario van een aanval van een gevechtsvliegtuig.

Specifiek voor het scenario dat een gevechtsvliegtuig MH17 heeft neergeschoten en direct daarna zelf werd neergeschoten is nog relevant te melden dat nergens op de crashsite en ook niet tijdens het onderzoek naar de wrakstukken in Nederland enig deel van een ander vliegtuig dan MH17 is aangetroffen.

Kan een gevechtsvliegtuig vlucht MH17 hebben neergeschoten?

Verder is onderzocht of een gevechtsvliegtuig – en specifiek de op de Russische persconferentie genoemde Su-25 – technisch gezien vlucht MH17 kan hebben neergeschoten. Dit onderzoek heeft de volgende resultaten opgeleverd:

Er is onderzoek gedaan naar de vraag of een Su-25 op een hoogte van 10 kilometer een passagiersvliegtuig kan neerschieten. Verschillende bronnen melden dat de Su-25 een maximale vlieghoogte van minder dan 10 kilometer heeft. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst heeft echter in een ambtsbericht gemeld dat uit betrouwbare bron kan worden bevestigd dat een Su-25 een hoogte kan bereiken van 10 kilometer. Gelet daarop neemt het Openbaar Ministerie aan dat de vliegcapaciteiten van de Su-25 niet zelfstandig een reden vormen om dit scenario af te wijzen.

Een gevechtsvliegtuig als de Su-25 kan slechts worden voorzien van bepaalde soorten bewapening. Deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut hebben onderzocht welke typen luchtdoelraketten van een gevechtsvliegtuig het algemene schadebeeld zoals zichtbaar op de wrakstukken van MH17 zouden kunnen hebben veroorzaakt. Hierbij is onder meer gelet op de hoeveelheid en het type schade. Die schade is vergeleken met de fragmentatiedelen en de massa van de explosieve lading van verschillende types luchtdoelraketten. Bij deze analyse heeft het Nederlands Forensisch Instituut de vastgestelde overeenkomsten van verschillende in het forensisch onderzoek aangetroffen materialen met onderdelen van een Buk-raket buiten beschouwing gelaten. Op die manier konden de resultaten van verschillende onderzoeken naast elkaar gewogen worden.

De enige luchtdoelraketten van een gevechtsvliegtuig die volgens het Nederlands Forensisch Instituut (ruim genomen) verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor schade zoals die te zien is aan de wrakstukken zijn raketten van de types R-33 (AA-9 Amos) en R-37 (AA-13 Axehead). Het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaart Centrum (NLR) kwam ten behoeve van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid tot eenzelfde conclusie, met de toevoeging van rakettype R-40. Deze luchtdoelraketten kunnen echter uitsluitend gelanceerd worden vanaf een gevechtsvliegtuig van het type MiG-31, die wel in gebruik zijn bij de Russische luchtmacht, maar niet bij de Oekraïense luchtmacht. Bovendien concludeerde het NLR dat de inslagschade van MH17 niet veroorzaakt kan zijn door een boordkanon.

Bronnen van het air-to-air scenario

Tijdens het onderzoek naar het air-to-air scenario zijn verschillende bevindingen gedaan ten aanzien van de bronnen die de aanleiding vormden voor dit deel van het onderzoek.

Zo is er onderzoek gedaan naar de persconferentie van de Russische overheid van 21 juli 2014. In de eerste plaats is daarbij geconstateerd dat er opvallende verschillen waren met een persconferentie van de Russische autoriteiten die later, op 26 september 2016, werd gegeven. Wie deze persconferenties met elkaar vergelijkt, ziet dat dezelfde plots op de radar die in 2014 aan een gevechtsvliegtuig worden toegeschreven in 2016 door de Russische autoriteiten worden bestempeld als wrakstukken van vlucht MH17.Bij analyse van het rapport van de ‘Russian Union of Engineers’ valt op dat de conclusies feitelijke onderbouwing missen. Zo wordt niet duidelijk waarom de getoonde inslagschade nu precies veroorzaakt zou moeten zijn door een boordkanon, zoals de ‘Union’ stelt. Ook is er reden om te twijfelen aan de zorgvuldigheid en intenties van de opstellers van het rapport. Uit onderzoek naar open bronnen is gebleken dat de Russische staatszender Kanaal Een (Pervyj kanal) in november 2014 een beweerdelijke satellietfoto heeft gepresenteerd van een gevechtsvliegtuig dat op MH17 schoot. In de uitzending van Kanaal Een werd de vicepresident van de ‘Russian Engineers Union’ om commentaar gevraagd. Volgens de vicepresident hadden zij de foto nauwkeurig geanalyseerd en geen aanwijzingen gevonden van manipulatie. Kort na de uitzending werd deze foto in diverse andere media afgedaan als overduidelijke vervalsing. Eind 2019 heeft ook de hoofdredacteur van Kanaal Een erkend dat dit beeld overduidelijk gemanipuleerd was. Ten slotte mag het minst genomen opmerkelijk genoemd worden dat in het rapport de R-60 en R-73 luchtdoelraketten enerzijds worden aangemerkt als ‘tamelijk zwakke hittezoekende raketten’ die met name bedoeld zijn om vliegtuigmotoren te treffen, en anderzijds wordt geconcludeerd dat MH17 getroffen zou zijn met zulke raketten vanaf de achterzijde. Verschillende deskundigen leggen in het dossier uit waarom MH17 niet getroffen kan zijn door R-60 en R-73 raketten, laat staan vanaf de achterzijde.

Wie ziet hoe de schade aan de wrakstukken van MH17 aan de linker voorzijde is geconcentreerd, kan hier ook zelf over oordelen.

In het dossier wordt uitgebreider verslag gedaan van dit deel van het onderzoek. Zo is ook onderzoek gedaan naar de Spaanse persoon die verklaarde Carlos te heten en luchtverkeersleider in Oekraïne te zijn geweest. Het blijkt een man te zijn die nooit luchtverkeersleider is geweest, eerder in Spanje is veroordeeld voor fraude en inmiddels in Roemenië is opgepakt ter uitlevering (aan Spanje). Verschillende bronnen schrijven dat hij heeft verklaard geld uit Rusland te hebben ontvangen voor zijn verhaal.

Tussenconclusie scenario air-to-air systeem

Er is dus op verschillende manieren onderzoek verricht naar de vraag of vlucht MH17 door een gevechtsvliegtuig kan zijn neergeschoten. Dat onderzoek heeft vele resultaten uit verschillende bronnen opgeleverd die onverenigbaar zijn met het air-to-air scenario. De meest objectieve en belangrijke van die resultaten zijn de radardata, de opname van de Cockpit Voice Recorder, de opgenomen communicatie tussen Oekraïense en Russische luchtverkeersleiders en het forensisch onderzoek door verschillende onafhankelijke deskundigen.

