Onderzoek naar radargegevens

Uitgesproken op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag op 9 juni 2020.

Het onderzoek heeft zich verder gericht op radargegevens. Die zouden namelijk informatie kunnen geven over het mogelijke wapen waarmee MH17 is neergeschoten.

Om te begrijpen hoe dat onderzoek is verlopen en welke informatie het precies heeft opgeleverd, is het van belang om te weten welke informatie een radar nu eigenlijk registreert. Daarom zullen wij eerst een algemene toelichting geven op de werking van de radar. Deze toelichting is gebaseerd op informatie uit verschillende bronnen die zijn opgenomen in het dossier, waaronder de rapporten van twee radardeskundigen die benoemd zijn door de rechter-commissaris, bevindingen van de Dienst Luchtvaart van de Nationale Politie, het rapport en de onderzoeksverantwoording van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en presentaties van de Russische wapenfabrikant Almaz Antey. Na uitleg over de werking van de radar zullen wij bespreken hoe het onderzoek naar radargegevens is verlopen, welke data dit heeft opgeleverd en welke informatie daaruit volgens verschillende bronnen zou kunnen worden afgeleid.

Algemeen: werking van radar

Bij de beoordeling van radargegevens (zowel die van militaire als burgerlijke radarinstallaties) moet onderscheid worden gemaakt tussen primaire en secundaire radar.

Een primaire radar zendt radiogolven uit in de vorm van pulsen. Wanneer die pulsen een willekeurig object raken, worden ze weerkaatst. Een deel van die reflectie of echo kan weer worden opgevangen door de primaire radar. Deze echo wordt dan geregistreerd en vertaald in informatie op een radarbeeldscherm. Primaire radar geeft dus informatie over alle typen objecten, zolang ze maar voldoende reflectie geven.

Een secundaire radar werkt anders. Deze radar vraagt doelgericht informatie op bij een transponder aan boord van een vliegtuig of ander luchtvaartuig. Het signaal van die transponder bevat informatie over het vliegtuig, zoals positie, hoogte, snelheid en vluchtnummer. Dit signaal wordt teruggestuurd naar de secundaire radar en vertaald in concrete gegevens op het radarscherm. Zonder transponder ontvangt een secundaire radar geen informatie. Burgervliegtuigen dragen transponders. Secundaire radar geeft de luchtverkeersleiding een concreet en gedetailleerd beeld van het burgerluchtverkeer.

De luchtverkeersleiding maakt vaak gebruik van een combinatie van primaire en secundaire radar. De informatie van beide radarsystemen wordt dan samengebracht op één radarscherm.

Primaire radar

Primaire radar geeft informatie over verschillende objecten in het luchtruim, maar niet over alle objecten. Een primair radarsysteem heeft beperkingen.

In de eerste plaats kunnen objecten buiten het bereik blijven van de uitgezonden radarpulsen. Dan kunnen er ook geen echo’s worden teruggezonden. Dit kan gebeuren doordat de pulsen worden geblokkeerd of opgevangen door bijvoorbeeld bergen, heuvels, regenbuien en wolken. Als een radarsysteem verder weg staat, kan de bolling van de aarde een object aan het zicht van de radar onttrekken.

In de tweede plaats zendt een luchtradar niet permanent pulsen in de richting van een zelfde object. Dat gebeurt met intervallen. Om breder beeld van het luchtruim te krijgen, draait een radar vaak rond. Bij elke omwenteling komt een object in de baan van de radarbundel en stuurt het echo’s terug. Het aantal echo’s dat een radar van een object ontvangt, wordt dus bepaald door de snelheid waarmee de radar draait en de snelheid waarmee het object vliegt.