Het OM is ervan overtuigd dat hiermee voldoende onderzoek is gedaan naar het scenario dat een aanval van een air-to-air wapen de oorzaak was van het neerstorten van MH17. Met name de bevindingen dat de primaire radar geen ander vliegtuig bij MH17 heeft gedetecteerd, dat de geconstateerde schade niet veroorzaakt kan zijn door een gevechtsvliegtuig en dat een aanval door een gevechtsvliegtuig niet verenigbaar is met de opname van de Cockpit Voice Recorder maken dat wij op basis van de nu beschikbare informatie geen mogelijkheden meer zien voor zinvol nader onderzoek naar dit scenario.

Scenario andere surface-to-air systemen

We zullen nu toelichten hoe onderzoek is gedaan naar het scenario dat MH17 is neergeschoten met een ander grond-lucht (of ‘surface to air’) raketsysteem dan een Buk.

Verloop onderzoek

Daarvoor is onderzocht welke typen grond-lucht raketsystemen in juli 2014 in gebruik waren bij de Russische en Oekraïense strijdkrachten. Daarbij is gezocht naar wapensystemen met een hoogtebereik van 10 kilometer. Uit de gegevens van de flight data recorder blijkt immers dat MH17 op die hoogte is neergeschoten. Hieruit is gebleken dat er bij de Russische en Oekraïense strijdkrachten tien verschillende typen surface to air (of SAM)-wapensystemen bestonden met voldoende hoogtebereik.

Vervolgens zijn deze tien wapensystemen voorgelegd aan een explosievendeskundige van het Nederlands Forensisch Instituut met de vraag of op basis van de (soms beperkte aanwezige) informatie over de explosieve lading van deze systemen kon worden vastgesteld welke van deze SAM-systemen mogelijk verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor het neerhalen van MH17. Hierbij is gekeken naar de massa van de explosieve lading, het aantal, de vorm en de samenstelling van de fragmentatiedelen van de warheads van die SAM-systemen. Vervolgens heeft de deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut dit vergeleken met het werkelijke schade- en sporenbeeld op basis van de wrakstukken van MH17. Omdat dit een onderzoek was naar andere systemen dan de Buk, heeft het Nederlands Forensisch Instituut de vastgestelde overeenkomsten van verschillende in het forensisch onderzoek aangetroffen materialen met onderdelen van een Buk-raket buiten beschouwing gelaten. Op die manier konden de resultaten van verschillende onderzoeken naast elkaar gewogen worden. Op basis van de schade aan de wrakdelen concludeert het Nederlands Forensisch Instituut dat die schade - naast de Buk-raket - alleen veroorzaakt zou kunnen zijn door twee van die andere tien SAM-systemen: de 2K11 Krug  (SA-4 Ganef) en de S-300V (SA-23 Gladiator). Vervolgens is nader onderzoek gedaan naar deze twee overgebleven systemen.

De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) heeft onderzocht welke SAM-systemen in de maand juli 2014 in de regio aanwezig waren. Daarbij is uitgegaan van eigen bronnen en die van partnerdiensten. Daarbij komen de Ganef en de Gladiator niet in beeld.[1] Ook volgens de Oekraïense strijdkrachten hadden zij de Ganef en de Gladiator niet in gebruik. Evenmin is gebleken dat gewapende groepen in Oost-Oekraïne over deze wapens beschikten.

Uit het onderzoek van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst komen slechts twee andere typen SAM-systemen dan de Buk naar voren die in de maand juli 2014 aanwezig waren in de regio en in staat waren om MH17 op de gegeven hoogte neer te schieten. Dat zijn de S-300PS (SA-10B Grumble) en de S-300PM2 (SA-20B Gargoyle). De Grumble was volgens de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst in gebruik bij de Oekraïense strijdkrachten; de Gargoyle bij de Russische. Het Nederlands Forensisch Instituut heeft deze twee systemen, als gezegd, uitgesloten als mogelijke bron voor de schade aan de wrakdelen van MH17 omdat de specificaties van deze systemen, zoals de explosieve lading en de fragmentatiedelen, niet passen bij de schade die te zien is aan de wrakstukken van MH17. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst heeft deze systemen ook uitgesloten als mogelijke wapens waarmee MH17 is neergeschoten, maar dan op andere gronden. Volgens de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst bevonden de operationele Oekraïense S-300PS (Grumble) systemen zich op 17 juli 2014 minimaal 175 kilometer buiten het bereik van MH17. De operationele Russische S-300PM2 (Gargoyle) systemen hadden vanaf twee locaties wel voldoende bereik. Deze stonden opgesteld in dichter bevolkt gebied bij de Russische stad Rostov aan de Don. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst heeft geen aanwijzing gevonden voor een lancering door deze systemen op 17 juli 2014. Omdat dit volgens de dienst niet onopgemerkt had kunnen blijven, sluit het een lancering vanuit dit dichter bevolkte gebied uit.

Tussenconclusie scenario andere surface-to-air systemen

Tussenconclusie: er is onderzoek gedaan naar het scenario dat MH17 met een andere SAM-raket is neergeschoten dan een Buk-raket. Als we de analyse van forensische deskundigen combineren met informatie over in de regio aanwezige wapensystemen, komt er geen ander wapensysteem dan de Buk in beeld. Voor dit scenario van een ander SAM-systeem dan de Buk is verder geen aanknopingspunt gevonden dat nader onderzocht zou kunnen worden.

Scenario Buk-raket vanaf andere locaties

Uitgaand van het gebruik van een Buk-systeem, is onderzocht vanaf welke afvuurlocatie MH17 is neergeschoten. Vanaf het begin van het onderzoek zijn meerdere locaties onder de loep genomen. Eén daarvan is op basis van de bevindingen van het onderzoek aangewezen door het JIT als afvuurlocatie en in het dossier beschreven als het hoofdscenario. Dat is een locatie bij Pervomaiskyi. Er is echter ook onderzoek gedaan naar mogelijke andere locaties. Dat deel van het onderzoek zullen we nu bespreken.

Raketbereik

Daarbij is eerst gekeken naar het bereik van een Buk-raket. Op basis daarvan kon een eerste grove afbakening worden gemaakt van het gebied van waaruit de raket moet zijn afgevuurd. Voor het maximale bereik van een raket van de 9M38-serie is geput uit gegevens verstrekt door de Russische autoriteiten, specificaties van de Russische fabrikant (onderdelen van Almaz Antey), informatie van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en militaire literatuur. Op grond daarvan is een maximaal raketbereik bepaald van 36 kilometer. Vervolgens is de laatste positie van MH17 vastgesteld op basis van de gegevens in de Flight Data Recorder.

Op die locatie heeft de raket MH17 getroffen. In het dossier wordt dat ook wel de ‘point of impact’ genoemd. Als tussenconclusie is dus aangenomen dat de afvuurlocatie binnen een straal van 36 kilometer rondom dat punt moest liggen. Onderzoek naar het verloop van het conflict wijst uit dat dit grondgebied op 17 juli 2014 vrijwel geheel onder controle stond van DPR-strijders.

Alternatieve afvuurlocaties

Vervolgens is er onderzoek gedaan naar meerdere potentiele afvuurlocaties: ruimere gebieden of specifieke plaatsen die op enige wijze genoemd werden als plek waar vandaan de raket zou zijn afgeschoten. Zowel de omgeving van Amvrosievka als de omgeving van Yenakiieve is genoemd als afvuurgebied. Tijdens het onderzoek zijn verder meerdere specifieke plaatsen naar voren gekomen als potentiele afvuurlocaties: naast de door het JIT al publiek gemaakte plaats bij Pervomaiskyi – die we later apart zullen bespreken - zijn dat locaties in Snizhne en bij Zaroshschenske. Er is onderzoek verricht naar deze locaties aan de hand van satellietfoto’s, getuigenverklaringen, telecomgegevens en andere bewijsbronnen. Op satellietfoto’s van voor en na het neerschieten van MH17 is gezocht naar veranderingen die kunnen wijzen op een raketlancering, zoals brandschade, veranderingen in vegetatie en voertuigsporen. Voor het telecomonderzoek zijn op meerdere van deze locaties netwerkmetingen verricht. Ook zijn van verschillende van deze locaties grondmonsters genomen, maar zoals wij al hebben uitgelegd, bleken deze door het tijdsverloop niet bruikbaar voor het onderzoek.

Het onderzoek heeft voor alle alternatieve afvuurlocaties de tussenconclusie opgeleverd dat er geen concrete aanwijzingen zijn voor de afvuur van een grond-luchtraket op 17 juli 2014. Wij bespreken nu die verschillende gebieden en locaties en de redenen waarom het onderzoek naar deze plekken door het Openbaar Ministerie als voltooid wordt beschouwd.

De omgeving van Yenakiieve

De SBU heeft kort na de ramp, nog in juli 2014, inlichtingen ontvangen dat vlucht MH17 mogelijk zou zijn neergeschoten met twee Buk-raketten vanaf een plaats in de omgeving van Yenakiieve. In het onderzoek kwam bovendien naar voren dat in de omgeving van Yenakiieve en Chernukhino kozakken en een zekere ‘Minyor’ actief waren. ‘Minyor’ is vermoedelijk Igor Ivanovich Ukrainets. In tapgesprekken zijn Ukrainets en de kozakken genoemd als mogelijke betrokkenen bij het neerschieten van vlucht MH17.

Er is onderzoek gedaan naar deze tapgesprekken. Daaruit bleek dat deze worden gevoerd door personen die zelf geen directe kennis lijken te hebben van de gang van zaken bij het neerschieten. Onderzoek naar de tapgesprekken die zijn gevoerd door Ukrainets op 17 juli 2014 heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor zijn betrokkenheid bij het neerschieten van MH17. Voor een lancering vanuit dit gebied zijn geen concrete telecomgegevens, getuigen of andere bronnen gevonden.

Om verschillende redenen heeft het Openbaar Ministerie besloten dat het niet zinvol is om nog meer onderzoek te verrichten naar deze plek dan reeds is gebeurd. Ten eerste is er geen enkele andere aanwijzing dat MH17 met twee raketten is neergeschoten, zoals in de inlichtingen wordt gesteld. Dat is een indicatie dat deze inlichtingen niet kloppen. Ten tweede valt de omgeving van Yenakiieve buiten alle berekende afvuurgebieden: op basis van de bekende capaciteiten van het Buk-systeem is het dus niet mogelijk dat MH17 vanuit deze omgeving is neergeschoten met twee Buk-raketten. Tot slot zijn er geen concrete aanwijzingen voor dit scenario bekend, waarnaar nog zinvol nader onderzoek gedaan kan worden.

De omgeving van Amvrosievka

Een ander afvuurgebied dat is genoemd, betreft de omgeving van Amvrosievka. Dit is naar voren gekomen in een strafrechtelijk onderzoek dat de Russische autoriteiten hebben gedaan naar de gebeurtenissen in Oost-Oekraïne. In dat onderzoek zijn verschillende getuigen gehoord. Meerdere verklaringen zijn door de Russische autoriteiten aan het JIT verstrekt. De meeste van deze verklaringen zien op een mogelijke aanval op MH17 door een gevechtsvliegtuig. Twee getuigen, een echtpaar, verklaren over een raketlancering vanuit een gebied bij de plaats Amvrosievka. Hoewel hun verhoren volgens de Russische autoriteiten afzonderlijk en op verschillende tijdstippen zouden zijn afgenomen, zijn de verklaringen van deze twee getuigen vrijwel woordelijk identiek.

Volgens het echtpaar zou de raket zou zijn afgeschoten in de buurt van Amvrosievka. Een specifieke locatie wordt niet genoemd. Omdat de verklaringen van dit echtpaar geen informatie bevatten over een specifieke locatie is onderzoek naar deze verklaringen aan de hand van satellietbeelden niet mogelijk.

Het onderzoek van het JIT heeft niets opgeleverd over de omgeving van Amvrosievka. In open bronnen zijn geen publicaties of beeldmateriaal gevonden over een Buk-systeem in de omgeving van Amvrosievka of een raketlancering vanuit dat gebied. Gedurende het onderzoek zijn verschillende getuigenoproepen gedaan. Naar aanleiding hiervan hebben vele getuigen zich tot het JIT gewend. Geen van die getuigen heeft de lezing van dit echtpaar bevestigd. Deze twee verklaringen van het echtpaar staan dus op zichzelf en zijn onverenigbaar met andere bevindingen in het onderzoek. De verklaringen zijn toegevoegd aan het dossier, zodat procespartijen deze zelf kunnen beoordelen.

De Furshet supermarkt in Snizhne

In een ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst van 25 juli 2014 wordt een plaats genoemd in het centrum van Snizhne, achter de plaatselijke supermarket Furshet. Achter deze supermarkt ligt braakliggend land. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst meldt dat dit stukje land de “door de SBU op basis van intelligence veronderstelde plaats van fatale lancering van de BUK-M” raket is.

Grondmonsters konden op deze plaats niet genomen worden, omdat het braakliggend terrein geasfalteerd bleek. Er zijn in het onderzoek geen getuigen naar voren gekomen die verklaren over een lancering van deze plek of open bronnen die hierover concrete informatie bieden.

In meerdere tapgesprekken wordt gesproken over de Furshet in relatie tot het lanceervoertuig dat die die dag gezien is in Snizhne. Het is te begrijpen dat hierdoor in de eerste week na 17 juli 2014 - toen er nog geen totaalbeeld bestond van de relevante afgeluisterde tapgesprekken – de indruk kan zijn gewekt dat dit lanceervoertuig – de Buk-TELAR - deze plek bij de Furshet als eindbestemming had. Naarmate het telecomonderzoek vorderde, werd echter steeds duidelijker dat de Buk-TELAR wel zowel voor als na het neerschieten van MH17 langs de Furshet is gereden en daar ook heeft stilgestaan, maar daar geen raket heeft afgevuurd.

Veld ten noorden van Snizhne

Een tweede specifieke alternatieve locatie ligt in het noorden van Snizhne. De schrijvers van een artikel in het Algemeen Dagblad uit 2015, dat gemaakt is samen met Correctiv en weekblad Der Spiegel, hebben een lokale leider van de separatisten gesproken. Hij zou gezegd hebben dat zij in het noorden van de stad Snizhne een luchtverdediging hebben opgebouwd.