In de derde plaats is de waarneming van de radar afhankelijk van de detecteerbaarheid van het object. Dat wordt radar cross section genoemd of RCS. Dat wil zeggen: het vermogen van een object om de verzonden radarpulsen terug te kaatsen naar de radar. De grootte van dat vermogen (de hoogte van de radar cross section) hangt af van verschillende eigenschappen: van de omvang en het materiaal van het object, maar ook van de vorm, de richting en de oriëntatie van het object. Afhankelijk van de hoek waaronder een object door de radar wordt aangestraald, levert dit een sterkere of zwakkere echo op. Grotere en meer-vormige objecten zullen een sterker signaal reflecteren. Zoals vliegtuigen met uitstekende vleugels en motoren. Deze hebben een hogere radar cross section. Eenvormige objecten zullen een zwakker signaal reflecteren. Deze hebben een lagere radar cross section. Als een object vanuit verschillende hoeken bezien een andere vorm en afmeting heeft, is de radar cross section vanuit die verschillende hoeken verschillend. Een vliegtuig heeft in vooraanzicht een kleinere radar cross section dan van opzij. Als de radar het vliegtuig van de zijkant aanstraalt, is de echo sterker dan wanneer de radar het vliegtuig recht van voren aanstraalt.

Eén van de twee deskundigen heeft de radar cross section van verschillende luchtvaartuigen genoemd, zoals die is opgenomen in de literatuur: zo heeft een Boeing 777-200 een radar cross section van 40 m², een gevechtsvliegtuig een radar cross section van 2 tot 6 m² en een kleinere drone (type Orlan-10) een radar cross section van 1 m². Volgens diezelfde literatuur heeft een Buk-raket een radar cross section van 3 m² van opzij en een radar cross section van 0,5 m² van voren. Almaz Antey, de fabrikant van de Buk, komt op vergelijkbare cijfers. Volgens de fabrikant heeft de raket een radar cross section van 3,2 m² van opzij en een radar cross section van 0,3 m² van voren. Deze cijfers laten zien dat de hoek waaronder een raket door een primaire radar wordt aangestraald groot verschil maakt voor zijn detecteerbaarheid.

Tot slot zijn er de instellingen van het radarsysteem zelf. Niet elke reflectie van een object wordt opgeslagen en getoond op een beeldscherm. Als alle signalen van alle objecten zouden worden omgezet in stippen op een beeldscherm, zou dat beeld onleesbaar zijn. Dat levert alleen maar ruis  (clutter) op. Wij tonen u een willekeurig voorbeeld van een ongefilterd radarbeeld, afkomstig uit open bron. Als alle signalen van alle objecten zouden worden opgeslagen, vraagt dat onnodig veel geheugen van het radarsysteem. Daarom wordt alleen de relevante informatie geselecteerd en bewaard. Informatie die niet relevant is voor het doel van de betreffende radar, wordt niet bewaard. De opgevangen signalen worden dus als het ware gezeefd. Die zeef is afgestemd op het doel van de radar. Bij een luchtverkeersradar is dat doel het luchtverkeer te geleiden. De luchtverkeersleider heeft belang bij een schoon en overzichtelijk beeldscherm, zodat hij snel de juiste beslissingen kan nemen. Zonder complexe interpretatie. Een luchtverkeersradar wil dus echo’s blijven volgen van objecten die het gedrag vertonen van een luchtvaarttuig. Echo’s die van dat patroon afwijken, zijn voor deze radar niet relevant en worden niet bewaard. Alleen relevante echopatronen worden omgezet in een plot en bewaard. [1]

De bewaarde plots worden opnieuw gefilterd. De radarsoftware stelt bijvoorbeeld specifieke limieten aan snelheid, versnelling en afstand. Opgeslagen plots die buiten deze limieten vallen, worden niet in beeld gebracht. Alleen de relevante plots worden geselecteerd en getoond op het scherm van de luchtverkeersleider.

Een primaire luchtverkeersradar bewaart dus niet alle plots van objecten. En niet alle bewaarde plots worden getoond op een radarscherm. Dit is natuurlijk een sterk vereenvoudigde uitleg en we begrijpen dat we de complexiteit van de techniek van het systeem hiermee tekort doen.

Secundaire radar

Anders dan een primaire radar verzamelt secundaire luchtverkeersradar doelgerichte informatie. Het zoekt contact met de transponders en ontvangt de gewenste informatie over het civiele luchtverkeer. Een secundaire luchtverkeersradar ontvangt alleen informatie over vliegtuigen met ingeschakelde transponders. Het ontvangt dus geen informatie over raketten of over vliegtuigen die geen transponder hebben of hun transponder hebben uitgeschakeld.