Het noorden van Snizhne komt ook terug in een Zello-chat. Daarin wordt door meerdere personen besproken dat zij een enorme knal hoorden “toen hij neerviel”, “zo hard dat de Kjimmasj-fabriek stond te schudden en kraken”. Weer iemand anders zegt rook gezien te hebben in de richting van die fabriek. Deze fabriek ligt in het noorden van de stad Snizhne. Het is onduidelijk waar de mensen die deze uitspraken doen in de Zello-chat zelf waren op het moment van hun waarneming, dus kan er geen conclusie getrokken worden over een specifieke locatie. In een ander deel van de chat wordt juist weer gesproken over een raket ten zuiden van Snizhne, bij de moestuinen Oktober.

Voor de locatie in het noorden van Snizhne genoemd door het Algemeen Dagblad zijn geen relevante tapgesprekken of andere, concrete bronnen aangetroffen tijdens het onderzoek.

Van deze locatie zijn satellietbeelden bestudeerd zowel door het onderzoeksteam zelf, als door de European Space Agency (ESA). Ook deze beelden geven geen aanwijzing voor een raketlancering. Rondom 17 juli 2014 zijn geen sporen van de aanwezigheid van een lanceersysteem of het afvuren van een Buk-raket geconstateerd. De ESA concludeert daarom dat deze plek geen potentiele lanceerlocatie is voor de datum van 17 juli 2014.

Locatie ten zuiden van Zaroshchenske

Een derde specifieke plaats die is genoemd als alternatieve lanceerlocatie is gelegen bij Zaroshschenske. Het Russische Ministerie van Defensie en daarna ook de raketfabrikant Almaz Antey hebben gewezen op de mogelijkheid van de lancering van een Buk-raket vanaf een locatie ten zuiden van deze plaats. Het Russische Ministerie van Defensie deed dit in een persconferentie van 21 juli 2014. Ook naar deze locatie is onderzoek gedaan.

Zaroshchenske ligt binnen een straal van 36 kilometer vanaf de locatie waar MH17 is getroffen. Het was dus technisch mogelijk om MH17 vanaf deze locatie neer te schieten met een Buk-raket. Volgens het Russische Ministerie van Defensie en Almaz Antey zijn er aanwijzingen dat dit ook feitelijk is gebeurd. Daarbij verwijst het Ministerie naar satellietfoto’s van Oekraïense Buk-systemen en baseert de raketfabrikant zich op een berekening van het afvuurgebied. Deze twee bronnen hebben wij onderzocht. Daarnaast hebben we onderzoek gedaan naar getuigen en telecomgegevens die aanwijzing zouden kunnen geven voor een lancering vanuit deze locatie.

Onderzoek naar satellietfoto’s

Eerst bespreken we het onderzoek naar de satellietfoto’s van het Russische Ministerie van Defensie. Tijdens de persconferentie van 21 juli 2014 werden satellietfoto’s getoond van een basis met het nummer A-1428 van de Oekraïense strijdkrachten, gelegen ten noordwesten van Donetsk. Volgens de Russische toelichting was de bovenste foto op 14 juli 2014 gemaakt. Op de onderste foto van 17 juli 2014 zou hetzelfde lanceersysteem verdwenen zijn.

Vervolgens werd een satellietfoto getoond waarop twee Oekraïense Buk-systemen te zien zouden zijn in een veld ten zuiden van Zaroshchenske.Deze foto zou zijn gemaakt op 17 juli 2014. Op een foto van dezelfde plaats een dag later, op 18 juli 2014, waren deze systemen niet meer te zien. Daarmee werd de suggestie gewekt dat MH17 met één van deze Buk-systemen zou zijn neergeschoten.

Op verzoek van het Openbaar Ministerie hebben de Russische autoriteiten deze foto’s aan het onderzoeksteam verstrekt. Dit bleken kopieën. Wij hebben die kopieën onderzocht.

Het onderzoeksteam heeft de European Space Agency (ESA) gevraagd onderzoek te doen naar satellietbeelden van deze locaties. De resultaten daarvan zijn aan het dossier toegevoegd. ESA heeft een satellietfoto aangeleverd van 17 juli 2014 van de basis ten noordwesten van Donetsk. Die geeft een ander beeld dan de Russische satellietfoto. Het verschil is duidelijk: de Buk-TELAR die volgens de Russische Federatie op de foto van 17 juli 2014 is verdwenen, staat op de satellietfoto van ESA nog op dezelfde plaats.

Vervolgonderzoek wees uit dat dit niet ligt aan een verschil in tijdstip van de gemaakte satellietfoto’s. De satellietfoto’s van de Russische Federatie wijken namelijk duidelijk af van andere satellietbeelden uit juli 2014. Onderzoekscollectief Bellingcat heeft hiervan een analyse uitgebracht. Het onderzoeksteam heeft kennis genomen van deze analyse en vervolgens de satellietfoto’s gecontroleerd aan de hand van eigen bronmateriaal. De conclusie van die analyse is dat de foto’s niet genomen kunnen zijn op de data die zijn genoemd op de Russische persconferentie. Zo zijn op de Russische beelden nog bomen en struiken rond de basis te zien die blijkens andere satellietfoto’s al voor 2 juli 2014 verwijderd zijn.

Onderzoek wees verder uit dat deze basis bij Donetsk al sinds begin juli 2014 is verlaten door de Oekraïense strijdkrachten en is overgenomen door separatisten. Daarbij hebben de Oekraïense strijdkrachten meerdere voertuigen achtergelaten, waaronder een defecte Buk-TELAR. Onderzoekers hebben vastgesteld dat deze TELAR op satellietbeelden tussen 30 mei 2014 en 3 september 2014 steeds op exact dezelfde plaats staat, waarbij het draaibare bovengedeelte van de TELAR zich op ieder beeld in dezelfde hoek van 45 graden bevindt ten opzichte van het onderste gedeelte van het voertuig. Deze Buk-TELAR is ook van dichtbij gefotografeerd.

Op beide foto’s is een stukje van het blauwe dak te zien dat ook op de satellietfoto’s duidelijk zichtbaar is. De positie van de TELAR, inclusief de 45 graden hoek tussen het bovenste en het onderste gedeelte, komt precies overeen met die op de bestudeerde satellietfoto’s. Op deze foto’s is duidelijk te zien dat deze TELAR inderdaad kapot is en buiten gebruik. U ziet de schade aan het bovendeel en de roest op de rupsbanden.

In het onderzoek is ook informatie verzameld dat deze locatie ten noordwesten van Donetsk ruim vóór 17 juli 2014 al niet meer in handen was van de Oekraïense strijdkrachten.