Beschikbare en verkregen radargegevens

Hiervoor hebben we toegelicht hoe radar volgens verschillende bronnen werkt. Nu zullen wij bespreken hoe het onderzoek naar de radargegevens is verlopen.

Volgens internationale voorschriften moeten luchtverkeersdiensten radarinformatie over incidenten en ongevallen bewaren.[1] Dit geldt alleen voor civiele luchtverkeersradars en niet voor militaire radarsystemen.

MH17 vloog binnen het bereik van Oekraïense en Russische radarsystemen. In elk geval binnen het bereik van civiele luchtverkeersradars, maar mogelijk ook binnen het bereik van militaire radars. Van beide staten zijn dus de beschikbare radargegevens opgevraagd.

Daarnaast is via de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst bij de NAVO nagevraagd of zij over relevante radargegevens beschikten van AWACS-vliegtuigen. Deze zogenaamde Airborne Warning And Control System vliegtuigen hebben radarsystemen voor de lange afstand en worden door de NAVO gebruikt voor surveillance in het Europese luchtruim. De Landelijk Officier van Justitie Terrorismebestrijding, inlichtingen- en veiligheidsdiensten heeft de staatsgeheime informatie ingezien die de NAVO aan de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst heeft verstrekt. Daaruit is niet gebleken dat een AWACS-vliegtuig relevante gegevens heeft geregistreerd of heeft kunnen registeren.

Oekraïne

Van Oekraïne is in eerste instantie alleen civiele secundaire radardata ontvangen. In drie vormen: ruwe gegevens, verwerkte gegevens en een video-opname van een beeldscherm met secundaire gegevens. Dezelfde gegevens had Oekraïne eerder aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid verstrekt. Deze secundaire radardata hebben alleen betrekking op het burgerluchtverkeer en konden geen informatie geven over een gevechtsvliegtuig of een raket. In eerste instantie heeft Oekraïne geen primaire radargegevens verstrekt.

Tegenover de Onderzoeksraad voor Veiligheid had Oekraïne verklaard dat er geen primaire radargegevens waren opgeslagen. Redenen hiervoor waren dat de civiele luchtverkeersradar niet werkte vanwege periodiek onderhoud en dat de militaire radarstations niet operationeel waren, omdat er geen Oekraïense militaire vluchten waren in de sector van MH17.

Door het JIT is niet alleen onderzoek gedaan naar de radargegevens die Oekraïne wel verstrekt heeft maar is ook onderzoek gedaan naar de opgegeven redenen waarom geen primaire radargegevens verstrekt konden worden. Aan het JIT heeft Oekraïne desgevraagd een overzicht verstrekt van de beschikbare vaste, civiele luchtverkeersradars in de regio. Volgens dit overzicht vloog MH17 binnen het bereik van een aantal primaire radars: in Chuguev, Artemivsk en Donetsk. De laatste radar was uitgeschakeld, omdat deze zich bevond in het gebied dat onder controle stond van de DPR. Volgens de Oekraïense autoriteiten was de primaire luchtverkeersradar in Artemivsk buiten werking gesteld door separatisten. De primaire luchtverkeersradar in Chuguev was niet actief vanwege gepland onderhoud. De primaire radar van Dnipropetrovsk was wel in gebruik, maar had onvoldoende bereik.

Het onderzoeksteam heeft deze Oekraïense stellingen onderzocht. Daarbij zijn medewerkers van de civiele en de militaire luchtverkeersleiding gehoord. Over de vaste primaire radar in Chuguev zijn nog eens vier getuigen gehoord: een onderhoudsmanager en drie radartechnici. Bij die verhoren zijn een onderhoudsschema en onderhoudslogboeken overgelegd. Uit die verklaringen en administratie volgt dat de primaire radar in Chuguev op 17 juli 2014 was uitgeschakeld vanwege onderhoud op het moment dat MH17 werd neergeschoten: tussen 7:00 en 14:00 uur UTC. Over de primaire radar in Artemivsk zijn stukken opgevraagd bij de Oekraïense luchtverkeersautoriteit. Uit die stukken en een verklaring van de militaire luchtverkeersleider blijkt dat het civiele radarstation van de primaire TRLK-10 radar op 16 juni 2014 is overlopen en vernield door een gewapende groep. Daarna kwam het pas op 13 september 2014 weer in handen van Oekraïense troepen.