Soortgelijk onderzoek is gedaan naar de Russische satellietfoto’s van 17 en 18 juli 2014 van de locatie bij Zaroshchenske. Vergelijking van de foto van 17 juli 2014 met andere satellietfoto’s uit neutrale bronnen van hetzelfde gebied levert onverklaarbare verschillen op. Zo is op een satellietfoto van Google Earth van het gebied van 16 juli 2014 te zien dat er een veld is omgeploegd of bewerkt. Op de Russische foto ligt hetzelfde veld er ongerept bij. Deze foto kan dus niet, zoals wordt beweerd, op 17 juli 2014 zijn genomen. Verder zijn er op een Google Earth satellietfoto van ditzelfde gebied, van 21 juli 2014, dus een paar dagen na de veronderstelde lancering en afvoer van het lanceersysteem, geen sporen te zien van een lancering of lanceervoertuig. Terwijl uit onderzoek naar het Buk-systeem blijkt dat bij een lancering in droog veld brand kan ontstaan en de rupsbanden van de zware lanceervoertuigen sporen zullen achterlaten op onverhard terrein.

Ook de European Space Agency (ESA) vindt in satellietbeelden van 16 en 21 juli 2014 geen aanwijzingen voor een Buk-lancering vanuit dit gebied ten zuiden van Zaroshchenske. Volgens ESA was er bovendien van 17 tot en met 21 juli 2014 vrijwel volledige bewolking in dit gebied, waardoor er geen satellietbeeld beschikbaar was. Dat past niet bij het heldere beeld van een beweerdelijk leeg veld, zonder Buk-systemen, dat volgens het Russische Ministerie op 18 juli 2014 zou zijn gemaakt.

Tot slot hebben wij het Russische beeldmateriaal voorgelegd aan het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) met de vraag of de gestelde data passen bij het feitelijke weerbeeld. Ten aanzien van de foto van 18 juli 2014 komt het KNMI tot de conclusie dat deze op een andere datum moet zijn genomen. Op 18 juli 2014 was er zware bewolking in het gebied ten zuiden van Zaroshchenske.

Van de getoonde satellietfoto’s hebben de Russische autoriteiten alleen digitale kopieën in een lage resolutie aan het onderzoeksteam ter beschikking gesteld. Die kopieën bieden geen mogelijkheden voor nader beeldonderzoek.

Vanaf 15 oktober 2015 hebben wij daarom de Russische autoriteiten bij herhaling gevraagd naar de onderliggende beeldbestanden van de satellietfoto’s die het Ministerie van Defensie op 21 juli 2014 heeft getoond. Op basis daarvan zou nader onderzoek gedaan kunnen worden door deskundigen naar de datering en inhoud van die foto’s. Deze herhaalde verzoeken zijn jarenlang onbeantwoord gebleven. Een week vóór de eerste zitting in maart 2020 hebben wij antwoord ontvangen. Volgens de Russische autoriteiten zijn de satellietfoto’s van het gebied ten zuiden van Zaroshchenske niet bewaard, omdat er op de satellietopname van 17 juli 2014 80 tot 90% bewolking zou zijn en op de opname van 18 juli 2014 meer dan 90% bewolking. Bij bewolking van meer dan 60% zouden satellietbeelden niet bewaard worden, aldus de Russische autoriteiten. Over de getoonde foto’s van de basis bij Donetsk hebben de Russische autoriteiten zich niet uitgelaten.

Onderzoek naar het afvuurgebied

Een andere tak van het onderzoek naar het alternatieve scenario dat MH17 is neergeschoten vanuit de omgeving van Zaroshchenske werd gevormd door de berekening van het mogelijke afvuurgebied. Daarbij is door verschillende partijen specifiek aandacht besteed aan de omgeving van Zaroshchenske. Hoe die berekening van het afvuurgebied in zijn werk gaat hebben wij al toegelicht bij de bespreking van het forensisch onderzoek.

Volgens Buk-fabrikant Almaz Antey moet MH17 zijn neergeschoten vanuit een gebied ten zuiden van Zaroshchenske. Deze conclusie is door Almaz Antey op twee persconferenties van 2 juni en 13 oktober 2015 gepresenteerd. Wij noemden dit al eerder bij de bespreking van het forensisch onderzoek.

Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) en de Belgische Koninklijke Militaire School (RMA) komen tot andere conclusies dan Almaz Antey. Op basis van uitgebreid onderzoek komt het Lucht- en Ruimtevaartcentrum tot een afvuurgebied van 75 vierkante kilometer ten zuidoosten van de laatste positie van MH17. De Koninklijke Militaire School komt tot een afvuurgebied dat gedeeltelijk overlapt met dat van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Zaroshchenske ligt ver buiten die twee lanceergebieden. Bij zijn berekening heeft het instituut ook gegevens van Almaz Antey over de Buk-raket betrokken. Volgens de Koninklijke Militaire School is een lancering vanuit de omgeving van Zaroshchenske op basis van een algemene berekening “extremely unlikely”. Bij nadere berekening op basis van aanvullende data, zoals het stuwkrachtprofiel van de raketmotor, noemt het instituut een lancering vanuit dat gebied “impossible”.

Overig onderzoek

Naast onderzoek naar de vermeende satellietfoto’s van een Oekraïens Buk-systeem op 17 juli 2014 en het lanceergebied, zijn er op de locatie ten zuiden van Zaroshchenske grondmonsters genomen en is er door het onderzoeksteam gezocht naar getuigen, open bronnen en telecomgegevens die een lancering vanuit Zaroshchenske zouden kunnen bevestigen.

Eerder hebben wij al besproken dat de grondmonsters in dit gebied - en op andere locaties in Oost-Oekraïne - pas in juni 2015 genomen konden worden. Erna is gebleken dat die monsters vanwege het tijdsverloop van bijna een jaar geen relevant resultaat meer konden opleveren.

Verder hebben zich, ondanks herhaalde oproepen, geen getuigen bij het JIT gemeld die het scenario van een lancering uit Zaroshchenske konden bevestigen.

Alleen in de Russische media hebben wij één verklaring over Zaroshchenske kunnen vinden. Het gaat om een interview met een Oekraïense ex-majoor genaamd Baturin. Volgens Baturin zag hij MH17 van het radarscherm verdwijnen en heeft hij enkele dagen later van chauffeurs van de Oekraïense 156e Anti Aircraft Missile Brigade gehoord dat er een Oekraïens Buk-systeem stond bij Zaroshchenske. Baturin zou asiel hebben aangevraagd in de Russische Federatie. Wij hebben de Russische autoriteiten gevraagd om afschrift van daar opgenomen verklaringen van Baturin. Daarop hebben de Russische autoriteiten geantwoord dat Baturin niet is verhoord. Omdat Baturin alleen uit tweede hand heeft verklaard met betrekking tot een lancering vanuit Zaroshchenske, hij daarin als getuige alleen staat en een lancering vanuit die plaats door deskundigen wordt uitgesloten, hebben wij geen reden gezien om de Russische autoriteiten te vragen om hem alsnog te horen. Het interview dat hij gegeven heeft, hebben wij in het dossier gevoegd.

Eerder hebben wij al uitgelegd welk onderzoek er is gedaan naar open bronnen. Daarin zijn geen berichten, foto’s of video’s gevonden van een Buk-systeem in de omgeving van Zaroshchenske of de effecten van een lancering vanuit dat gebied. Dat onderzoek leverde enkel aanwijzingen op voor het tegendeel. Na het noemen van Zaroshchenske door het Russische Ministerie van Defensie hebben verschillende journalisten met inwoners gesproken: zij betwisten dat daar een raket is afgevuurd. Volgens verschillende inwoners waren er ook geen Oekraïense strijdkrachten aanwezig, omdat Zaroschchenske onder controle stond van de DPR.

Ook in de telecomgegevens is geen aanwijzing voor dit scenario gevonden. Er zijn verschillende tapgesprekken waarin Zaroshchenske wordt genoemd, maar niet als locatie waar vandaan een Buk-raket is gelanceerd. Deze tapgesprekken bevestigen juist de lezing van de lokale bewoners in mediaberichten: er was geen lancering en Zaroshchenske stond onder controle van de DPR. Uit twee gesprekken blijkt dat separatisten met verbazing kennis hebben genomen van de persconferentie van Almaz Antey, waarin het tegendeel is beweerd.

Op dezelfde middag van de eerste persconferentie van Almaz Antey, op 2 juni 2015, spreekt  (vermoedelijk) de zelfbenoemde ‘burgemeester’ van Shakhtarsk (A) met een militaire commandant van de DPR (B). Shakhtarsk ligt een paar kilometer van Zaroshchenske. We laten het fragment horen.

B:        (…) Please, refresh your memory… The month – July, the Boeing’s downing.. there is some information appearing that the launch had been performed with an anti-aircraft defence system from the locality of Roschino, Zaroschino, being situated somewhere not far from Shakhtiorks. (…) Was the territory mentioned under them or under us? Zaroschenskoye.

A:        (…) Zaroschchenskoye. It was our territory. (…) It was our territory for sure! (…).No, I’m giving you hundred percent it had not been downed from over there.”

Kort erna wordt dezelfde commandant door een man gebeld die zich voorstelt als iemand “calling from Moscow, from TV”. Deze man uit Moskou van de televisie houdt de DPR-commandant voor dat Zaroshchenske nog niet van ‘hen’ was en dat ‘hun’ troepen daar nog niet waren binnengetrokken. Daarop reageert de commandant stellig dat het gebied juist wel van hen was. Volgens de commandant hoort iedereen voor het eerst dat er vanuit deze omgeving is geschoten. We spelen zijn reactie af:

“This is the territory of ours (…) this territory is located in three kilometers from the center of Shakhtersk. (…) It’s the first time when everyone hears the news someone is shooting in Shakhtersk! There was no one there! (…) If we are talking about this one, no one was shooting from this area!”

Volgens deze twee DPR-vertegenwoordigers viel Zaroshchenske dus binnen ‘hun’ gebied – en niet dat van de Oekraïense strijdkrachten – en werd er vanuit dit gebied geen raket afgeschoten.

Tussenconclusie scenario Buk-raket vanaf andere locaties

Er is dus uitgebreid en met open blik onderzoek gedaan naar mogelijke andere afvuurlocaties dan die uit het hoofdscenario. Onderzoek naar mogelijke afvuurlocaties in de omgeving van Amvrosievka, Yenakiieve, ten noorden van Snizhne en in Snizhne heeft concrete aanwijzingen en juist ontkrachtende informatie opgeleverd.

In het onderzoek naar een afvuurlocatie ten zuiden van Zaroshchenske zijn er verschillende, concrete aanwijzingen gevonden dat daar juist geen raket is afgeschoten. Na onderzoek bleken satellietfoto’s van die locatie van het Russische Ministerie van Defensie niet te kloppen of op andere data te zijn genomen dan gesteld. Volgens verklaringen van inwoners en tapgesprekken van DPR-leden stond Zaroshchenske niet onder controle van de Oekraïense krijgsmacht en is daar vandaan geen raket afgeschoten. Tot slot hebben het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum en de Belgische Koninklijke Militaire School elk een berekening gemaakt van het afvuurgebied waaruit MH17 is neergeschoten: Zaroshchenske ligt daarbuiten. Volgens de Koninklijke Militaire School is het onmogelijk dat MH17 vanuit Zaroshchenske is neergeschoten.

Mogelijkheden voor zinvol nader onderzoek naar alternatieve afvuurlocaties zien wij niet.

Scenario Oekraïens Buk-systeem

We hebben nu uitgelegd hoe onderzoek is gedaan naar de alternatieve scenario’s van een explosie van binnenuit en een aanval door een gevechtsvliegtuig. We hebben ook toegelicht hoe de scenario’s zijn onderzocht dat MH17 is neergeschoten met een andere grond-luchtraket dan een Buk of dat een Buk-raket is afgeschoten vanuit een andere locatie dan die bij Pervomaiskyi. In die laatste twee takken van het onderzoek is al aan bod gekomen dat hierbij ook onderzoek is verricht naar de mogelijkheid dat de Oekraïense krijgsmacht vlucht MH17 heeft neergeschoten. Dat scenario is niet alleen onderzocht aan de hand van mogelijke afvuurlocaties, maar ook nog eens door gericht onderzoek te doen naar Buk-systemen van de Oekraïense krijgsmacht en naar de herkomst van vermoedelijke raketdelen die in het forensisch onderzoek zijn aangetroffen. Dat bespreken we nu.

Militaire en open bronnen

Op verzoek van het JIT heeft het Oekraïense Ministerie van Defensie informatie verstrekt over feitelijke locaties van eigen - Oekraïense - Buk-systemen op 17 juli 2014. Ook heeft de Nederlandse Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) een overzicht verstrekt van locaties in en rond Oost-Oekraïne waar gedurende langere perioden in juni en juli 2014 activiteiten van Buk-systemen zijn waargenomen. U ziet één extra Buk-systeem in de informatie van de MIVD, ver buiten het bereik van MH17. In het ambtsbericht van de MIVD gaat het om vaste locaties van zowel Russische als Oekraïense Buk-systemen. MH17 bevond zich buiten het raketbereik van deze vaste locaties. Dat wil uiteraard niet zeggen dat MH17 zich ook buiten het bereik van alle Russische en Oekraïense Buk-systemen bevond, want die systemen zijn verplaatsbaar.

Desgevraagd hebben de Oekraïense autoriteiten aan het onderzoeksteam ook een overzicht verstrekt van de Buk-raketten die in het gewapend conflict zijn afgeschoten door de Oekraïense krijgsmacht. Volgens dat overzicht heeft de Oekraïense krijgsmacht in juli 2014 geen Buk-raketten afgeschoten in het conflict in Oost-Oekraïne. De eerste Buk-lancering in het conflict is van 9 december 2014. Eerder noemden wij al dat er van die lancering in Kramatorsk grondmonsters zijn genomen. Uit open bronnen valt op te maken dat de Oekraïense krijgsmacht vanaf die periode meerdere geavanceerde drones heeft neergeschoten in het conflict. Dat is verder niet systematisch geïnventariseerd omdat wij niet zien hoe dat zou kunnen bijdragen aan enige door uw rechtbank te nemen beslissing in deze strafzaak.