In het onderzoek naar Oekraïense radargegevens is niet alleen gekeken naar civiele of gecombineerd civiel-militaire radarsystemen, maar ook naar zelfstandige militaire radarsystemen. In de loop van het onderzoek zijn er primaire data verkregen van een Oekraïense mobiele militaire radar van het type P18 Malakhit. Wij tonen een foto van dit type radar uit open bron. Beeldmateriaal van de betreffende radar zit in het dossier. Deze mobiele radar stond op 17 juli 2014 opgesteld bij Rohan, in de buurt van Kharkiv, op een afstand van meer dan 250 kilometer van het rampgebied. Het onderzoeksteam heeft de ontwikkelaar van het softwaresysteem van deze radar gehoord en de verwerkte primaire radarbeelden met hem bekeken. Daarop was geen raket of vliegtuig in de buurt van MH17 te zien. Vanwege de filterinstellingen van het systeem was het radarsysteem volgens de ontwikkelaar niet in staat om een Buk-raket te detecteren. Verder werden niet alle onderliggende data opgeslagen, omdat dit te veel geheugencapaciteit kostte. Deze militaire mobiele primaire radar was in gebruik bij de 164e Radiotechnische Brigade van de Oekraïense krijgsmacht. Zes leden van deze eenheid zijn als getuigen gehoord. Eén van hen heeft MH17 van zijn radarscherm zien verdwijnen. Volgens hem werden er op dat moment geen andere objecten geregistreerd.

Andere radargegevens heeft Oekraïne niet verstrekt. Het onderzoek naar de radarcapaciteit van Oekraïne op 17 juli 2014 heeft geen aanwijzingen opgeleverd dat Oekraïne over andere relevante radargegevens beschikte dan er aan het JIT zijn verstrekt.

Russische Federatie

Toen MH17 werd neergeschoten vloog het binnen het bereik van twee Russische civiele primaire luchtverkeersradars, één in Ust-Donetsk en de ander in Buturinskoe.

Op 21 juli 2014 heeft het Russische Ministerie van Defensie op een persconferentie radarbeelden getoond, waarop radarplots te zien zijn in de buurt van MH17, kort na het neerschieten. Volgens het Ministerie van Defensie waren deze plots gedetecteerd door beide radarsystemen (in Ust-Donetsk en Buturinskoe) en konden deze worden toegeschreven aan een gevechtsvliegtuig. Op de persconferentie werd gezegd:

“Het toestel wordt consistent waargenomen door radarposten van Ust-Donetsk en Buturinskoe gedurende 4 minuten. Een luchtverkeersleider kan bij de aanvraag van de karakteristieken van het onlangs verschenen vliegtuig de parameters niet krijgen, want naar alle waarschijnlijkheid is het toestel niet uitgerust met een secundair identificatiesysteem, wat typisch is voor militaire vliegtuigen.”

Volgens deze mededeling zijn de laatste minuten van vlucht MH17 dus vastgelegd door de primaire radars van twee Russische radarstations: in Ust-Donetsk en Buturinskoe.

Op 15 oktober 2014 heeft het Openbaar Ministerie de Russische Federatie verzocht om alle beschikbare primaire radardata te verstrekken, dus niet alleen die van civiele luchtverkeersradars, maar ook van militaire systemen. Gezien het gewapend conflict aan de andere zijde van de van Russische grens en het optreden daarin van de Oekraïense luchtmacht, lag het voor de hand dat de Russische Federatie ook gebruik maakte van militaire primaire radarsystemen.

In april 2015 heeft de Russische Federatie een video-opname verstrekt van een beeldscherm waarop een combinatie van primaire en secundaire radargegevens te zien zijn.

Deze opname kwam inhoudelijk overeen met een andere opname die Rusland eerder aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid had gegeven. De enige verschillen tussen deze beide video’s waren de duur van de opnamen en de omstandigheid dat ze vanuit verschillende hoeken zijn gefilmd. In mei 2015 heeft de Russische Federatie tegenover de Onderzoeksraad voor Veiligheid verklaard dat er geen onverwerkte primaire en secundaire radardata beschikbaar waren, omdat deze niet waren bewaard. Volgens Rusland was het niet verplicht om radargegevens te bewaren, omdat MH17 niet boven Russisch grondgebied was neergeschoten.

Uit onderzoek naar de weergave van de radarbeelden op de video’s volgden aanwijzingen dat die beelden afkomstig waren uit het permanente geheugen van het radarsysteem. Dat betekende dat de primaire radargegevens wel degelijk bewaard waren. Daarom heeft het Openbaar Ministerie op 1 juni 2016 opnieuw om die gegevens gevraagd.

Op 26 september 2016 brachten het Russische Ministerie van Defensie en Almaz Antey naar buiten dat de gevraagde radargegevens van de Ust-Donetsk radar waren teruggevonden. Dit keer meldden zij dat de plots in de buurt van MH17 volgens hen niet afkomstig waren van een gevechtsvliegtuig, maar van wrakstukken. Verder meldden zij dat de radardata geen plots van een raket bevatten. Op grond daarvan trokken zij de conclusie dat er geen Buk-raket kon zijn afgeschoten uit de richting van Snizhne, een plaats in de buurt van Pervomaiskyi. Twee dagen later, op 28 september 2016, heeft Almaz Antey een nadere toelichting gegeven op deze radargegevens.

Een maand na de Russische persconferenties van het Ministerie van Defensie en Almaz Antey werden de getoonde radargegevens alsnog verstrekt. De radardata waren vastgelegd in een Russisch softwareprogramma (VOI.exe). Eerder, op 11 januari 2016, had een anonieme bron screenshots van radarbeelden aan de Stichting Vliegramp MH17 gemaild. Deze screenshots kwamen overeen met het beeld van de radargegevens in het Russische VOI.exe softwareprogramma, die acht maanden later werden teruggevonden.

De rechter-commissaris heeft een radarspecialist van het Nederlandse Ministerie van Defensie als deskundige benoemd om de radargegevens in dit Russische programma te ontsluiten en te beoordelen. Dit is in twee fasen gebeurd. In eerste instantie ging de deskundige uit van de gegeven filterinstellingen, waardoor de registraties van objecten met een snelheid en versnelling boven een bepaalde limiet niet kon worden getoond. Daarna heeft de deskundige de software-instellingen kunnen wijzigen, waardoor de limieten konden worden verhoogd. Vervolgens zijn de radardata opnieuw onderzocht, met de maximale weergavelimieten.

Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie aan de Russische autoriteiten gevraagd om dezelfde radardata in het internationaal gangbare ASTERIX-formaat aan te leveren. Dat hebben de Russische autoriteiten gedaan, met de kanttekening dat er door het overzetten naar dit andere format gegevens verloren konden zijn gegaan.

De rechter-commissaris heeft een tweede radarspecialist, werkzaam bij EUROCONTROL, als deskundige benoemd om de in het ASTERIX-formaat aangeleverde radargegevens te ontsluiten. Volgens deze deskundige is er geen relevante informatie verloren gegaan, omdat ASTERIX alle relevante informatie met betrekking tot een Buk-raket kan weergeven.

Bij brief van 18 februari 2020 heeft de Russische Federatie in antwoord op het rechtshulpverzoek van 15 oktober 2014 en latere herinneringen bericht dat het niet over de radargegevens van het andere radarstation, in Buturinskoe, beschikt, omdat de bewaartermijn zou zijn verstreken. Wij tonen nu het aangenomen bereik van de civiele radarstations in Buturinskoe en Ust-Donetsk. Hoewel het rechtshulpverzoek, zoals gezegd, was gericht op alle beschikbare primaire radargegevens, hebben wij nooit informatie ontvangen van de Russische Federatie over andere radarsystemen, zoals die van de Russische krijgsmacht.

Tot slot heeft het onderzoeksteam van de Onderzoeksraad voor Veiligheid de opnamen ontvangen van telefonische communicatie tussen de Oekraïense en Russische luchtverkeersleiding. Daaruit blijkt dat een Oekraïense luchtverkeersleider in Dnipropetrovsk kort na 13:22:05 uur (UTC) - dus iets meer dan 2 minuten na het neerhalen van MH17 - tegen de Russische luchtverkeersleiding in Rostov heeft gezegd dat vlucht MH17 (kennelijk van het Oekraïense radarscherm) is verdwenen en aan zijn Russische collega vraagt of zij nog iets zien op hun (Russische) “primaire” radar. Daarop geeft de Russische luchtverkeersleider aan dat zij “niets” zien.