Verder is uitgebreid onderzoek gedaan in open bronnen naar het scenario dat MH17 met een Oekraïense Buk is neergeschoten. In de eerste plaats door te kijken of daarin concrete informatie te vinden was over Oekraïense Buk-systemen in het mogelijke afvuurgebied. Dat heeft geen aanknopingspunten opgeleverd voor verder onderzoek. In de tweede plaats heeft het onderzoeksteam uitgebreid open bronnenonderzoek gedaan naar afbeeldingen van Oekraïense en Russische Buk-TELARs om vast te stellen of die overeenkomsten vertoonden met de Buk-TELAR die op 17 juli 2014 was vastgelegd in Oost-Oekraïne op foto’s en video’s. Hierbij zijn meer dan 2400 foto’s geanalyseerd van zowel Oekraïense als Russische Buk-TELARs. Ook dit heeft geen informatie opgeleverd over een Oekraïens Buk-systeem in het gebied op 17 juli 2014.

Russische raketadministratie

Tot slot is in het onderzoek of de Oekraïense krijgsmacht vlucht MH17 heeft neergeschoten gekeken naar de herkomst van twee raketdelen waarmee MH17 vermoedelijk is getroffen. In dat onderzoek heeft de Russische Federatie informatie verstrekt, die erop zou wijzen dat die raketdelen afkomstig zijn van een raket in bezit van de Oekraïense krijgsmacht. Naar die informatie is onderzoek gedaan.

Eerder bespraken wij al dat er tijdens het forensisch onderzoek verschillende delen zijn gevonden, die overeenkomsten vertonen met onderdelen van een Buk-raket van de 9M38-serie. Op twee van die delen, een motormantel en een uitlaat of venturi, zijn nummers aangetroffen. Op basis van het nummer op de motormantel (8 86 9032) kon worden vastgesteld dat deze in 1986 was geproduceerd. In mei 2018 hebben wij de nummers van beide raketdelen publiek gemaakt en ook in een rechtshulpverzoek voorgelegd aan de Russische autoriteiten, met de vraag of zij op basis hiervan konden nagaan bij welke raket of raketten deze onderdelen hoorden, wat er met die raket of raketten was gebeurd en wie er over die raket of raketten had beschikt.

In een persconferentie van 17 september 2018 heeft het Russische Ministerie van Defensie stukken uit een administratie van een raket laten zien. Kopieën van die stukken zijn later aan het Openbaar Ministerie verstrekt. Volgens die stukken waren de motormantel en de venturi onderdeel van één en dezelfde Buk-raket van het oudere type 9M38. Volgens een aantekening op twee bladzijden in een handgeschreven logboek is deze raket op 29 december 1986 naar militaire eenheid ‘20152’ verzonden. Volgens open bronnen en de toelichting van het Russische Ministerie van Defensie correspondeert dit nummer met de 223e Anti Aircraft Missile Brigade van de toenmalige Sovjetkrijgsmacht, gevestigd in de toenmalige Sovjetrepubliek Oekraïne. Het nummer ‘8720’ is volgens de documenten en de Russische toelichting het nummer van de betreffende raket. Volgens hetzelfde logboek zou er op 19 mei 1987 voor de ontvangst van de raket zijn getekend en zou die ontvangstbevestiging weer op 4 juni 1987 door de producent in Moskou zijn ontvangen. Deze ontvangstbevestiging zit niet bij de verstrekte stukken. Volgens de toelichting van het Russische Ministerie van Defensie is de raket na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie bij de 223e Brigade in Oekraïne gebleven en komt deze verder niet meer voor in de eigen administratie.

Naar aanleiding van deze informatie heeft het JIT aan het Oekraïense Ministerie van Defensie gevraagd of deze raket op enig moment in bezit is geweest van de Oekraïense krijgsmacht en of hiervan documenten konden worden verstrekt. Daarop hebben de Oekraïense luchtmacht en bevoorradingsafdeling geantwoord dat er geen registratie van deze raket is teruggevonden. Later heeft het Oekraïense Ministerie van Defensie kopie van een raketlogboek verstrekt van de 223e Brigade, de eenheid waar de raket volgens het Russische Ministerie van Defensie in 1986 naar toe was gestuurd. Het Oekraïense raketlogboek bevat aantekeningen uit de periode van 2 september 1991 tot en met 22 december 2009. Daarin wordt de raket niet genoemd.

Het is hier goed te vermelden dat Oekraïne en Rusland tot 1991 onderdeel waren van de Sovjet-Unie (Unie van Socialistische Sovjetrepublieken). De Sovjet-Unie had één krijgsmacht, die onder leiding stond van het Ministerie van Defensie in Moskou. Op 24 augustus 1991, dus kort voor de start van het Oekraïense raketlogboek, riep het Oekraïense parlement de onafhankelijkheid uit. De Sovjet-Unie werd pas later ontbonden, op 26 december 1991. Daarna volgde de opdeling van de Sovjet-krijgsmacht.

Daarmee blijft er een gat in de administratie van vier en een half jaar. We missen stukken van het Russische Ministerie van Defensie over de raketinventaris in de Sovjetperiode van juni 1987 tot en met eind 1991, toen de Sovjet-Unie en de Sovjetkrijgsmacht werden ontbonden. Wat er in die periode met de raket is gebeurd, kunnen we op basis van de verstrekte documenten niet vaststellen. We moeten het doen met enerzijds de stelling van de Russische autoriteiten dat de raket na verzending naar de 223e Brigade in 1987 nooit meer is teruggekomen en anderzijds de stelling van de Oekraïense autoriteiten dat de raket nooit in de Oekraïense inventaris is opgenomen.

Nadat beide partijen waren geraadpleegd, is er nader onderzoek gedaan naar de ontvangen documenten. Bij het Oekraïense logboek was die mogelijkheid beperkt, omdat de raket daar nu juist niet in genoemd wordt. Wat er niet is, laat zich moeilijk onderzoeken. Wel is nagegaan of de gegevens in het Oekraïense logboek inderdaad afkomstig waren van de door de Oekraïense autoriteiten gestelde 223e Brigade.

De Russische documenten boden meer aanknopingspunten voor onderzoek. Daarin werd immers een verband gelegd met raketdelen die in het forensisch onderzoek waren aangetroffen. Daarom konden de raketgegevens uit de Russische documenten vergeleken worden met andere onderzoeksbevindingen met betrekking tot de raket. In dat onderzoek naar de documenten zijn verschillende stappen gezet.

In één van de verstrekte Russische documenten wordt het type warhead genoemd. Volgens de voorgedrukte tekst ‘9N314(9N130)’[8] gaat het om het oudere type 9N314 warhead. Boven deze voorgedrukte tekst staat met de pen een ‘M’ geschreven, precies op de plek tussen de voorgedrukte ‘9N314’ en ‘(9N310)’. [9]  Dat suggereert tenminste dat er in plaats van de voorgedrukte 9N314 een nieuwere warhead van het type 9N314M in de raket is gemonteerd.