Relevantie verkregen radargegevens

Voor de beoordeling of het onderzoek naar de radargegevens volledig is geweest, moet worden vastgesteld wat de Oekraïense en Russische radargegevens aan relevante informatie hebben opgeleverd en wat eventueel vervolgonderzoek nog aan die informatie kan toevoegen. Daarom zullen wij nu kort ingaan op de beoordeling van de verkregen gegevens door verschillende deskundigen en specialisten in het voorbereidend onderzoek. Op basis daarvan kan de volledigheid van dit onderzoek goed worden beoordeeld.

Er zijn geen relevante verschillen gevonden tussen de Oekraïense en Russische secundaire en primaire radargegevens. Om te kunnen vaststellen of er andere objecten in de omgeving waren van MH17, zoals een gevechtsvliegtuig of een raket, moet worden teruggevallen op de Russische primaire radargegevens van de luchtverkeersradar in Ust-Donetsk. Deze data bieden meer informatie dan de Oekraïense primaire gegevens van de mobiele militaire radar bij Kharkiv. De Oekraïense gegevens geven geen aanwijzing voor een vliegtuig of een Buk-raket, maar volgens de ontwikkelaar kan dit systeem vanwege zijn filterinstellingen ook geen raket detecteren.

De Russische primaire data zijn besproken door de Russische wapenfabrikant Almaz Antey en het Russische Ministerie van Defensie op 26 en 28 september 2016 en beoordeeld door de twee genoemde deskundigen die door de rechter-commissaris zijn benoemd. Eerder heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid een video-opname geanalyseerd van de primaire radarbeelden van hetzelfde radarstation.

Deze radargegevens bevatten detectie van vlucht MH17 en drie andere verkeersvliegtuigen in de nabijheid: vluchten EVA88, SIA351 en AIC113.

Beide benoemde deskundigen, de Onderzoeksraad voor Veiligheid, Almaz Antey en het Russische Ministerie van Defensie zijn het erover eens dat de Russische primaire radardata geen detectie bevatten van een gevechtsvliegtuig. Volgens de laatste beoordeling van het Russische Ministerie van Defensie en Almaz Antey zijn de na het moment van neerschieten nog zichtbare radarplots echo’s van wrakstukken van MH17. Dit sluit aan bij de beoordeling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de EUROCONTROL-deskundige. Ook de Russische verkeersleiding in Rostov heeft iets meer dan 2 minuten na het neerschieten van MH17 “niets” relevants op de primaire radar gezien, zo blijkt uit een telefoongesprek met de Oekraïense luchtverkeersleiding. De primaire radar heeft dus geen gevechtsvliegtuig gedetecteerd.

Verder zijn beide benoemde deskundigen, de Onderzoeksraad voor Veiligheid, Almaz Antey en het Russische Ministerie van Defensie het erover eens dat de Russische primaire radardata geen detectie bevatten van een raket.

Afwezigheid raket?

De volgende vraag die wij ons hebben gesteld is of de afwezigheid van radarecho’s van een raket ook aanwijzing is voor de afwezigheid van een raket zelf.

Volgens het Russische Ministerie van Defensie en Almaz Antey is dat het geval. Almaz Antey gaat uit van een radarrotatiesnelheid van 10 seconden en een vluchtduur van de raket (vanuit Pervomaiskyi) van 32 tot 36 seconden. Dat komt overeen met de berekening van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum van een vluchtduur van 32 seconden. Dat betekent dat de radar de raket drie tot vier keer had kunnen detecteren. Omdat hiervan geen plots te zien zijn, kan er volgens Almaz Antey geen raket zijn afgevuurd vanuit de richting van Snizhne. Daarbij stelt het Russische Ministerie van Defensie dat de primaire radar wel een Russische drone van het type Orlan-10 heeft gedetecteerd, maar geen raket. Terwijl een drone van dit type een lagere radar cross section heeft dan een Buk-raket. Als deze primaire radar wel een Orlan-10 drone (met een lagere radar cross section) heeft gedetecteerd, zou het ook een Buk-raket (met een hogere radar cross section) moeten hebben detecteren. Nu dit niet gebeurd is, was er volgens Almaz Antey en het Ministerie van Defensie geen Buk-raket vanuit de richting van Snizhne.

Deze stelling wordt door de twee benoemde deskundigen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid betwist.

Ten eerste stellen zij dat, ook als wordt uitgegaan van de door Almaz Antey gestelde vluchtduur van de raket en rotatiesnelheid van de radar, het goed mogelijk is dat deze radar de raket niet heeft gedetecteerd. Als reden hiervoor noemen zij de beperkte detecteerbaarheid van een kleine en snel vliegende Buk-raket door een luchtverkeersradar van dit type, de Utes-T. Daarbij wijst de defensiedeskundige op twee concrete omstandigheden. In de eerste plaats op de hoek waarin de raket door de radar wordt aangestraald. Bij een lancering vanuit Pervomaiskyi straalde de radar in Ust-Donetsk de raket aan op de achterzijde. Ook volgens de cijfers van Almaz Antey had een Buk-raket dan een aanzienlijk lagere radar cross section. Mogelijk kleiner dan een drone. In de tweede plaats blijkt uit de Russische data dat de luchtverkeersradar de wel gedetecteerde, door de Russische autoriteiten genoemde, drone ook verschillende keren heeft gemist. Van vijftien rotaties (tegenover maximaal vier bij de raket) werd die drone vijf keer geheel niet gedetecteerd. Terwijl deze (beweerdelijke) drone een aanzienlijk lagere snelheid had dan een raket en dus veel beter te detecteren zou moeten zijn. Hierin vindt de defensiedeskundige aanwijzing dat de radar net zo goed de raket kan hebben gemist.

In de tweede plaats wijzen de defensie- en EUROCONTROL-deskundigen op de mogelijkheid dat de radar de raket wel kan hebben gedetecteerd, maar dat het systeem die detectie niet heeft bewaard, omdat deze informatie niet relevant was voor het doel van de betreffende radar: het volgen van civiel luchtverkeer. Omdat het vliegpatroon van een Buk-raket zo sterk afwijkt van dat van een vliegtuig, is een luchtverkeersradar er niet op ingesteld om de echo’s van een raket te bewaren.

In de derde plaats wijst de defensiedeskundige op de radarhorizon van de luchtverkeersradar in Ust-Donetsk. Volgens zijn berekening bedroeg deze 800 meter. Zolang de raket hieronder bleef, kon hij niet gesignaleerd worden. Daarmee zou de radar een eerste detectie van de raket hebben kunnen missen. Een vierde verklaring voor de afwezigheid van een detectie van een Buk-raket is volgens de EUROCONTROL-deskundige dat gedetecteerde en opgeslagen data uit het systeem kunnen worden verwijderd. Volgens hem is dit een zeer eenvoudige handeling en kan die verwijdering achteraf niet worden vastgesteld.

Volgens de twee deskundigen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid kan de afwezigheid van echo’s van een raket in de data van de Russische luchtverkeersradar dus op verschillende manieren worden verklaard. De deskundigen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid menen dat de data van de Russische luchtverkeersradar geen bewijs leveren voor de afwezigheid van een raket.

Afwezigheid gevechtsvliegtuig?

Geeft de afwezigheid van radardata van een gevechtsvliegtuig dan wel aanwijzing voor de afwezigheid van een gevechtsvliegtuig?

De defensiedeskundige heeft gewezen op het belang van de detecteerbaarheid van het object en het aantal keren dat het door de radar kan worden aangestraald (radarrotaties). Volgens hem heeft een gevechtsvliegtuig een aanzienlijk hogere radar cross section (RCS) dan de (vermeende) gedetecteerde drone. Verder wijst de EUROCONTROL-deskundige op de registraties van primaire echo’s van MH17 tussen het moment dat de transponder niet meer reageert en het toestel uiteenvalt. Onder die omstandigheden zou een gevechtsvliegtuig met vergelijkbare snelheid in de nabijheid van MH17 gedetecteerd moeten kunnen worden.