Deze aanwijzing van een 9N314M warhead kon vergeleken worden met uitlatingen van de Russische autoriteiten op andere momenten dat MH17 niet kan zijn getroffen door een Buk-raket met een 9N314M warhead. De conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en het JIT, dat sprake was van de nieuwere 9N314M warhead werd aanvankelijk (op 2 juni 2014) nog onderschreven door Almaz Antey, maar wordt sinds het uitbrengen van het OVV-rapport (op 13 oktober 2015) bestreden. Zo heeft de Russische Federatie op 31 december 2019 in de procedure van nabestaanden bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens gesteld:

“If MH17 was brought down by a missile, the DSB [Dutch Safety Board of OVV] and JIT ought to have been concluding that it was an old style 9M38 missile with an old-style 9H314 [cyrillisch; Latijns schrift: 9N314] warhead (…).”

Eenzelfde vergelijking van de documenten is gemaakt met andere informatie over het type raket dat MH17 moet hebben neergeschoten. In de Russische documenten wordt vermeld dat de motormantel en venturi onderdeel waren van een raket van het oudere type 9M38. Op andere momenten hebben de Russische autoriteiten aangegeven, dat zij die oudere raket van het type 9M38 niet meer in gebruik hadden en Oekraïne wel. Als dat zou kloppen, zou het gestelde documentbewijs van een 9M38 raket in de richting wijzen van Oekraïense raket. Dat sluit niet aan bij de forensische bevindingen. Zoals eerder toegelicht, zijn er in het forensisch onderzoek naar de aangetroffen vliegtuigvreemde delen juist méér overeenkomsten gevonden met een 9M38M1 dan met een 9M38 raket.

Verder zijn de assemblagedata in de Russische documenten geanalyseerd en vergeleken met een datum die tijdens het forensisch onderzoek op de motormantel was aangetroffen. Hierbij is een opmerkelijk verschil gevonden. Volgens die documenten zijn de onderdelen van de raketmotor én de volledige raket op 24 december 1986 geassembleerd. U ziet hier verschillende documenten, waarop dit staat vermeld. Op de motormantel die in het forensische onderzoek is aangetroffen, en waarop de verstrekte documenten betrekking zouden hebben, staat iets anders. Op die mantel staat een sjabloon met ‘assemblagedatum 15 december 1986’. Deze datum is niet verstrekt aan de Russische autoriteiten in het rechtshulpverzoek van 2018, waarin om informatie werd gevraagd over de twee aangetroffen raketdelen. De datum die op de motormantel is aangebracht als ‘assemblagedatum’ komt dus niet overeen met de assemblagedata in de Russische documenten.

Er is een uitgebreid proces-verbaal opgemaakt waarin de analyse van de door de Russische Federatie verstrekte documenten uit de raketadministratie wordt beschreven. Daarin wordt beschreven welke stukken zijn verstrekt en ook welke stukken wel door de Russische autoriteiten zijn benoemd of in de verstrekte documenten worden vermeld, maar niet aan het JIT ter beschikking zijn gesteld. Er wordt in beschreven hoe de informatie in de verstrekte stukken zich verhoudt tot andere informatie die in het onderzoek beschikbaar is, met name ten aanzien van tot het type warhead en het type raket dat MH17 heeft neergeschoten en de assemblagedatum van de motormantel.

We hebben ons afgevraagd of de vragen die naar voren komen uit de analyse van deze documenten nog zouden moeten leiden tot nader onderzoek. Ons antwoord op die vraag wordt in belangrijke mate bepaald door twee constateringen: in de eerste plaats hebben wij moeten vaststellen dat de Russische Federatie in dit onderzoek niet te goeder trouw is. Zoals wij in maart al hebben gezegd: wie zelf bewijs vervalst en steeds opnieuw met onderling tegenstrijdige verhalen komt, is niet de beste bron om ander bewijs te beoordelen. In de tweede plaats constateren wij dat de verstrekte documenten, hoe men ook over hun bewijswaarde oordeelt, alleen zien op de jaren 1986 en 1987 en niets zeggen over de vraag wie de betreffende raket in bezit had in juli 2014. Wij zien dan ook geen zinvolle mogelijkheden voor nader onderzoek op dit punt.

Tussenconclusie scenario Oekraïens Buk-systeem

Het onderzoek naar het scenario dat MH17 is neergeschoten met een Oekraïens Buk-systeem is via verschillende takken verricht.

Zoals wij eerder bespraken, is er onderzoek gedaan naar het gebied waaruit MH17 moeten zijn neergeschoten. Op basis van het maximale bereik van een Buk-raket kon een ruim gebied worden vastgesteld. Dit gebied viel op 17 juli 2014 vrijwel geheel buiten controle van de Oekraïense krijgsmacht. Op basis van de schade aan de wrakstukken van MH17 en de eigenschappen van een Buk-raket kon door deskundigen een kleiner gebied worden berekend, waaruit een Buk-raket moet zijn afgevuurd om de vastgestelde schade te hebben kunnen veroorzaken. Dit gebied viel op 17 juli 2014 geheel buiten controle van de Oekraïense krijgsmacht.

Daarnaast is onderzoek gedaan naar de locaties en activiteiten van Oekraïense Buk-systemen op basis van informatie van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Oekraïense autoriteiten en open bronnen. Dit heeft geen enkele aanwijzing opgeleverd dat MH17 zich binnen het bereik van de Oekraïense krijgsmacht bevond.

Tot slot is onderzoek verricht naar de Russische beweringen dat de Buk-raket waarmee MH17 is neergeschoten al in 1986 naar een eenheid in Oekraïne zou zijn vervoerd en daar zou zijn gebleven. In dat onderzoek is gebleken dat de Russische raketadministratie onvolledig is, niet aansluit op de Oekraïense administratie van de betreffende eenheid en dat verschillende onderdelen van de Russische documenten onverenigbaar zijn met bevindingen in het forensisch onderzoek en andere stellingen van Russische autoriteiten.

Al met al is de enige informatie over een mogelijk Oekraïens Buk-systeem in relatie tot vlucht MH17 afkomstig uit de Russische Federatie. Uitgebreid onderzoek naar die informatie heeft echter geen steunbewijs opgeleverd en wel contra-indicaties.

Tussenconclusie alternatieve scenario’s

Hiermee komen we aan het einde van onze toelichting op het onderzoek naar alternatieve scenario’s. We hebben toegelicht hoe onderzoek is gedaan naar de scenario’s van een explosie van binnenuit, een aanval door een gevechtsvliegtuig, het gebruik van een andere grond-luchtraket dan een Buk-raket en het gebruik van een Buk-raket vanuit een andere locatie dan die bij Pervomaiskyi. Als laatste hebben we uitgelegd hoe gericht onderzoek is gedaan naar de mogelijkheid dat de krijgsmacht van Oekraïne vlucht MH17 heeft neergeschoten. Naar het oordeel van het Openbaar Ministerie is al het redelijkerwijs te verlangen onderzoek naar alternatieve scenario’s verricht, en zelfs meer dan dat. We komen daarom nu bij onze toelichting op het onderzoek naar het hoofdscenario dat eerder door het JIT bekend is gemaakt: dat MH17 is neergehaald door een Buk raket die is afgevuurd is vanaf een landbouwveld in de buurt van Pervomaisky.