Volgens andere bronnen is het veel waarschijnlijker dat een gevechtsvliegtuig wél zou zijn gedetecteerd door de Russische primaire radar, dan dat deze gemist zou zijn. Zo stelt de Onderzoekraad voor Veiligheid op basis van de video van de primaire radardata dat er geen militaire toestellen aanwezig waren binnen tenminste 30 kilometer van MH17. Als er sprake zou zijn geweest van een air-to-air aanval, zou een gevechtsvliegtuig in de primaire radardata wel geregistreerd moeten zijn, aldus de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Hetzelfde volgt uit de beoordeling van Almaz Antey en het Russische Ministerie van Defensie. Volgens hen laten de radardata geen registratie zien van een ander object in de buurt van MH17. Omdat een Buk-raket een hogere radar cross section heeft dan een drone (die volgens het Ministerie van Defensie en Almaz Antey wel gedetecteerd zou zijn), is dat volgens het Ministerie bewijs van de afwezigheid van een Buk-raket. Volgens deze redenering kan de mogelijkheid van een gevechtsvliegtuig, met een aanzienlijk hogere radar cross section dan een drone, op basis van dezelfde radardata worden uitgesloten. Dat is ook de conclusie van de persvoorlichter van Almaz Antey na het aanhoren van de presentatie van 28 september 2016. Zij vat samen dat er volgens de radardata geen vliegtuig in de buurt was van MH17.

Tussenconclusie radargegevens

Er is onderzoek gedaan naar alle bekende primaire radarsystemen die MH17 rondom het moment van neerstorten gedetecteerd konden hebben: van Oekraïne, de Russische Federatie en de NAVO. Van de verkregen primaire radardata, geven die van de Russische luchtverkeersradar van Ust-Donetsk de meeste informatie. Daarin is geen registratie terug te vinden van een raket of een gevechtsvliegtuig in de nabijheid van MH17.

Volgens de defensie- en EUROCONTROL-deskundige en de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn er verschillende verklaringen waarom er geen radarregistratie is van een Buk-raket. Dat er geen registratie is gevonden, wil volgens deze deskundigen niet zeggen dat de raket er niet was. Anders dan de twee benoemde deskundigen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid menen Almaz Antey en het Russische Ministerie van Defensie dat het ontbreken van die detectie juist wél bewijs is voor de afwezigheid van een Buk-raket vanuit de richting van Snizhne.

Volgens de defensie- en de EUROCONTROL-deskundige, de Onderzoeksraad voor Veiligheid, het Russische Ministerie van Defensie en Almaz Antey is een militair vliegtuig veel beter detecteerbaar dan een Buk-raket. Dat er geen Russische radarregistratie bestaat van een militair vliegtuig, is volgens al deze bronnen bewijs dat daar geen gevechtsvliegtuig heeft gevlogen.

Op grond van deze bevindingen komen wij tot de conclusie dat het onderzoek naar radargegevens volledig is geweest. Er is niet alleen onderzoek gedaan naar beschikbare radargegevens, maar ook naar de redenen waarom andere radardata niet verstrekt konden worden. Het onderzoek naar Oekraïense civiele en militaire radardata heeft beperkt resultaat opgeleverd. Naar de redenen waarom bepaalde Oekraïense data niet konden worden verstrekt is breed en diepgravend onderzoek verricht. Na jaren van vragen en rappelleren zijn er uiteindelijk Russische primaire radardata boven water gekomen. Diezelfde gegevens zijn door de Russische autoriteiten in juli 2014 en september 2016 op verschillende wijzen uitgelegd.

Inmiddels zijn alle deskundigen en specialisten het erover eens dat de beschikbare radardata geen detectie bevatten van een gevechtsvliegtuig of een raket. Alleen over de betekenis van de afwezigheid van een registratie van een raket bestaat meningsverschil tussen enerzijds de twee benoemde deskundigen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid en anderzijds de Russische autoriteiten. Wij hebben niet de verwachting dat er nog nieuwe radargegevens of -inzichten verkregen kunnen worden.

Voetnoten

[1] Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart 1944, Chicago (ICAO), bijlage 11, 6.4.1.